Partij voor de Vrijheid (PVV)
Inbreng plenair debat Europese Top
woensdag 04 november 2009
Inbreng Raymond de Roon (PVV) bij het plenair debat met de
minister-president en de staatssecretaris voor Europese Zaken op 3 nov
2009 n.a.v. de Europese top van 29/30 oktober 2009:
Inmiddels is gebleken, dat tijdens de Europese Top van vorige week, de
eisen van president Klaus van de Tsjechische republiek zijn
ingewilligd door de overige Europese leiders.
President Klaus is voor de belangen van zijn land opgekomen, om te
voorkomen dat zijn land nog zou kunnen worden geconfronteerd met oude
financiële claims uit een ver verleden. Dat hij voor deze Tsjechische
landsbelangen opkwam, is alleszins begrijpelijk. Dat hij de moed
heeft opgebracht om dit, tegen alle druk uit binnen- en buitenland in
te doen en ook vast te houden aan de verdediging van Tsjechische
belangen, dwingt respect af. Klaus is in ieder geval een president met
moed en heeft, dankzij die moed en volharding, ook succes
binnengehaald voor zijn land. Chapeau, president Klaus.
Dergelijke moed heeft volledig ontbroken bij het optreden van onze
regering in Europa. In het bijzonder doel ik dan op het optreden
m.b.t. het verdrag van Lissabon. Had onze minister-president maar een
beetje van die Klaus-moed gehad, dan had hij bij voorbeeld kunnen
bedingen, dat de Nederlandse financiële afdracht aan Europa fors
omlaag moet. Wat mijn fractie betreft een flink stuk omlaag van de
EUR 6 miljard (netto) die we nu jaarlijks aan de EU afdragen. De
Nederlandse burger betaalt aan de EU nog altijd 2x zoveel als een
Fransman of een Duitser. Dat had al lang moeten stoppen.
Maar de minister-president heeft zich opgesteld als het beste jongetje
van de Europese klas. Hij struikelde zowat over zijn ijver om
Nederland, zonder de bevolking te willen raadplegen, en zonder verder
problemen te maken, de Europese Grondwet, die de minister-president
liever aanduidt als het Lissabon-verdrag, binnen te loodsen. En dat
terwijl een groot deel van de bevolking, een meerderheid, juist wel
daarover geraadpleegd wilde worden. De minister-president heeft dat
politieke spelletje wel gespeeld met veel behendigheid, met veel
politieke listigheid. Dat moet ik hem nageven.
Had hij maar een deel van die behendigheid en listigheid aangewend, om
er voor Nederland meer uit te slepen. Zoals een lagere financiële
afdracht. Dan zou de Nederlandse belastingbetaler er ook nog wat aan
hebben gehad. Maar nee, niets van dat alles, de minister-president
betaalt liever het volle pond - en naar de mening van de PVV veel te
veel - voor Europa. Lekker makkelijk uit de zak van de
belastingbetaler.
Vergeleken bij president Klaus, is onze minister-president een
Europa-dhimmi. Hij buigt liever voor de wensen van de eurofielen, die
streven naar een supranationale staat Europa. Het Lissabonverdrag is
de volgende stap daarnaartoe, en die stap gaat nu ook binnenkort gezet
worden. En dat is ook de conclusie, die ik trek over het feit dat de
europese regeringsleiders de eisen van president Klaus zonder slag of
stoot hebben ingewilligd: er was hen, en in het bijzonder onze
minister-president, heel veel, zo niet alles, aan gelegen om dat
Lissabonverdrag nu snel in werking te kunnen laten treden.
En zo heeft de minister-president, voor zichzelf de weg geplaveid naar
een mooie Europese topjob. En als de minister-president vertrekt naar
Europa, als hij de eerste europese president wordt, dan zegt de
PVV-fractie: laat hem maar gaan. Laat hem maar mooi gaan.
Het zal een zegen voor Nederland zijn als deze minister-president
vertrekt, vooral als dat wordt gevolgd door nieuwe verkiezingen. En
die moeten er dan natuurlijk komen!
Maar voor de minister-president vertrekt, en trouwens ook als hij toch
niet vertrekt en hij wat langer blijft plakken in het regeringsvak in
de Tweede Kamer, wil ik hem vragen om, nu het er naar uit ziet dat het
Lissabonverdrag in werking zal gaan treden, toch nog iets pósitiefs
voor Nederland te doen. Ik ga de minister-president namelijk vragen
om iets toe te willen zeggen over de Nederlandse opstelling m.b.t. de
besluitvorming over het meerjarig financieel kader.
Krachtens art 312 van de geconsolideerde versie van het
Lissabonverdrag, stelt de Raad de verordening tot bepaling van het
meerjarig financieel kader vast met eenparigheid van stemmen. Die
eenparigheid van stemmen, als het gaat om de manier waarop met geld
van de belastingbetaler wordt omgegaan door de EU, is voor mijn
fractie belangrijk. Maar, zo lees ik in het tweede lid van art 312, de
Raad kan een besluit vaststellen op grond waarvan de Raad met
gekwalificeerde meerderheid van stemmen kan besluiten bij de
vaststelling van de verordening tot bepaling van het meerjarig
financieel kader.
Wil de minister-president toezeggen, dat de Nederlandse regering nooit
accoord zal gaan met een besluitvorming bij gekwalificeerde
meerderheid op dit punt?
Dan de manier waarop de toezegging van de europese leiders aan
president Klaus, gestalte zal krijgen.
Klaus heeft zelf die door hem gewenste toezegging expliciet verbonden
aan ratificatie van het Lissabonverdrag. Klaus vreesde namelijk, dat
het Lissabonverdrag kan leiden tot voor Tsjechië ongewenste gevolgen.
Dan is het toch logisch dat zo'n toezegging dan ook wordt gedaan in
het kader van de besluitvorming over het Lissabonverdrag.
Maar de europese regeringsleiders vermeden zorgvuldig om dat
expliciete verband ook over te nemen in hun besluitvorming.
Want de opt-out (uitzonderingspositie) voor Tsjechië wordt helemaal
niet gekoppeld aan het Lissabonverdrag maar aan het verdrag waarbij
(vermoedelijk) Kroatië zal toetreden tot de EU. Als de inwilliging van
de eisen van president Klaus wel aan het Lissabonverdrag zou zijn
gekoppeld, dan zou een nieuwe ratificatieronde voor dat verdrag
noodzakelijk zijn.
Maar dat wilden de europese regeringsleiders niet en door de
inwilliging van de eisen van Klaus te verbinden aan het
toetredingsverdrag voor Kroatië, wordt ons parlement de mogelijkheid
onthouden om zich uit te spreken over het het pakket van
"Lissabonverdrag + uitzonderingspositie voor Tsjechië" .
Wat er in feite politiek gezien (die koppeling tussen Lissabonverdrag
en uitzonderingspositie voor Tsjechië) wel is, wordt met een
juridische truc doorbroken.
Daarmee wordt het Nederlands parlement volledig buiten spel gezet.
Ondemocratischer kan het niet.
Ik heb vorige week (in het debat over de Benelux) al geconstateerd dat
voor wat betreft de CDA-minister van Buitenlandse Zaken, Maxime
Verhagen, de letter "D" die staat voor "democratisch" in de afkorting
CDA, wel kan worden weggedacht.
Vandaag kom ik tot de slotsom dat hetzelfde geldt voor onze
minister-president. En die moet dan wellicht de komende 2 ½ jaar aan
het roer van de EU staan ?
Het verbaast mij niet, mijnheer Balkenende, als ze u daar in Brussel
binnenkort welkom heten.