Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
5. Oktober
Ministerie van VROM
Doorbraak in klimaatoverleg milieuministers
21-10-2009
De Europese milieuministers hebben vandaag hun inzet voor de
Klimaattop in Kopenhagen bepaald. Alleen de financiële paragrafen
ontbreken nog. De ambitieuze voorstellen zijn tot tevredenheid van
minister Jacqueline Cramer van Ruimte en Milieu nagenoeg ongewijzigd
overgenomen.
Zo heeft de EU zich gecommitteerd aan een reductie in CO2 uitstoot van
80-95 procent (ten opzichte van 1990) in 2050 en zijn er harde
mondiale doelstellingen voor CO2 reductie geformuleerd voor de
scheepvaart en de luchtvaart. Daarmee is de basis gelegd voor een
pakket waar de EU in Kopenhagen mee voor de dag kan komen.
Minister Cramer sprak van een resultaat dat "voor de poorten van de
hel was weggesleept". Hoewel het er volgens Cramer hard aan toe ging,
is er toch opmerkelijk veel bereikt: "Als dat niet was gelukt, had ik
mezelf niet in de spiegel durven kijken. Gelukkig hebben we als
milieuministers knopen doorgehakt "De financiële paragrafen konden
door het uitblijven van overeenstemming tussen de ministers van
Financiën op 20 oktober helaas niet worden vastgesteld. "Natuurlijk
ben ik hierover ook teleurgesteld", aldus Cramer, "Er is nog een grote
krachtsinspanning nodig om overeenstemming te bereiken over de
financiële paragrafen, maar onze milieudoelen staan fier overeind."
De EU zal in Kopenhagen vasthouden aan 80 procent minder CO2 uitstoot
in 2050. Ook is de doelstelling van 30 procent minder uitstoot in 2020
herbevestigd en worden andere ontwikkelde landen opgeroepen ook
ambitieuze doelen te stellen. Ondanks een soms heftig oplopende
discussie is ook afgesproken dat de luchtvaart in 2020 10
procent minder zal uitstoten dan in 2005. Voor de scheepvaart is de
lat op -20 procent gelegd. De EU zal ook inzetten op regels die er
voor zorgen dat landgebruik en bossen een permanente bijdrage leveren
aan emissiereducties.
Punt van discussie vormen nog de uit Kyoto overgebleven
emissierechten. Vooral Oekraine en Rusland hebben daar nog zoveel van,
dat zij ook zonder enige inspanning aan de in Kopenhagen vast te
stellen doelstellingen zouden voldoen. Los van de politieke
onwenselijkheid daarvan, zou het op de markt brengen van die rechten
een enorm prijsdrukkend effect hebben op de emissierechten. De
Midden-Europese lidstaten hebben ook veel van zulke rechten over. De
EU benadrukt echter dat ambitieuze klimaatdoelen moeten worden gesteld
in Kopenhagen. Daarbij dient dan wel op gepaste wijze rekening
gehouden te worden met eventuele overschotten van rechten. Verder is
de afspraak om te onderzoeken welke opties ertoe kunnen leiden dat de
hoeveelheid van die rechten tot beheersbare proporties wordt
teruggebracht.