Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2009Z19840

Datum 29 oktober 2009
Betreft Lijst van vragen

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid de heer E. Anker van uw Kamer over de berichten `Rechter veroordeelt subsidiestop' en `De Theatercompagnie krijgt gelijk van de rechter' uit de Volkskrant van 28 oktober 2009.

De vragen werden mij toegezonden met uw brief met kenmerk 2009Z19840.

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

a
na 1 van 3 Pagi





Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid de heer E. Anker van de Datum Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschap (ingezonden d.d. 28 november 2008, kenmerk 2009Z19840) Onze referentie DK/164990


1 Vraag: Heeft u kennisgenomen van de berichten `Rechter veroordeelt subsidiestop' en `De Theatercompagnie krijgt gelijk van de rechter' uit de Volkskrant van 28 oktober 2009?

Antwoord: Ja.


2 Vraag: Is de constatering van de directeur van het Fonds voor Podiumkunsten+ waar dat met de uitspraak van de rechtbank in Amsterdam het hele subsidiesysteem voor vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen
2009-2012 van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ op losse schroeven wordt gezet?

Antwoord: In het artikel `De Theatercompagnie krijgt gelijk van de rechter' staat dat George Lawson, directeur/bestuurder van het NFPK+ gezegd heeft dat dit een principiële zaak is omdat het hele subsidiesysteem hiermee op losse schroeven wordt gezet. Hij doelt hiermee niet zozeer op de gevolgen voor de vierjarige subsidieregeling van het NFPK+ maar op de gevolgen voor het subsidiesysteem in de kunstsector in het algemeen. De gevolgen voor de vierjarige subsidieregeling van het NFPK+ zullen naar verwachting beperkt zijn aangezien de advisering en besluitvorming zijn afgerond en er nog slechts een beperkt aantal beroepszaken loopt.


3 Vraag: Kunt u aangeven in hoeveel zaken er nog bezwaar-, beroep of hoger beroep loopt?

Antwoord: Op dit moment heeft het NFPK+ nog negen beroepszaken lopen tegen de besluiten in het kader van de vierjarige subsidieregeling. Twee van deze aanvragen (waaronder die van de Theatercompagnie) zijn behandeld door de adviescommissie theater, de andere zeven door andere adviescommissies van het fonds.


4 Vraag: Kunt u aangeven in hoeveel zaken een commissielid van het NFPK+ adviseerde over subsidieaanvragen terwijl hij zelf ook een subsidieaanvraag had ingediend?

Antwoord: In ieder geval was dit het geval voor alle 85 aanvragen die door de adviescommissie theater zijn behandeld. Het fonds heeft geen direct beeld in hoeverre dit voor de overige 202 aanvragen bij de andere adviescommissies speelt.


5 Vraag: Wat zijn de consequenties van deze uitspraak, indien deze in hoger beroep stand houdt, voor reeds toegekende en afgewezen subsidieaanvragen en wat zijn de daarmee samenhangende budgettaire risico's?

Antwoord: Zie ook het antwoord op vraag 2. Deze uitspraak zou mogelijk consequenties kunnen hebben voor die zaken waar nog beroep loopt en voor zover in die beroepszaken hetzelfde speelt. De eventuele budgettaire risico's

Pagina 2 van 3





zijn nog moeilijk te overzien maar al wel duidelijk is dat in het geval van de Datum Theatercompagnie zelf het budgettaire risico het grootst is.

Onze referentie
6 Vraag: Wat zijn de consequenties van deze uitspraak, indien deze in hoger DK/164990

beroep stand houdt, voor de toekomst in de Nederlandse kunstsubsidiering?

ntwoord: Ook als de uitspraak van de rechtbank Amsterdam door de ` A

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in stand wordt gehouden, kunnen de consequenties afhankelijk zijn van de specifieke overwegingen van de Afdeling. Ik acht het op dit moment niet zinvol daarop vooruit te lopen


7 Vraag: Is het mogelijk deze vragen te beantwoorden voor het wetgevingsoverleg over de OCW-begroting, onderdeel cultuur, op 2 november aanstaande?

Antwoord: Ja.

Pagina 3 van 3