Rechtbank Middelburg


Voorwaardelijke gevangenisstraf voor twee verdachte eigenaren van veeteeltbedrijven

Middelburg, 21 oktober 2009 - De meervoudige kamer van de rechtbank Middelburg heeft twee verdachte eigenaren van veeteeltbedrijven allebei een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand opgelegd voor onder andere het in het bezit hebben van groeihormonen.

De eigenaar van het ene veeteeltbedrijf werd verdacht van het in bezit hebben van kruidenmengsels, waarin het niet-geregistreerde diergeneesmiddel dexamethason voorkwam. De verdachte zou delen daarvan afgeleverd hebben aan drie in Nederland gevestigde veeteeltondernemingen. De aanwezigheid van dexamethason in die kruidenmengsels is bewezen geacht. Daarnaast heeft hij opzettelijk flessen met het diergeneesmiddel Lincomycine en Tylosine voorhanden gehad.

De rechtbank heeft een aanzienlijk lagere straf opgelegd dan door de officier van justitie is gevorderd. Voor de strafbepaling is onder meer de geringe omvang van de voorraad van belang. De rechtbank acht daarnaast niet aannemelijk dat de eigenaar een positie in een internationaal georganiseerd verband inneemt, zoals door de officier van justitie is gesteld. Tenslotte vindt de rechtbank van belang dat verdachte als gevolg van de toegepaste forse dwangmiddelen bedrijfsschade heeft geleden.

De rechtbank volstaat met het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand.

De eigenaar van het andere veeteeltbedrijf werd verdacht van het in bezit hebben van kruidenmengsels, waarin het niet-geregistreerde diergeneesmiddel dexamethason voorkwam en het voorhanden hebben van de diergeneesmiddelen Lincomycine, Enrofloxacin en Spectiniomycine. Het betreffen niet in Nederland geregistreerde diergeneesmiddelen. Daarnaast zijn op zijn bedrijf twee runderen aangetroffen, waarvan is vastgesteld dat deze met progesteron zijn ingespoten. Ten aanzien van de aangetroffen injectiespuit met progesteron, de diergeneesmiddelen, bevattend Enrofloxacin, Lincomycine en Spectinomycine en het in de handel brengen van twee runderen die met progesteron waren behandeld acht de rechtbank opzet bewezen.

De rechtbank heeft een aanzienlijk lagere straf opgelegd dan door de officier van justitie is gevorderd. Daarbij is onder meer van belang geweest de geringe omvang van de voorraad kruidenmengsel en de aan verdachte opgelegde forse dwangmiddelen, als gevolg waarvan verdachte bedrijfsschade heeft geleden.

De rechtbank volstaat met het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand.

LJ Nummers

BK0759
BK0860

Zie het origineel
origineel
Bron: Rechtbank Middelburg Datum actualiteit: 21 oktober 2009 Naar boven