Meer aandacht voor privacybescherming burgers Veiligheid van de burger en
persoonlijke levenssfeer scherper in beeld
Persbericht | 04-11-2009
Burgers mogen erop vertrouwen dat zorgvuldig hebben altijd recht op
een correcte omgang met hun persoonsgegevens als deze worden
verwerkt.met hun persoonsgegevens wordt omgegaan. Tegelijk mogen zij
erop rekenen dat overheidsinstanties informatie met elkaar delen als
dat voor de bescherming van hun veiligheid noodzakelijk is.Het kabinet
benadrukt echter dat bij criminaliteitsbestrijding
gegevensuitwisseling juist noodzakelijk kan zijn. Dat schrijven de
ministers Hirsch Ballin van Justitie en Ter Horst van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinetsstandpunt op het advies
van de privacycommissie Brouwer-Korf en de evaluatie van de Wet
bescherming persoonsgegevens.
Het kabinet kiest voor een tweevoudige bescherming: zowel de
veiligheid van de burger als zijn persoonlijke levenssfeer dient te
worden beschermd. Instanties die persoonsgegevens gaan gebruiken,
moeten vooraf bepalen welke gegevens ze nodig hebben, en met welk
doel. eEnn zij moeten dit ook duidelijk maken aan de burger. Het
toezicht op de naleving van de wet wordt aangescherpt.De ministerraad
heeft vandaag ingestemd met het kabinetsstandpunt op het advies van de
privacycommissie Brouwer-Korf en de evaluatie van de Wet bescherming
persoonsgegevens.
Het standpunt, opgesteld door de ministers Hirsch Ballin van Justitie
en Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt dat
de burger altijd recht heeft op een correcte omgang met zijn
persoonsgegevens als deze worden verwerkt. Instanties die
persoonsgegevens gaan gebruiken moeten vooraf bepalen welke gegevens
ze nodig hebben, met welk doel en moeten dit ook duidelijk maken aan
de burger. Het toezicht op de naleving van de wet wordt aangescherpt.
Het delen van reeds beschikbare gegevens tussen overheidsinstanties
wordt verder gestimuleerd ten behoeve van de veiligheid en de
hulpverlening.
Het kabinet benadrukt dat in het kader van de bestrijding van
criminaliteit gegevensuitwisseling noodzakelijk kan zijn.
Het kabinet onderschrijft de grondslag: "indien noodzakelijk voor de
veiligheid, moet je delen". Het delen van reeds beschikbare gegevens
tussen overheidsinstanties wordt verder gestimuleerd ten behoeve van
de veiligheid en de hulpverlening.
Hiermee wordt een krachtig signaal afgegeven naar de praktijk. Als
duidelijk is dat de veiligheid van individuen concreet wordt bedreigd
en het delen van persoonsgegevens dat risico kan wegnemen, móeten
persoonsgegevens uitgewisseld worden. Om ervoor te zorgen dat dit op
een correcte manier gebeurt, kunnen waarborgen worden ingebouwd.
Daarbij kan gedacht worden aan het beperken van de toegang
totUiteraard behoren daar dezelfde uitgangspunten te gelden voor wat
betreft doel van de koppeling en een optimale bescherming.
gegevensbestanden, het versleutelen van gegevens en aan het
automatisch opschonen van gegevens.
Een goed voorbeeld van het nut van het koppelen van bestanden is de
Automatic Number Plate Recognition (ANPR) waarbij camera's op de
openbare weg de kentekens van auto's registreren en deze automatisch
vergelijken met bestanden van bijv. openstaande boetes of belastingen.
Samenwerking tussen politie en andere overheidsdiensten bij ANPR
verloopt aldus veel efficiënter en levert veel meer geld op. ANPR
biedt verder de politie belangrijke informatie ten behoeve van
opsporingsonderzoeken, bijvoorbeeld als men op zoek is naar een
vluchtende verdachte. De politie kan bij de opsporing betere
resultaten boeken als men ook enige tijd "terug kan kijken". Het is de
ambitie van het kabinet om de verdere ontwikkeling van ANPR mogelijk
te maken binnen duidelijke regels. Daarvoor wordt aanvullende
wetgeving voorbereid. Tot die tijd voldoet een vast te stellen
beleidskader.
Voor het bieden van ondersteuning aan professionals bij het nemen van
beslissingen over wanneer en op welke wijze persoonsgegevens
uitgewisseld kunnen worden, wordt een helpdesk ingericht. Deze
helpdesk neemt de maatschappelijk adviestaak over die op dit moment
door het College bescherming persoonsgegevens wordt vervuld. Het Cbp
kan zich daardoor meer toeleggen op de handhaving. De
sanctiemogelijkheden voor deze toezichthouder worden uitgebreid met de
bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke boetes.
Om de positie van de burger beter te beschermen moet de burger door
overheidsinstellingen en bedrijven die zijn gegevens verwerken, beter
worden geïnformeerd over die verwerkingen. Zo moet de burger duidelijk
zijn voor welk doel en op welke wijze de gegevens worden gebruikt. Ook
moet de burger op eenvoudige wijze inzage hebben in zijn gegevens en
moet er een mogelijkheid zijn om een klacht in te dienen.
Verplichtingen van overheidsinstellingen en bedrijven om
persoonsgegevens te beveiligen zullen worden aangescherpt.
Tegelijk wil het kabinet bereiken dat administratieve lasten van
bedrijven en burgers bij de uitvoering van de wet zo veel als mogelijk
is worden teruggedrongen. Bedrijven die een kwalitatief goed beleid
voeren op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens kunnen
worden bevrijd van bestaande administratieve lasten.
Het kabinet wil een robuust extern toezicht op de naleving. Om die
reden krijgt het College bescherming persoonsgegevens meer
mogelijkheden om bestuurlijke boetes op te leggen.
Meer informatie
* Kabinetsstandpunt advies Commissie Brouwer-Korf en evaluatie van
de Wet bescherming persoonsgegevensBrief / circulaire /
beleidsregels | 04-11-2009 | pdf-document, 0.20 MB
Zie het origineel
Ministerie van Justitie