Brief aan Tweede Kamer over Heroverwegingen
Kamerstuk | 04-11-2009
In antwoord op het verzoek van Tweede Kamerlid Pechtold (D66) gaat de
minister-president in op de voorbereiding van de brede
heroverwegingen, de betrokken terreinen, en de regie over de brede
heroverwegingen.
Graag ga ik mede namens de beide vice-premiers in op de vraag van het
lid Pechtold naar de stand van de voorbereiding van de brede
heroverwegingen, de terreinen die hierin zijn betrokken en de wijze
waarop wij invulling geven aan de regie over de brede heroverwegingen.
De uitvoering van de brede heroverwegingen
De 19 werkgroepen die de brede heroverwegingen uitvoeren zijn eind
september officieel van start gegaan. De komende maanden zijn de
werkgroepen aan de slag op basis van de taakopdrachten die het
kabinet hen heeft meegegeven.
Fundamentele keuzes moeten fundamenteel voorbereid worden. Van de ruim
200 miljard euro aan uitgaven in de collectieve sector wordt 160
miljard euro onderworpen aan heroverweging. De heroverweging heeft
een ambitieus tijdpad, en alles moet op alles worden gezet om op tijd
klaar te zijn.
Gestart is met het analyseren van diverse beleidthema's en
inventariseren van ideeën. Vervolgens zullen de werkgroepen werken aan
concrete beleidsalternatieven op hoofdlijnen voor de toekomst. Dat
moet leiden tot een ruim aanbod van besparingsmogelijkheden zodat de
politiek later kan kiezen.
De bronnen die de werkgroepen kunnen benutten bij de ontwikkeling van
beleidsvarianten zijn divers. Gedacht kan worden aan wetenschappelijke
literatuur, buitenlandse ervaringen, denktanks, beleidsmakers en het
publieke en politieke debat. Zo zijn de tijdens de Algemene Politieke
Beschouwingen door uw Kamer aangedragen suggesties - zoals toegezegd -
meegegeven aan de werkgroepen. Hetzelfde geldt voor de ideeën die
voortvloeien uit de ingediende tegenbegrotingen. Benadrukt zij dat -
zoals in de ministerraad is afgesproken - de werkgroepen opereren
zonder politieke last. Wel kunnen bewindspersonen de werkgroepen die
actief zijn op hun beleidsveld verplichten over bepaalde varianten te
rapporteren, maar mogen varianten vanuit de werkgroepen niet
blokkeren. De minister-president en de beide vice-premiers kunnen ook
varianten aandragen waarover verplicht moet worden gerapporteerd.
De werkgroepen zullen in het begin van het tweede kwartaal van 2010
hun werkzaamheden afronden, nadat de minister-president en de beide
vice-premiers hebben vastgesteld dat de werkgroepen aan de
taakopdrachten hebben voldaan.
De terreinen die in de brede heroverwegingen zijn betrokken
Het kabinet heeft tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen en de
Algemene Financiële Beschouwing met de Kamer van gedachten gewisseld
over de brede heroverwegingen. De ideeën die toen naar voren zijn
gekomen, konden aan de werkgroepen worden meegegeven.
Het kabinet heeft budgettair belangrijke thema's geselecteerd die het
gehele palet aan terreinen bestrijken waarop de overheid beleid
voert.
Uitgangspunt bij de selectie van thema's was dat het totale palet aan
heroverwegingen zo breed en zo omvangrijk mogelijk is, zodat voldoende
afwegingsmogelijkheden beschikbaar komen. Uit de taakopdrachten blijkt
welke regelingen onder de thema's vallen.
Het kabinet beoogt bij de brede heroverwegingsoperatie niet om
onderdelen bij voorbaat uit te zonderen van besparingen. Zoals ook uit
de taakopdrachten blijkt, is geen sprake van een uitputtende lijst van
regelingen. De mogelijkheid is nadrukkelijk aanwezig om regelingen in
de heroverwegingen te betrekken die niet in de taakopdracht zijn
genoemd.
Hoewel sprake is van een brede selectie, is de lijst van thema's niet
uitputtend. Zo liggen thema's met een kleiner budgettair beslag minder
voor de hand, omdat het ook qua ambtelijke capaciteit niet doenlijk is
alles in het komende half jaar te heroverwegen. Het is belangrijk de
aandacht te richten op thema's waarvan duidelijk is dat besparingen
alleen maar kunnen worden gerealiseerd door het beleid anders vorm te
geven. Afgezien van de onmogelijkheid om alles te onderzoeken en te
heroverwegen, is het dus ook niet altijd nodig om eerst een
heroverweging te doen alvorens tot besparingen te komen. Dit betekent
dat in de finale besluitvorming ook besparingen kunnen en zullen
worden gevonden buiten de onderwerpen die in de heroverweging aan de
orde komen. Onderwerpen die niet aan de orde komen in de
taakopdrachten van de brede heroverwegingen zijn met andere woorden
niet gevrijwaard van ombuigingen.
De regie over de uitvoering van de heroverwegingen
In het voorgaande kwam de regierol van de minister-president en de
beide vicepremiers reeds naar voren. Namens het kabinet zijn de
minister-president en de beide vice-ministerpresidenten
verantwoordelijk voor de brede heroverwegingen. Zij zorgen er voor dat
de werkgroepen opereren binnen de uitgezette lijnen en dat aan de
taakopdracht zal zijn voldaan.
Dit kabinet zal de resultaten van deze exercitie waar mogelijk
betrekken bij de voorbereiding van de begrotingen voor 2011. Voor het
debat over de Voorjaarsnota 2010 zal het kabinet daarbij aangeven
welke afwegingen het mede op basis van de brede heroverwegingen heeft
gemaakt en welke uitgangpunten en overwegingen daarbij een rol hebben
gespeeld.
De taak van de werkgroepen is om de politieke besluitvorming zo goed
mogelijk voor te bereiden. Het nemen van beslissingen en daarmee het
primaat is en blijft aan de politiek. De minister-president en de
beide vice-premiers hebben daarbij de regie.
Mede namens,
vice Minister-President drs. W.J. Bos en vice Minister-President mr.
A. Rouvoet
DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,
Mr.dr. J.P. Balkenende
De voorzitter van de werkgroep langdurige zorg, de heer mr.drs.
T.W. Langejan wordt per 1 januari 2010 voorzitter van de Raad van
Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) en zal om die reden
zijn voorzitterschap neerleggen. Hij wordt opgevolgd door drs. J.P.M.
Lazeroms. Zij is Directeur-Generaal Primair en Voortgezet Onderwijs op
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Voor de taakopdrachten zij verwezen naar de brief van de
Minister-president en de vice Ministers-presidenten, Tweede Kamer,
vergaderjaar 2009-2010, 32 123 nr. 25.
Een bijzondere positie neemt - zoals eerder bericht - het thema
Internationale veiligheid in. Vorig jaar zijn de Strategische
Verkenningen van Defensie gestart, die zijn gericht op het ontwikkelen
van beleidsopties voor de toekomstige Nederlandse
defensie-inspanningen. In het kader van deze verkenningen zullen zowel
intensiveringsvarianten als ook ombuigingen worden ontwikkeld. Om
dubbel werk te voorkomen, zal het kabinet in november bezien hoe de
brede heroverwegingen op het thema Internationale Veiligheid- in
aansluiting op de verkenningen - het beste kunnen worden vormgegeven.
Ministerie van Algemene Zaken