Reactie rapport `Ruimte in het bos'
27 oktober 2009 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister reageert op de belangrijkste conclusies
en aanbevelingen van het evaluatierapport `Ruimte in het bos.
Staatsbosbeheer is op de goede weg en de minister is positief over
deze ontwikkelingen.
Geachte Voorzitter,
Conform artikel 32 van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer moet iedere vier
jaar een evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van Staatsbosbeheer
plaatsvinden. De motie-Snijder c.s. vraagt mij om begin 2009 te komen met een
evaluatie van Staatsbosbeheer en deze de Kamer ter beschikking te stellen
(Tweede Kamer 2007-2008, 29 659 nr. 19).
Naar aanleiding hiervan heb ik de commissie-d'Hondt ingesteld om deze evaluatie
uit te voeren. Per brief van 11 maart 2009 heb ik u geïnformeerd over de
instelling van en opdracht aan deze commissie (Tweede Kamer 2008-2009,
29 659 nr. 34).
Op 10 september 2009 heeft de commissie mij het rapport "Ruimte in het bos"
aangeboden. Ik heb u dit dezelfde dag toegezonden (Tweede Kamer 2008-2009,
29 659 nr. 37). Bij deze aanbieding heb ik aangegeven binnen een maand u mijn
reactie op de evaluatie toe te zenden.
In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het
evaluatierapport.
Mijn opdracht aan de commissie betrof de volgende vragen:
1. In welke mate heeft Staatsbosbeheer de afgelopen jaren doelmatig en
doeltreffend gefunctioneerd?
2. Heeft de vermaatschappelijking van Staatsbosbeheer zich in een goede
richting ontwikkeld?
3. Hoe functioneert de aansturingrelatie in relatie tot de uitvoering van de
primaire taken door Staatsbosbeheer?
Reactie
Uit de evaluatie blijkt dat Staatsbosbeheer op de goede weg is. Het rapport geeft
aan dat Staatsbosbeheer in het maatschappelijk veld beschouwd wordt als een
gewaardeerde organisatie.
Daarnaast geeft de evaluatie aan dat de verzelfstandiging van Staatsbosbeheer
ertoe heeft geleid dat de organisatie midden in de samenleving is komen te staan.
Staatsbosbeheer is in toenemende mate gericht op publieke dienstverlening.
Staatsbosbeheer ontwikkelt zich van een natuurbeheerder naar een publieke
groene dienst waarbij de samenhang van de mens met natuur steeds meer
centraal staat.
Ik vind dit belangrijke constateringen, omdat Staatsbosbeheer naar mijn mening
als publieke organisatie bij uitstek een maatschappelijke functie heeft. Ik ben het
met de commissie eens dat Staatsbosbeheer op de goede weg is. Tegelijkertijd
stel ik samen met de commissie vast dat er ook nog een en ander te verbeteren
valt. Hier ga ik in deze brief verder op in.
Doelmatigheid en doeltreffendheid bij Staatsbosbeheer
Wat betreft de doelmatigheid en doeltreffendheid van Staatsbosbeheer oordeelt
de commissie dat Staatsbosbeheer in control is. Tegelijkertijd is zij bezorgd over
de financiële positie van Staatsbosbeheer. De balans- en liquiditeitspositie van
Staatsbosbeheer is niet goed en bovendien constateert de commissie een
toenemende kloof tussen de beheerskosten enerzijds en de huidige tegemoetkoming
anderzijds. Er zijn klachten over het onderhoud bij recreatieve
voorzieningen en gebouwen. Het beheer vindt in het algemeen wel bevredigend
plaats. De commissie concludeert dat Staatsbosbeheer een goede entree op de
markt heeft gemaakt. De eigen inkomsten zijn substantieel verhoogd.
De commissie is van mening dat het legitiem is als een overheidsinstantie
commerciële activiteiten verricht, mits binnen duidelijke kaders. Dat wil zeggen
dat er sprake dient te zijn van marktconformiteit en dat oneerlijke concurrentie
voorkomen dient te worden. De commissie is echter ook van mening dat het
opereren op de markt van Staatsbosbeheer vraagt om een verheldering van het
kader waarbinnen hij opereert.
Reactie:
De financiële situatie van Staatsbosbeheer is een onderwerp dat ook mijn
aandacht heeft. Met de introductie van de index met het stelsel van standaardkostprijzen
voor natuur, landschap en recreatie is transparant geworden dat er
een kloof bestaat tussen de kosten van het beheer van de EHS en het hiervoor
beschikbare budget op mijn begroting. Zonder extra maatregelen zal komende
jaren die kloof alleen maar toenemen. Binnenkort verwacht ik de resultaten van
het IBO-natuur. Daarnaast is net de werkgroep Leefomgeving en Natuur in het
kader van de heroverwegingen van start gegaan. De uitkomsten zullen medebepalend
zijn voor de financiering van de natuur in Nederland, waaronder
Staatsbosbeheer.
Ik vind de constatering dat de eigen inkomsten substantieel zijn verhoogd
belangrijk, want dat was tenslotte één van de doelen van de verzelfstandiging.
Voor het opereren van overheidsorganisaties op de markt, waaronder
Staatsbosbeheer, beoogt het wetsvoorstel Markt en Overheid een kader te bieden.
Dit wetsvoorstel is momenteel in behandeling in de Eerste Kamer. Ik vind
transparantie van de marktactiviteiten van Staatsbosbeheer belangrijk.
Hierbij denk ik aan de activiteiten van Staatsbosbeheer op de houtmarkt, biomassa,
bij de verhuur van recreatiewoningen en andere marktactiviteiten. Daarom zal ik
aan Staatsbosbeheer vragen de marktactiviteiten apart zichtbaar te maken in zijn
begroting en verantwoording. Dit werk ik samen met Staatsbosbeheer uit in een
nader afsprakendocument. Het is primair aan de Raad van Toezicht om erop toe te
zien dat Staatsbosbeheer binnen het wettelijk kader en de nadere afspraken blijft
handelen.
Vermaatschappelijking
Wat betreft de vermaatschappelijking luidt de algemene conclusie dat
Staatsbosbeheer veel moeite doet om vermaatschappelijking vorm te geven.
Staatsbosbeheer is hier voor een deel in geslaagd, maar de komende jaren ligt
hier nog een grote opgave.
Het aantal bezoekers in de Staatsbosbeheerterreinen neemt sterk toe. Bovendien
heeft Staatsbosbeheer een voorhoederol op zich genomen als het gaat om het
betrekken van de jeugd bij de natuur. Ook heeft Staatsbosbeheer verreweg het
grootste deel van haar terreinen opengesteld.
De commissie vindt het een opgave voor Staatsbosbeheer om een goed evenwicht
te vinden tussen biodiversiteit en maatschappelijke acceptatie. Als biodiversiteit te
technocratisch wordt benaderd, dan zal dat extra maatschappelijke weerstand
geven. De commissie geeft aan dat LNV te weinig sturing geeft aan vermaatschappelijking
in vergelijking met de sturing op ecologische doelen. Bij
vermaatschappelijking speelt communicatie een belangrijke rol. Er zijn tal van
incidenten geweest die te maken hadden met onhandige communicatie.
Ten slotte vraagt de commissie ook aandacht voor de aanwezigheid van
boswachters in het veld. Boswachters zouden zichtbaarder moeten zijn in het
veld.
Reactie:
Ik vind de ontwikkelingen op het gebied van vermaatschappelijking belangrijk en
zal daarom dit nauwgezet volgen. De incidenten van afgelopen tijd zijn ook voor
mij belangrijke signalen dat verbetering nodig blijft. Ik heb Staatsbosbeheer
gevraagd aan te geven op welke manier zij denkt dit soort incidenten te beperken.
Ik zal goed de vinger aan de pols houden als het gaat om de maatschappelijke
focus van Staatsbosbeheer, onder andere door hier een helder kader voor te
schetsen in mijn opdracht aan Staatsbosbeheer. Inmiddels zijn op het gebied van
communicatie al enkele wijzigingen doorgevoerd binnen Staatsbosbeheer,
waaronder de aanstelling van een directeur communicatie.
In "meer boswachters in het veld" kan ik mij vinden, omdat zij het gezicht van
Staatsbosbeheer bepalen en bijvoorbeeld uitleg kunnen geven over de maatregelen
die Staatsbosbeheer neemt. Ik heb Staatsbosbeheer gevraagd om met
voorstellen te komen hoe de aanwezigheid van boswachters in het veld verbeterd
kan worden.
Aansturingsrelatie LNV - Staatsbosbeheer
De derde vraag betreft de aansturingsrelatie LNV - Staatsbosbeheer. De
aansturing van Staatsbosbeheer wordt vormgegeven door de Wet verzelfstandiging
Staatsbosbeheer. Aanvullend hierop heb ik op 28 mei 2009 met de directeur
Staatsbosbeheer een sturingsarrangement ondertekend, waarmee de aansturing
van Staatsbosbeheer zoveel als mogelijk in lijn met de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen plaatsvindt. De commissie constateert dat dit nieuwe sturingsarrangement
een verbetering is en er geen nieuwe fundamentele herziening nodig
is van de aansturingsrelatie. De commissie concludeert ook dat de relatie de
afgelopen jaren sterk is verbeterd.
Positionering
Ten slotte gaat de commissie in op de positie van Staatsbosbeheer. De commissie
is van mening dat er geen fundamentele wijziging nodig is in de positie van
Staatsbosbeheer. De commissie oordeelt tegelijk dat veel van de problemen die
afgelopen tijd hebben gespeeld te wijten zijn aan de onheldere positie van
Staatsbosbeheer. De commissie komt tot de aanbeveling van het handhaven van
de huidige positie met een sterkere rol voor de Raad van Toezicht.
Reactie:
Ik ben het met de commissie eens dat een fundamentele wijziging van de positie
van Staatsbosbeheer niet nodig is. Staatsbosbeheer is bij haar verzelfstandiging
bewust op een afstand van het kerndepartement geplaatst en ontwikkelt zich
sindsdien naar een organisatie die midden in de samenleving staat en dat vind ik
een goede en belangrijke ontwikkeling.
Ik kan mij ook vinden in de adviezen van de commissie om die positie te
verhelderen. Deze helderheid ga ik bieden door meer sturing te geven op
vermaatschappelijking via mijn opdracht aan Staatsbosbeheer en de daarbij
behorende verantwoording. Hiermee verwacht ik dat Staatsbosbeheer zich verder
in de gewenste maatschappelijke richting zal ontwikkelen.
Ook zal de positie van Staatsbosbeheer helderder worden met de nadere
afspraken over transparantie van de marktactiviteiten van Staatsbosbeheer.
Ik verwacht dat die helderheid eraan bijdraagt dat de burgers beter weten wat zij
van Staatsbosbeheer kunnen verwachten.
Van de Raad van Toezicht van Staatsbosbeheer verwacht ik dat zij zorg draagt
voor het interne toezicht en borgt dat Staatsbosbeheer opereert binnen de
wettelijke kaders, afspraken en mijn opdracht. Om het toezicht van de Raad van
Toezicht te versterken heb ik met Staatsbosbeheer afgesproken dat de Raad van
Toezicht een toezichtskader opstelt, waarin de Raad aangeeft hoe de verantwoordelijkheid
als intern toezichtorgaan van Staatsbosbeheer wordt vorm gegeven.
Perspectief
Staatsbosbeheer is een organisatie die nu tien jaar op eigen benen staat. In die
tien jaar heeft Staatsbosbeheer zich ontwikkeld tot een publieke organisatie die
kan rekenen op een groot maatschappelijk draagvlak. Staatsbosbeheer is overal in
het land aanwezig en opereert in een maatschappelijk krachtenveld van tegenstellingen.
Dit leidt tot soms kritische vragen van burgers.
Dit onderstreept dat Staatsbosbeheer op terreinen werkzaam is die mensen raken
en dat is goed.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit