CNV Onderwijs


29 oktober 2009

Hoe beoordeel je beleid?

Categorie: Nieuws medezeggenschap

Beleidsdocumenten, veel (g)mr-leden zijn er niet echt dol op. Taaie stof en tja, waar moet je op letten? De een leest het dan maar globaal door, de ander verliest zich in details. Beide methoden zijn niet echt effectief.

Waarom maakt het bestuur beleid?
Door de verregaande decentralisatie, ontstaat er bij iedere stichting of vereniging een noodzaak om na te denken over de toekomst ten aanzien van personeel, organisatie, onderwijs, huisvesting en financiën om niet voor onaangename verrassingen te komen te staan. De aanleiding om beleid te ontwikkelen of aan te passen kan diverse oorzaken hebben. Zo kunt u denken aan intrinsieke factoren als levensbeschouwing, waarden en normen, problemen binnen de organisatie of ontwikkeling of aanpassing van beleid om de schoolorganisatie steviger neer te zetten en daarmee de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Het kan ook zijn dat de ontwikkelingen in de maatschappij ertoe dwingen om beleid te ontwikkelen of aan te passen, zoals passend onderwijs of cao-bepalingen.

De input voor de gewenste veranderingen is altijd een analyse van de eigen organisatie. Strategisch beleid is de uitwerking van deze analyse. Je maakt hierbij altijd gebruik van een interne- en een externe analyse. Eigenlijk maak je een "foto" van de stichting of de vereniging, geplaatst in de omgeving en in de maatschappij en een gewenst "plaatje" van de stichting of vereniging over een aantal jaren. Om te komen van de huidige situatie naar de gewenste situatie, heb je een aantal maatregelen nodig. Deze maatregelen breng je in kaart in het strategisch beleidsplan. In dit strategisch beleidsplan wordt eerst een centrale doelstelling geformuleerd, waarna er allerlei subdoelen uitgewerkt worden, die bijdragen aan het te bereiken centrale doel. Wat vaak vergeten wordt, is het formuleren van criteria waar je mee meet wanneer je kan laten zien dat je de centrale doelstelling hebt gerealiseerd.

Daarom worden doelen vaak SMART geformuleerd:
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden

Bij beleidsvoorstellen wordt vaak ook nog een onderscheid gemaakt op macro-, meso- en micro-niveau en op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Soms lopen deze niveaus door de nota heen en worden ze niet helder beschreven. Als leidraad voor deze niveaus kun je gebruikmaken van de volgende omschrijvingen. Het is belangrijk dat alle niveaus beschreven zijn, om alle fasen van de invoering van het te realiseren beleid in kaart te brengen. Het beschrijven op de diverse niveaus kan er toe bijdragen dat het beleid ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt.

Soms wordt aan een beleidsnota een tijdpad toegevoegd of een stappenplan. Is er geen tijdpad toegevoegd, dan is het verstandig als gmr hierom altijd te vragen, zodat je de evaluatie van het beleidsplan op kunt nemen in de eigen meerjarenplanning.

In de WMS is in art. 8, lid 6 een vaste procedure voor een beleidsvoorstel opgenomen, namelijk:
Bij advies- en instemmingaanvragen moet een overzicht worden gegeven met:

- de beweegreden voor het voorstel;

- de gevolgen die het voorstel naar verwachting zal hebben voor personeel, ouders en leerlingen;

- en de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.

Dit zijn de kernvragen van de (g)mr. De antwoorden op deze vragen geven voor u de kern van de zaak waarop u uw mening moet baseren.

Het is heel handig dat de (g)mr vooraf criteria bedenkt waar een beleidsplan minimaal aan moet voldoen. Een mr van een school met veel concurrerende scholen in de omgeving kan als criterium hebben dat het onderwijs vernieuwend moet zijn. Dit criterium kan dan langs al het beleid gelegd worden: "leidt dit beleid direct of indirect tot vernieuwend onderwijs? " Een gmr kan als criterium hebben dat in het beleid minimaal helder moet zijn, of het beleid leidt tot taakverzwaring of juist taakverlichting voor het personeel.

Alle beleidsdocumenten worden, als het goed is, afgeleid van het strategisch beleid van de stichting of vereniging, daarna vertaalt dat beleid zich in concrete doelen en structuren (wie doet straks wat met welke verantwoordelijkheid). Daarna wordt het beleid geïmplementeerd op de scholen. Om inzicht te hebben in het beleid, moet de (g)mr die beleidslijn kunnen volgen van macro-, via meso- naar micro-niveau, zoals onderstaand als voorbeeld is afgedrukt.