Wageningen Universiteit en Researchcentrum

29 okt 2009
Nummer: R

Melkveehouders in Centraal- en Oost-Europa hebben de afgelopen tien jaar hun bedrijf kunnen verbeteren en uitbreiden met steun van westerse zuivelbedrijven. Bedrijven als Friesland Campina (NL), Meggle (D) en Danone (F) gaven advies en zachte leningen om de melkkwaliteit en veestapel in Polen, Slowakije, Roemenië en Bulgarije te verbeteren. Door deze 'verticale coördinatie' in de zuivelsector hebben de vaak kleine zuivelboertjes toegang gekregen tot lucratieve afzetmarkten, zoals supermarktketens. Dat stelt Liesbeth Dries van de groep Agrarische economie en plattelandsbeleid van Wageningen University (van Wageningen UR). Ze publiceert samen met collega's van de Katholieke Universiteit Leuven een artikel in het komende nummer van World Development.

Minder dan vijf koeien
De zuivelproductie in Slowakije, waar de landbouwbedrijven relatief groot zijn, is inmiddels vrijwel geheel in handen van internationale zuivelconcerns. Maar ook in Polen, Bulgarije en Roemenië, waar nog veel kleine boertjes met minder dan vijf koeien actief zijn, hebben West-Europese bedrijven regionale zuivelfabrieken overgenomen. Naast het vernieuwen van de fabriek hebben deze bedrijven geïnvesteerd in hun toeleveranciers.

Handen wassen
In zijn meest simpele vorm, zegt Dries, hebben we het dan over advies aan de boer om de handen te wassen voor het handmelken, zodat er geen bacteriën in de melk terechtkomen. Maar de zuivelverwerkers hebben ook koeien en koeltanks voor de iets grotere boeren gekocht. 'Ze hebben bijna de functie van een bank', zegt Dries. De melkveehouders konden de koeltank leasen of via melkleveranties aflossen. Voorts stuurden de zuivelbedrijven veeartsen langs om de boeren te adviseren over geneesmiddelengebruik. En ze gaven advies over veevoer en het bijvoederen van de koeien.

Nieuwe afzetmarkten
De steun was geen liefdadigheid, zegt Dries. De bedrijven stelden hiermee de toevoer van melk van voldoende kwaliteit zeker. Maar het leidde er ook toe dat de boeren hun bedrijf konden ontwikkelen tot een iets groter en moderner bedrijf. Ze concludeert dat de verwerkende industrie een grote rol heeft gespeeld bij de structurele verandering van de zuivelsector in Centraal- en Oost-Europa. De zuivelconcerns hebben ook voor nieuwe afzetmarkten gezorgd voor de boeren. Een deel van de productie gaat naar West-Europese landen, volgens Dries, maar de nieuwe markten zijn vooral in eigen land ontstaan. Westerse supermarktketens, ook op overnamepad, hebben nieuwe winkels geopend voor het welvarende deel van de bevolking. Via hun zuivelfabriek leveren de boeren nu producten met een hogere toegevoegde waarde aan supermarkten van Tesco, Carrefour en Ahold.
| Albert Sikkema

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het blad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@wur.nl.