Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 5. Oktober

Ministerie van VROM

Internationale inzet om vervuiling door kunstmest te beperken

22-10-2009

Minister Cramer wil meer en betere internationale samenwerking om de negatieve gevolgen van het gebruik van meststoffen te beperken. Zij wil een internationaal platform oprichten waar alle kennis en expertise over het gebruik van meststof bij elkaar komt. Op het ministerie van VROM wordt daarom vandaag en morgen samen met het United Nations Environment Programme (UNEP) en de Verenigde Staten een internationale conferentie georganiseerd.

Toepassen van stikstof

Stikstof is onmisbaar voor het produceren van voedsel. De bekendste toepassing is kunstmest. Op dit moment is tweederde van de wereld voedselzekerheid afhankelijk van kunstmest. Tussen 1960 en 1990 is deze behoefte meer dan verzevenvoudigd. De verwachting is dat de behoefte de komende jaren alleen maar zal toenemen.

Negatieve effecten van kunstmest

Het gebruik van kunstmest heeft veel negatieve effecten. Ongeveer 20 procent van het stikstof in kunstmest lekt weg in de bodem of naar het grond- en oppervlaktewater. Dit zorgt voor jarenlange vervuiling van bodem en grondwater en heeft een schadelijk effect op ecosystemen. Met de steeds bekendere `dead zones' (zuurstofloze gebieden) in onze oceanen tot gevolg.

Fosfaat

Fosfaat is eveneens een belangrijke meststof. De fosfaatvoorraden zijn beperkt en fosfaat wordt naar verwachting in de loop van deze eeuw schaars. De huidige landbouwpraktijk leidt ertoe dat het in het milieu terechtkomt. Hier zorgt het voor vermesting van het oppervlaktewater en aantasting van de biodiversiteit.

Internationale conferentie

Op de internationale conferentie zijn vertegenwoordigers van diverse internationale onderzoeksinstituten en landen die dagelijks te maken hebben met stikstofproblemen (zoals Zuid-oost Azië en sub-sahara Afrika) aanwezig. Ook de Internationale Kunstmest Associatie is aanwezig. Nederland zet zich al enige jaren in voor meer internationale uitwisseling over het ingewikkelde stikstofprobleem en vervult samen met UNEP en de VS een voortrekkersrol.