Stand van zaken plan van aanpak integratie natuurwetgeving
26 oktober 2009 - kamerstuk
Brief aan de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de stand van zaken rond de voorgenomen integratie van de
natuurwetten. Er wordt gewerkt aan een eerste proef van het
wetsontwerp.
Datum 26 oktober 2009
Betreft Stand van zaken plan van aanpak integratie natuurwetgeving
Geachte Voorzitter,
Op verzoek van uw vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
informeer ik u over de stand van zaken ten aanzien van de aangekondigde integratie
van de natuurwetgeving, mede in relatie tot het voorstel voor een Crisis- en
herstelwet.
§1. Inleiding
Bij brief van 24 juni 2009 heb ik het plan van aanpak voor de totstandkoming van
een voorstel voor een integrale natuurwet aan uw Kamer gezonden (Kamerstukken
II 2008/09, 31 536, nr. 10). Zoals in dat plan is gemeld, moet dat wetsvoorstel
gaan voorzien in regelgeving die tegemoetkomt aan de in de praktijk levende
behoefte aan werkbare en duidelijke regelgeving ter bescherming van natuur,
diersoorten en plantensoorten, zonder afbreuk te doen aan de nationale en internationale
doelen ten aanzien van de bescherming van de natuur en de biodiversiteit.
§2. Rek- en ruimtemaatregelen en de Crisis- en herstelwet
De afgelopen maanden heb ik met voorrang gewerkt aan het onderzoek naar en
de uitwerking van mogelijke rek- en ruimtemaatregelen in de Natuurbeschermingswet
1998 (hierna: Nb-wet), naar aanleiding van het spoeddebat met uw
Kamer van 9 april 2009 (Handelingen II 2008/09, blz. 75-5922 t/m 75-5945) over
de vergunningverlening in het kader van die wet. In mijn brief van 30 juni 2009
(Kamerstukken II 2008/09, 31 700 XIV, nr. 160) heb ik vijf rek- en ruimtemaatregelen
aangekondigd. Deze zijn, samen met zes aanvullende maatregelen, opgenomen
in het voorstel voor een Crisis- en herstelwet (Kamerstukken II 2009/10,
32 127). Het gaat om de volgende voorstellen:
· De continuering van het regime voor bestaand gebruik voor gebruik dat niet
wordt opgenomen in een beheerplan;
· Een separaat regime voor de beoordeling van de gevolgen voor de stikstofdepositie,
in gevallen waarin een activiteit nergens bijdraagt aan een toename
van depositie;
· Een lichter regime voor de bescherming van nationale instandhoudingsdoelen
van Natura 2000-gebieden ten opzichte van de instandhoudingsdoelen ter uitvoering
van de Vogel- en Habitatrichtlijn;
· Een wettelijke kapstok om uitvoeringsregels over rekenmodellen en meetmethoden
vast te stellen;
· Een verduidelijking van de beroepsmogelijkheid tegen beheerplannen;
· Een lichter regime voor beschermde natuurmonumenten ten opzichte van
Natura 2000-gebieden;
· De invoering van de mogelijkheid tot verplichte opname van projecten van
nationaal belang in een beheerplan;
· De explicitering van de eis van passende beoordeling voor projecten met mogelijk
significante effecten die worden opgenomen in een beheerplan;
· De invoering van de mogelijkheid tot invoering van een meldingsplicht voor
bepaalde activiteiten (allen voorstellen tot wijziging van de Nb-wet);
· De integratie van de verplichte 'natuurtoets' in het tracébesluit en het wegaanpassingsbesluit
(voorstel tot wijziging van de Spoedwet wegverbreding en
de Tracéwet);
· De aanwijzing van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit als
bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen en het toepassen van de
aanschrijvingsbevoegdheid bij bestaand gebruik waar het gaat om activiteiten
met betrekking tot rijksinfrastructuur (voorstel tot wijziging van het Besluit
vergunningen Natuurbeschermingswet 1998).
Deze voorgestelde maatregelen op het vlak van gebiedsbescherming zijn nu onderwerp
van parlementaire behandeling, en zullen, eenmaal door het parlement
aanvaard, een gegeven zijn voor het voorstel voor een integrale natuurwet.
§3. Tijdpad, proces en klankbordgroep
Op dit moment wordt gewerkt aan het opstellen van een eerste proeve van het
wetsontwerp. De hiervoor beschreven onderdelen van de concept-wetgeving die
betrekking hebben op de rek- en ruimtemaatregelen, zijn met voorrang uitgewerkt
ten behoeve van opname in het voorstel voor een Crisis- en herstelwet.
Verder zijn op ambtelijk niveau gesprekken gevoerd met organisaties, en zal de
komende tijd ook nog met andere organisaties worden gesproken.
De bijeenkomst van de klankbordgroep in december van dit jaar zal in het teken
staan van een workshop die betrekking zal hebben op een aantal specifieke onderwerpen
in het wetsvoorstel, namelijk de invulling van het beschermingsregime
voor diersoorten en het regime met betrekking tot exoten.
Ten aanzien van de samenstelling van de klankbordgroep merk ik op dat deze ten
opzichte van bijlage 4 van het plan van aanpak is aangevuld met enkele organisaties,
in willekeurige volgorde: de Plattelands Alliantie Nederland (PAN), de NederDirectie
landse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG), Nationaal Overleg Valkerij
Organisaties (NOVO), de Nederlandse Vereniging van Preparateurs, de Koninklijke
Horeca Nederland en het Nederlands Platform voor Waterrecreatie, en de Vereniging
van waterbedrijven in Nederland (VEWIN).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit