Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

2009Z20201/2009D53321

Datum 3 november 2009

Betreft Q-koorts

Geachte Voorzitter,

U heeft verzocht om informatie over Q-koorts naar aanleiding van de uitzending van NOVA op 30 oktober jl. U vraagt specifiek om:


1) Een reactie op de uitspraken van de heer Coutinho van het RIVM in de uitzending van NOVA op 30 oktober jl.

2) Toelichting op het toepassen van hygiëneprotocollen met name op het terrein van controle, toezicht en handhaving.

3) Toelichting op de criteria om bedrijven besmet te verklaren.
4) Het aantal onderzoeken dat loopt naar de relatie tussen (besmette) geiten- bedrijven en risico's voor de volksgezondheid.
5) Een reactie op het voorstel om gemeenten en provincies tot nader order geen vergunningen te laten verlenen.

Hieronder ga ik mede namens mijn collega van VWS in op de verschillende onderwerpen.

Reactie op de uitspraken van de heer Coutinho
In augustus hebben wij uw Kamer geïnformeerd over Q-koorts (TK 28286, nr. 314). Daarbij hebben wij een overzicht gegeven van de stand van zaken, het lopende onderzoek en hebben wij ons voornemen gemeld om een aantal nieuwe maatregelen in te voeren. In deze brief is ook de nieuwe test in tankmelk aangekondigd, waarbij we hebben aangegeven dat de verwachting was dat 30 procent van de bedrijven Coxiella burnetii in de tankmelk zou hebben. De aantallen die in NOVA door de Gezondheidsdienst voor Dieren werden genoemd, vallen binnen deze verwachting. De resultaten van de Gezondheidsdienst voor Dieren moeten nog worden bevestigd door het Centraal Veterinair Instituut. Deze resultaten zullen over enkele weken beschikbaar zijn.

Bij het beschikbaar komen van een gevalideerde laboratoriumtest voor het onderzoek van tankmelk, hebben wij het beleid aangepast en zijn overgegaan op het onderzoek van alle melkleverende bedrijven. Daarmee is een veel fijnmaziger methode ingevoerd die ook licht besmette bedrijven in beeld brengt.

Ik verwijs u hiervoor ook naar de uitleg, gegeven in onze brief aan uw Kamer van

28 augustus jl. (TK 28286, nr. 314).

In NOVA heeft de directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het

RIVM aangegeven dat de Q-koorts uitbraak zorgelijk is. Wij hebben eerder onze zorgen aangegeven tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 1 oktober jl. Het is mede daarom dat wij de heer Coutinho hebben gevraagd om een deskundigenoverleg bij elkaar te roepen om op basis van de onderzoeksresultaten die dit jaar beschikbaar zijn gekomen en het verloop van de epidemie in 2009 een aantal aanvullende bestrijdingsmaatregelen te vergelijken. Hiernaar heeft de heer Coutinho ook verwezen in de NOVA-uitzending. Wij verwachten dat dit deskundigenoverleg een uitspraak doet over de mate waarin de verschillende bestrijdingsstrategieën effect zullen hebben op het verloop van de epidemie, met name in 2010. Daarbij dienen de deskundigen de effecten in aanmerking te nemen die verwacht mogen worden van de reeds genomen maatregelen, zoals hygiëne- en mestmaatregelen, de transportbeperkingen en de grootschalige vaccinatiecampagne van melkschapen- en melkgeiten. Voorts zullen zij rekening moeten houden met het gegeven dat de bacterie wijdverspreid voorkomt in het milieu en ook bij andere diersoorten.
Als scenario's worden genoemd:

a) Het verplaatsen van melkgeiten- en melkschapenbedrijven uit woonkernen. b) Het doden van alle melkgeiten en melkschapen op en ontsmetten van besmette melkgeiten- en melkschapenbedrijven. c) Het ruimen van alleen besmette dieren op besmette melkgeiten- en melkschapenbedrijven.
d) Het ruimen van alle melkschapen en melkgeiten op bedrijven die binnen een straal van 5 kilometer van een woongebied of recreatiegebied zijn gelegen. e) Een dekverbod, al dan niet in combinatie met duurmelken op positieve bedrijven.
f) Beperken van verwaaiing: het dichtmaken van besmette bedrijven met windbreekgaas.
g) Voorkomen van verwaaiing: het volledig winddicht maken van besmette bedrijven.

Het in kaart brengen van de te verwachten effecten van genoemde maatregelen op de epidemie is de eerste stap. Het uitvoeren van bovenstaande strategieën vergt een weloverwogen keuze, mede gezien alle onbekendheid over Coxiella burnetii. Wij zullen daarom naast de aspecten van volksgezondheid ook naar de juridische en maatschappelijke aspecten laten kijken. Op basis hiervan zullen wij afwegen welke scenario's daadwerkelijk geïmplementeerd kunnen worden in Nederland en op welke termijn. Wij zullen daarbij ook de voorstellen meewegen die de sector zelf ontwikkelt aangaande het Q-koorts vrij maken van positieve bedrijven.
Wij zullen uw Kamer zo snel mogelijk informeren over onze beleidsvoornemens.

De verwachting is dat in februari weer nieuwe ziektegevallen zullen worden gemeld. Wij gebruiken deze weken om zoveel mogelijk voorbereidingen te treffen voor 2010 en verder.

Pagina 2 van 4

Zo hebben wij in het Algemeen Overleg toegezegd om u voor het eind dit jaar te Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid informeren over de communicatiestrategie die wij willen inzetten om omwonenden Cluster Dier van positieve bedrijven, recreanten en bestuurders in de regio adequaat te informeren.
Datum 3 november 2009 Hygiënemaatregelen Onze referentie In afwachting van de resultaten van het lopende onderzoek naar de mogelijk- VDC 09.2247/HD heden voor het verwerken van mest blijft voor besmette bedrijven het reeds bestaande hygiënepakket gelden. Dit houdt in dat vanaf het begin van de lammerperiode tot 30 dagen daarna niet mag worden uitgemest. In aanvulling daarop moet de mest gedurende 90 dagen afgedekt worden bewaard op het bedrijf. Hierna mag de mest worden uitgereden op het land. Voor vrije bedrijven gelden geen mest- en hygiënemaatregelen.
De afgelopen tijd heeft de AID toegezien op de naleving van deze regels. Daarbij is geconstateerd dat de nodige voorzieningen zijn getroffen en dat de regels over het algemeen goed worden nageleefd.

Criteria besmetverklaring
Zoals ik eerder in deze brief heb aangegeven, is het zogenaamde 5% criterium om een bedrijf besmet te verklaren vervangen door een verfijndere methode van besmetverklaring op grond van een positief tankmelkonderzoek. Als gevolg van deze wijziging zal het aantal besmet verklaarde bedrijven naar verwachting aanzienlijk toenemen, omdat nu ook licht besmette bedrijven in de positieve categorie gaan vallen. Deze grotere groep bedrijven krijgt te maken met maatregelen die verder aangescherpt zijn, zoals uiteengezet in onze brief van 28 augustus 2009 (TK 28 286, nr. 314).

Onderzoek naar Q-koorts
In augustus stuurden wij u als bijlage bij de brief ook een overzicht van het lopende onderzoek, gemaakt door het RIVM. Er lopen nu 31 onderzoeken naar Q-koorts. Op de website van het Centrum Infectieziektebestrijding staat een overzicht van de lopende onderzoeken1. Er zijn ondertussen ook nieuwe onderzoeksvoorstellen ingediend. Momenteel wordt met ZonMW een werkwijze vormgegeven om de diverse onderzoeksvoorstellen te beoordelen op kwaliteit en te prioriteren voor financiering binnen een van te voren vastgesteld budget. Wij zullen uw Kamer hierover informeren.

Vergunningverlening aan besmette bedrijven
In het Algemeen Overleg d.d. 1 oktober jl. heb ik aangegeven dat ik met de sector, gemeenten en provincies in overleg zou treden om te bezien hoe met vergunningverlening rond nieuwbouw of uitbreiding wordt omgegaan.


1 http://rivm.nl/cib/themas/Q-koorts/Q-koorts_onderzoek.jsp

Pagina 3 van 4

Deze overleggen zijn gaande. U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd, Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid doch uiterlijk vóór het kerstreces. Cluster Dier

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
Datum VOEDSELKWALITEIT, 3 november 2009 Onze referentie VDC 09.2247/HD

G. Verburg

Pagina 4 van 4


---- --