Gemeente Utrecht


2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
113 Vragen van mevrouw N.R. Schipper en de heer M. Cavusoglu
(ingekomen 23 september 2009
en antwoorden door het college verzonden op 27 oktober 2009))


Toelichting

In de Volkskrant van 8 september 2009 wordt onder de kop 'In de misdaad uit frustratie over samenleving' verslag gedaan van een onderzoek criminele Marokkaanse jongens: 'Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart?'.

De belangrijkste conclusies zijn:
. Marokkaanse verdachten van misdrijven blijken zich vaker gediscrimineerd te voelen dan gemiddelde Marokkaanse jongens.
. Dat juist migranten die hun best doen snel te integreren, meer last hebben van discriminatie en vooroordelen.
. De uitkomsten staan lijnrecht tegenover de stelling: 'Ze moeten maar integreren, dan komt het allemaal goed'.
. En gaan in tegen de theorie dat mensen die zich sociaal verbonden voelen met een gemeenschap, minder vaak een misdrijf plegen omdat ze veel te verliezen hebben.

GroenLinks is van mening dat integratie belangrijk is en dat discriminatie voorkomen moet worden.

Vragen
1. Welke conclusies van het onderzoek deelt het college?


Wij hebben met interesse kennis genomen van het artikel en het bijbehorende onderzoek. Vooralsnog beschouwen wij de uitkomsten en de daaruit voortkomende discussie echter als een wetenschappelijk debat. Om die reden kunnen wij nu ook nog niet aangeven welke uitkomsten het college deelt. Wij verwachten dat het rapport in de wetenschappelijke wereld diverse reacties zal losmaken en zullen die discussie vanzelfsprekend nauwlettend volgen.

2. Wat betekent dit voor de inzet van het college om mensen te laten integreren?


Vooruitlopend op de wetenschappelijke discussie willen wij onze bestaande aanpak, zoals die ook met het ministerie is afgesproken, nog niet wijzigen. De drie ambities van het College op dit gebied; Talentontwikkeling, Kleurrijke organisaties en Verbinden van Utrechters met elkaar én de stad, blijven van kracht en worden verder geïmplementeerd in het bestaande beleid.

3. Wat betekent dit voor de inzet van het college om discriminatie tegen te gaan?


Ook ons beleid ter voorkoming van discriminatie middels onze bijdrage aan Art.1 (antidiscriminatie-bureau) blijft gewoon bestaan.


---- --