Rechtbank Breda


Maximumtarieven bij aanbesteding huishoudelijke hulp niet onrechtmatig

Breda, 3 november 2009 - De kort gedingrechter van de rechtbank Breda heeft geoordeeld dat de maximum uurtarieven die tien West-Brabantse gemeenten hanteren bij de aanbesteding van huishoudelijke hulp niet onrechtmatig zijn. De gemeenten mogen doorgaan met de lopende aanbesteding van huishoudelijke hulp op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De vordering van thuiszorgorganisatie De Markenlanden is afgewezen, die van thuiszorgorganisatie Thebe niet-ontvankelijk verklaard.

De rechter vindt dat het programma van eisen voor de aanbesteding, waarin de maximumtarieven zijn opgenomen, met de nodige zorgvuldigheid tot stand is gekomen. Bij de vaststelling van de tarieven hebben de gemeenten gebruik gemaakt van een landelijk onderzoeksrapport over de kostenstructuur van huishoudelijke hulp en ook rekening gehouden met de geldende CAO voor de thuiszorg. Dat de gehanteerde maximumtarieven mogelijk niet voor alle aanbieders van huishoudelijke hulp kostendekkend zijn, maakt de tarieven volgens de rechter nog niet onredelijk of onzorgvuldig. Daarbij heeft De Markenlanden onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de huidige maximumtarieven niet reëel zijn. Het directe uurloon voor een huishoudelijke hulp blijft onder het maximumtarief, en op de overheadkosten kan De Markenlanden zelf invloed uitoefenen.
De rechter heeft thuiszorgorganisatie Thebe niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen. Thebe heeft geen belang meer bij die vorderingen nu zij niet heeft ingeschreven op de lopende aanbestedingsprocedure en dus geen aanspraak meer kan maken op gunning van de opdracht.
De Markenlanden had wel ingeschreven op de opdracht, maar voor hogere dan de maximumtarieven.

In dit kort geding waren negen West-Brabantse gemeenten gedagvaard: Etten-Leur, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Drimmelen, Halderberge, Roosendaal, Werkendam, Woudrichem en Zundert. Deze gemeenten hebben in augustus 2009 gezamenlijk een aanbestedingsprocedure opgestart voor de inkoop van huishoudelijke hulp voor de periode 2010-2012. Inwoners die bijvoorbeeld ziek of gehandicapt zijn kunnen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bij de gemeente een beroep doen op deze hulp. In het kort geding is tevens de dagvaarding tegen de gemeente Geertruidenberg behandeld. Deze gemeente heeft een soortgelijke aanbestedingsprocedure alleen georganiseerd.

Met maximumtarieven wordt bedoeld het bedrag dat de gemeenten maximaal willen betalen voor een uur thuiszorg. Als een zorginstelling inschrijft voor een bedrag hoger dan het maximumtarief, is de inschrijving ongeldig en doet die instelling niet meer mee in de aanbestedingsprocedure.

LJ Nummers

BK1799
BK1802
BK1804
Zie het origineel


Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 3 november 2009