Ingezonden persbericht


Persmededeling 27-10-2009
GO! en Unizo : hernieuwd engagement op Economiedag Brussel, 27 oktober 2009

Met deze samenwerkingsovereenkomst wil het GO! samen met UNIZO inzetten op de actiepunten van de competentieagenda: studieloopbaanbegeleiding, meer en beter werkplekleren, ondernemingszin en ondernemerschap bij leerlingen stimuleren en kwaliteitsvolle stageplaatsen voor leerlingen en leerkrachten. Het oorspronkelijke engagement tussen beide partners gaat terug tot februari 2007.

Engagementsverklaring

UNIZO en Het GO! engageren zich in deze hernieuwde engagementsverklaring om vanuit een win-wingedachte de krachten te bundelen en zo gezamenlijk invulling te blijven geven aan de relevante actiepunten van de Competentieagenda Vlaanderen en het Vlaanderen in Actie - plan en blijvende bruggen te bouwen tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Het overleg en de acties tussen beide partners wordt opgehangen aan de volgende items:


- een geïnformeerde studie- en loopbaankeuze
- meer en beter werkplekleren

- stimuleren van ondernemingszin en ondernemerschap
- samen werken aan kwaliteit

- virtuele school en het e-leren

Beide partners geloven in het creëren van een breed maatschappelijk draagvlak en het bundelen van krachten met een partner als VDAB, waarmee het GO! ook al een exclusieve samenwerkingsverband ondertekende, om zo volop in te zetten op een geïnformeerde studie- en loopbaankeuze. Dit kunnen de partners enkel bereiken door expertise uit te wisselen en om te zetten in concrete acties en lesmateriaal. UNIZO beschikt bijvoorbeeld over de onderwijsvakmansroute, een tocht langs verschillende ondernemingen om de toekomstmogelijkheden van TSO en BSO te tonen aan 11 tot 14-jarigen. De koffer vol ondernemingszin is een pedagogisch instrument waarmee de leerkracht ondernemend gedrag in de klas kan stimuleren. UNIZO beschikt ook over een kant-en-klaar lespakket, bedoeld voor leraars die in een kort tijdsbestek het zelfstandig beroep en ondernemerschap wensen te presenteren aan leerlingen in het laatste jaar secundair onderwijs. Het GO! engageert zich om deze en andere UNIZO instrumenten te gebruiken in zijn scholen.

Het GO! en UNIZO engageren zich om de "werkplekervaring" in de breedst mogelijke betekenis te promoten en te ondersteunen. Om scholen aan te zetten tot ondernemingszin en ondernemerschap zal een jury met GO! en UNIZO vertegenwoordigers 'ambassadeursscholen' verkiezen, die actief inzetten op ondernemerschap. Eind dit schooljaar zullen deze scholen (zowel uit basis- als uit secundair onderwijs) verkozen worden. Ze mogen dan voor minstens één jaar de titel "Ondernemende School" voeren.

Visies op ondernemingszin en ondernemerschap

Het opzetten van deze samenwerking zou onmogelijk zijn als beide partners al niet beschikten over uitgewerkte standpunten over het integreren van ondernemingszin en ondernemerschap in het onderwijs. We zetten ze even op een rijtje:

Het GO! over Leren Ondernemen en Ondernemend Leren Het GO! staat achter de conclusies van de studie van de Koning Boudewijnstichting "Leren Ondernemen en Ondernemend Leren. Een pleidooi voor meer ondernemerschap in het onderwijs", waarin het belang wordt geduid van kennisdelingsmomenten rond bestaande instrumenten, methodieken, ... om ondernemerscompetenties in ruime zin in onderwijs te integreren en deze ondernemingscompetenties in een onderwijscontext te herkennen, te evalueren en te erkennen (bijv. portfolio, talentenkaart).

Het GO! wil volledig in de geest van zijn pedagogisch project en samen met een partner als UNIZO, inspanningen leveren opdat dit zou mogelijk worden. Essentieel is dat lesgevers vertrouwd gemaakt worden met het bestaande aanbod aan instrumenten en methodieken en gesensibiliseerd worden om dit toe te passen. Enerzijds zal de overheid als facilitator moeten optreden en zal zij het kader creëren waarbinnen leraren op een flexibele wijze kunnen leren in bedrijven en hiervoor de financiële middelen voorzien. Anderzijds zal het bedrijfsleven een realistisch beeld moeten geven van de inhoud van hun job door daarover te spreken op school, of door leerkrachten ervaring te laten opdoen in het bedrijf. Ook door bedrijfsruimtes of materialen ter beschikking te stellen van scholen verkleint de afstand van school naar bedrijf.

Ondernemingszin is bovendien een essentiële factor voor welvaart en komt de levenskwaliteit van elk individu ten goede. Het verdient dus om gestimuleerd te worden in het onderwijs en door het beleid.

Ondernemerschap gaat over verantwoordelijkheid nemen, risico's incalculeren, creatief denken en handelen. Het stimuleren ervan komt de persoonlijke ontwikkeling van iedereen ten goede. Er gebeurt trouwens al veel rond ondernemerschap in het onderwijs in Vlaanderen. Partners als UNIZO bieden reeds jarenlang kwaliteitsvolle projecten aan om leerlingen kennis te laten maken met ondernemerschap. Het GO! heeft via zijn leerplannen mogelijk gemaakt dat deze projecten geïntegreerd worden in het curriculum van tal van opleidingen. Bovendien werden alle doelstellingen m.b.t. bedrijfsbeheer opgenomen in leerplannen van de handelsrichtingen in TSO en BSO.

Het GO! vraagt dat de overheid middelen ter beschikking zou stellen, opdat leraren zich zouden kunnen bijscholen met betrekking tot de competenties ondernemingszin/ ondernemerschap. Bovendien vraagt het GO! aan de overheid om de nodige impulsen te geven om lerarenstages en werkplekleren te faciliteren

UNIZO over ondernemingszin op de schoolbanken
Een van de kerntaken van onderwijs, naast persoonsontwikkeling en algemene vorming, is leerlingen voor te bereiden op hun toekomst in de samenleving, wat onder meer wil zeggen participatie aan de arbeidsmarkt. Niet elke leerling die een schoolloopbaan start, wordt ondernemer, maar menig leerling/student zal ooit bij een ondernemer werken. Daarom is het belangrijk dat leerlingen in aanraking komen met ondernemingszin en ondernemerschap, ook in de economische betekenis van "ondernemen". Uit verschillende onderzoeken over de voorbije jaren, onder meer door de KBS, is gebleken dat jongeren naarmate ze langer binnen een onderwijsomgeving vertoeven de zin voor ondernemen verliezen. UNIZO pleit tevens voor werkplekleren voor alle leerlingen uit alle studierichtingen in het secundair onderwijs (ASO, TSO, BSO, KSO,...). Voor leerlingen in een richting met veel doorstroommogelijkheden is het belangrijk dat er ervarings-/kennismakingsstages aangereikt worden. De leerling maakt kennis met de jobinhoud die mogelijk aansluit bij de studiekeuze die hij/zij zal maken, denken we aan boekhouden, vertalen, labo-werk, mechanica,... Dergelijke stage zal de leerling helpen een meer gerichte keuze te maken naar het hoger onderwijs toe. En dit zal er voor zorgen dat de leerling geen "verloren" jaar heeft, omdat hij/zij niet wist wat de richting inhield. Voor leerlingen die in een richting zitten die gericht is op arbeidsfinaliteit is een doorgedreven stage van groot belang: de kennis en vaardigheden die ze op de schoolbanken geleerd hebben, kunnen ze in praktijk omzetten en bijschaven. Op die manier worden ze voorbereid op de stap naar de arbeidsmarkt, ze groeien immers naar de gepaste werkattitude. Niet alleen voor de leerlingen maar ook voor de leerkrachten zijn dergelijke stages van belang. Veel leerkrachten blijven binnen de schoolomgeving fungeren, zonder ooit een stap naar een bedrijf te zetten. Het is belangrijk dat leerkrachten weten waar bedrijven mee bezig zijn, en waar de klemtonen en vernieuwingen liggen. Stages voor leerkrachten moeten opgenomen worden in het pakket nascholing voor leerkrachten. Ondernemingszin moet één van de rode draden worden doorheen de onderwijscarrière van een leerling. De beste manier om dit te bewerkstellingen is om ondernemingszin op te nemen in de lijst van de eindtermen. De eindterm ondernemingszin moet heel ruim ingevuld worden: gebeten zijn door iets, aan de slag gaan, beslissingen nemen, initiatieven nemen, plannen, organiseren, creatief zijn, durven innoveren, hindernissen overwinnen en doelen bereiken. Het is belangrijk, zowel voor de leerling in zijn persoonsontwikkeling als naar de arbeidsmarkt toe, dat de leerling ondernemingszin ontwikkelt. De start moet gegeven worden in de kleuterklas. De kleuter moet aangezet worden om zijn/haar creativiteit te gebruiken. Ook moet de kleuter sociale vaardigheden ontwikkelen. De vaardigheden die de kleuter heeft opgebouwd mogen niet verdwijnen in de lagere school. Het is belangrijk dat de leerling tijdens de lagere school zijn/haar creativiteit verder kan ontwikkelen. Eveneens moet de leerling kennis maken met techniek en wetenschappen, met daaraan gekoppeld de ondernemingszin. Al doende wordt de leerling gestimuleerd te ontdekken en te experimenteren. Het onderwijs in Vlaanderen is nog al te vaak gestoeld op kennisoverdracht. UNIZO vraagt om leerplannen in het secundair onderwijs minder te overladen met kennis an sich. UNIZO vraagt meer flexibiliteit binnen de leerplannen: de leerlingen moeten op de schoolbanken, binnen de lesuren, methodes aangeleerd worden hoe ze zelf informatie moeten verzamelen en verwerken. Op die manier wordt de leerling meer zelfstandig, meer ondernemend: ze moeten zelf het initiatief nemen om informatie te zoeken, en op het einde, binnen een vooropgestelde datum moeten ze een werk kunnen afleveren, wat impliceert dat ze ook moeten plannen.




Ingezonden persbericht