Datum 3 november 2009 -
Onderwerp Kamervragen
-
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die het lid De Mos heeft gesteld over de acties
van luchtvaartpersoneel over vlieg- en rusttijden.
1. Bent u bekend met het bericht "Jetlag nekt piloten"?
1. Ja.
2. Bent u zich bewust van de levensbedreigende risico's die het oververmoeid
vliegen door piloten met zich meebrengen? Zo ja, wilt u dan direct met alle
betrokkenen in overleg treden om levensbedreigende situaties in het Europese
luchtruim te voorkomen?
2. Ik ben mij bewust van de risico's die gepaard kunnen gaan met
oververmoeidheid van piloten. Daarom wordt internationaal, via de standaarden
van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO), vereist dat landen
regels opstellen die beperkingen opleggen aan vliegtijden en vliegdiensttijden van
cockpitbemanningen. In Nederland zijn de werk- en rusttijden op Europees niveau
geregeld (subdeel Q, Flight Time Limitations, van bijlage III bij Verordening (EEG)
3922/91(EU-OPS)). Deze regels zijn op 16 juli 2008 in werking getreden. In dit
subdeel zijn enkele elementen open gelaten (`witte vlekken') die door de nationale
autoriteiten ingevuld moeten worden. In Nederland is dat gedaan in de "Regeling
werk- en rusttijden luchtvaart".
Ik ben van mening dat de huidige regelingen voldoende waarborgen bieden om
oververmoeidheid te vermijden. Dat laat onverlet dat de regelingen op het gebied
van werk- en rusttijden continu in ontwikkeling zijn, waarbij consequent rekening
gehouden wordt met de nieuwste inzichten. Nederland draagt bij aan de
ontwikkeling van deze regelingen, zowel binnen Europa als op internationaal
niveau.
3. Kunt u garanderen dat alle maatschappijen die af en aan op Schiphol vliegen
voldoen aan de wettelijke vlieg- en rusttijden? Zo neen, waarom niet?
3. De maatschappijen die op Schiphol vliegen voldoen in beginsel aan de
internationale basiseisen op het gebied van werk- en rusttijden. Door ICAO is
a
agina 1 van 2
P
voorgeschreven dat lidstaten maximum werktijden op moeten stellen, met als
Datum
doel het borgen van de veiligheid van de vluchtuitvoering. In Europa is hier
nadere invulling aan gegeven (zie het antwoord op vraag 2). Landen buiten Ons kenmerk
Europa hebben hun eigen regels met betrekking tot werk- en rusttijden, waarbij VenW/DGLM-2009/4353
er verschillen met de Europese regels zijn. De werk- en rusttijden van op
Nederland vliegende luchtvaartmaatschappijen worden bepaald door de
regelgeving van het land van herkomst/registratie en worden door de autoriteiten
van het land van herkomst gehandhaafd. Daarnaast worden de werk- en
rusttijden bij de uitvoering van SAFA platform inspecties (Safety Assessment of
Foreign Aircraft, inspecties van bezoekende vliegtuigen door inspecteurs van de
IVW) gecontroleerd. Tijdens deze inspecties wordt nagegaan of de bemanning
voldoet aan de werk- en rusttijden van het desbetreffende land. Zo niet, dan kan
een startverbod opgelegd worden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 2 van 2
Ministerie van Verkeer en Waterstaat