Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z19438
Datum 4 november 2009
Betreft Vragen van het lid van Dijk (SP) over de weigering van een leerling in
een gymnasiumklas vanwege een tekort aan budget
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid van Dijk (SP) van uw Kamer
over de weigering van een leerling in een gymnasiumklas vanwege een tekort aan
budget.
De vragen werden mij toegezonden bij uw brief met kenmerk 2009Z19438.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Pagina 1 van 3
Pagina 1 van 3
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de
minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de weigering van een leerling in
een gymnasiumklas vanwege een tekort aan budget. (Ingezonden 22 oktober 2009,
kenmerk 2009Z19438)
1
Vraag: Wat is uw reactie op het feit dat een school een leerling weigert in een
gymnasiumklas te plaatsen, omdat "de bekostiging van de scholen niet meer volledig
door de overheid zal gebeuren"?1
Antwoord: Volgens artikel 27 van de Wet op het Voortgezet onderwijs (W.V.O.) en
het daarop gebaseerde artikel 2 van het Inrichtingsbesluit W.V.O. is de beslissing
over de toelating van leerlingen een zaak van het bevoegd gezag. Dit geldt eveneens
voor de toelating tot het tweede leerjaar. Ook het bepalen van het aantal klassen en
de klassengrootte is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. De bewering
dat `de bekostiging van de scholen niet meer volledig door de overheid zal gebeuren'
herken ik zeker niet. Er is in het afgelopen jaar niet op de bekostiging gekort. In
tegendeel de begroting voor het voortgezet onderwijs voor personele en materiële
bekostiging is in 2009 met 4,5% gegroeid ten opzichte van 2008. Scholen worden
bekostigd op basis van het aantal leerlingen dat op 1 oktober op de school staat
ingeschreven. Dat wil zeggen dat het aantal ingeschreven leerlingen op 1 oktober in
jaar t de grondslag vormt voor de bekostiging vanaf 1 januari in jaar t+1. De school
ontvangt dus bekostiging voor alle leerlingen die op 1 oktober staan ingeschreven.
2
Vraag: Is het toegestaan dat een school als voorwaarde stelt dat het plaatsen van
een leerling "niet mag leiden tot extra klassen", omdat dit de school ongeveer
100.000 euro extra per jaar kost?
Antwoord: Zie mijn antwoord op vraag 1.
3
Vraag: Hoe oordeelt u over de uitspraak van de rector dat dit jaar 1,5% door de
school zelf moet worden bekostigd en volgend jaar circa 7%?
Antwoord: De door de rector genoemde percentages zijn mij niet bekend. De
bekostiging voor 2009 is intact gebleven alsook de aanvullende bekostiging ten
behoeve van het Convenant Leerkracht van Nederland. Zie ook mijn antwoord op
vraag 1.
4
Vraag: Heeft de school onvoldoende budget voor nieuwe "verplichtingen" zoals een
extra gymnasiumklas, omdat de school genoodzaakt is om de afspraken van het
Actieplan Leerkracht uit eigen middelen te betalen?
Antwoord: Nee, de kosten die gemoeid zijn met de beloningsmaatregelen uit het
Convenant Leerkracht (zoals inkorten carrièrelijnen, het versterken van de
functiemix) worden volledig door mij vergoed. Structureel komt het beschikbare
budget overeen met de te realiseren maatregelen en doelstellingen. Net als met de
1 Brief van rector aan ouder en e-mail van ouder, onderhands aan bewindspersoon gezonden
Pagina 2 van 3
lumpsum kan het budget van een individuele school tijdelijk iets hoger dan wel lager
uitvallen dan de werkelijke kosten, afhankelijk van de samenstelling van het
personeelsbestand van een individuele school.
5
Vraag: Indien het Actieplan Leerkracht daadwerkelijk zelf wordt bekostigd door de
scholen, hoe kunt u dan volhouden dat u dit "volledig vergoed", zoals u zegt in
antwoord op mijn eerdere vragen?2
Antwoord: Zie mijn antwoord op vraag 4. Scholen ontvangen aanvullende
bekostiging voor de in het Convenant Leerkracht afgesproken maatregelen. Zoals ik
ook in antwoord op uw eerdere vragen heb geantwoord, deze aanvullende
bekostiging is kostendekkend.
6
Vraag: Deelt u de mening dat leerlingen geen slachtoffer mogen worden van
gemaakte afspraken tussen sociale partners, scholen en u zelf? Zo ja, hoe gaat u
ervoor zorgen dat deze leerling alsnog in de gewenste gymnasiumklas terecht komt?
Antwoord: Het beeld dat u schetst dat leerlingen slachtoffer zijn als gevolg van
afspraken tussen sociale partners, scholen en het Ministerie van OCW in het kader
van het Actieplan Leerkracht van Nederland, deel ik niet.
7
Vraag: Deelt u de mening dat het Actieplan Leerkracht er niet toe mag leiden dat
scholen er financieel op achteruit gaan of dat scholen dientengevolge een hogere
ouderbijdrage vragen?
Antwoord: Hoofddoel van het Actieplan en het Convenant Leerkracht is het
verbeteren van de aantrekkelijkheid van het leraarsberoep, onder andere door het
verbeteren van de beloning van leraren. Scholen ontvangen hiertoe aanvullende
bekostiging in die mate, dat de meerkosten die met deze maatregelen gepaard gaan
volledig gedekt kunnen worden. Deze convenantsafspraken kunnen dan ook geen
reden zijn voor scholen om de ouderbijdrage te verhogen.
8
Vraag: Bent u bereid te inventariseren of ook andere scholen te maken hebben met
dit soort problemen waardoor leerlingen niet het optimale onderwijs krijgen? Zo nee,
waarom neemt u geen verantwoordelijkheid voor deze problematiek?
Antwoord: Nee, ik zie daar geen reden voor. Nogmaals, ik herken de door de rector
genoemde percentages niet en er is geen sprake van een korting op de bekostiging.
Ook zie ik geen verband met het Actieplan Leerkracht; de tripartiet gemaakte
afspraken en de daarbij behorende bekostiging zijn dekkend.
2 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 1965
Pagina 3 van 3