SERV
Jozef II-straat 12-16
1000 BRUSSEL
Tel. (00 32) 2 209 01 11
Fax. (00 32) 2 217 70 08

Brussel, 4 november 2009

De Vlaamse Havencommissie keurde op 4 november 2009 een advies en een aanbeveling goed. Het advies handelde over "de opmaak van ontwikkelingsscenario's en implementatiepaden ten behoeve van een nieuw mobiliteitsplan Vlaanderen". De aanbeveling ging over "het beter en sneller doorlopen van Vlaamse planprocessen".

Advies over ontwikkelingsscenario's Mobiliteitsplan Vlaanderen Het Decreet Mobiliteitsbeleid bepaalt dat tegen uiterlijk 31 december 2010 een nieuw Mobiliteitsplan Vlaanderen moet opgemaakt zijn. In dat kader worden er ontwikkelingsscenario's en implementatiepaden opgemaakt en het is daarover dat aan verschillende adviesraden, waaronder de Vlaamse Havencommissie, advies werd gevraagd.

Het opzet van de scenarionota is een toekomstverkenning van de mobiliteit met als horizon 2040. Er werden drie documenten ter advies voorgelegd: (1) een scenarionota waarin de drijvende krachten worden geïdentificeerd, (2) een nota met de verbale omschrijving van drie toekomstscenario's en (3) een overzichtstabel met de uitwerking van de verschillende variabelen per scenario.

De Vlaamse Havencommissie spreekt zich in haar advies vooral uit over algemene inhoudelijke keuzes en procedurele aspecten. Zo vindt de VHC dat in de ter advies voorgelegde documenten de kernvraag nog ontbreekt. Ze vindt ook dat de scenario's innovatiever zouden mogen worden uitgewerkt en de VHC stelt zich vragen over de wijze waarop externe en andere factoren zullen worden uitgewerkt. Enkele voorbeelden van factoren waarmee volgens de VHC zeker rekening moet worden gehouden zijn het Europees beleid (Europees mobiliteitsbeleid, Europees havenbeleid, Europees milieubeleid), de Trans Europese Netwerken, liberalisering van het spoorvervoer, internationale milieuregelgeving, Kyotonorm, logistieke ontwikkelingen, e.d. De Vlaamse Havencommissie maakt opmerkingen over de plaats van de burgers en de bedrijven in de ontwikkeling van de scenario's en is ook van mening dat de uitwerking van de scenario's transparanter moet gebeuren.

Op het procedurele vlak vraagt de VHC nadere informatie over de wijze waarop het Mobiliteitsplan zal worden opgevat en dringt ze aan op een afstemming van het mobiliteitsbeleid met het ruimtelijk ordeningsbeleid. In het regeerakkoord geeft de Vlaamse regering immers zelf aan om werk te willen maken van een beleidsdomeinoverschrijdende aanpak in de strijd tegen verdere verkokering.

De VHC sluit haar advies af met een reeks havenspecifieke vragen. Zal er in het Mobiliteitsplan, en alle studiewerk dat eraan voorafgaat, voldoende rekening gehouden met de huidige en toekomstige rol van de havens ? Op welke wijze wordt rekening gehouden met de toekomstige ontwikkeling van de havens ? Wordt met de bestaande prognoses voor de havens rekening gehouden ? Welke infrastructurele ontwikkelingen (uitbreidingsplannen) in de havens worden meegenomen ? In hoeverre wordt rekening gehouden met het Europese havenbeleid en de toekomstige ontwikkeling daarvan ?

Het volledige advies kan U vinden op de website www.serv.be/vhc. Met inhoudelijke vragen kan u terecht bij Jean-Pierre Merckx of Dirk Neyts.

Aanbeveling Vlaamse planprocessen
De Vlaamse Havencommissie heeft in 2002 een aanbeveling gemaakt over de Strategische Plannen in het algemeen, nog voor er één van de plannen was gerealiseerd. Ondertussen zijn de plannen afgerond en heeft de VHC over de Strategische Plannen voor de havens van Zeebrugge en Antwerpen een advies uitgebracht. Het Strategisch Plan voor de haven van Antwerpen is ondertussen ook afgerond en is de start voor de effectieve opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) mogelijk door de goedkeuring door de Vlaamse Regering van het principieel programma voor de afbakening van de haven.

Eén van knelpunten die in beide adviezen over de Strategische Plannen van de havens van Zeebrugge en Antwerpen werd gesignaleerd en waar de Vlaamse Havencommissie een bijzonder belang aan hecht, is het feit dat de strategische planprocessen zeer lang duren en weinig dynamisch zijn. In deze aanbeveling van de VHC wordt de problematiek geanalyseerd op basis van het procesverloop voor het Strategisch Plan voor de haven van Antwerpen. Hoewel de Strategische Planning in de andere havens anders verliep, zijn de conclusies in deze aanbeveling, die in eerste instantie voortvloeien uit de "Antwerpse gevalstudie", ook van toepassing op of van belang voor de andere Vlaamse havens. Ze worden bijgevolg door de volledige Vlaamse Havencommissie ondersteund.

In haar advies gaat de Vlaamse Havencommissie uitvoerig in op aspecten zoals de bestuurlijke omkadering, het procesverloop en de organisatie van de opmaak van het Strategisch Plan. Ook de wijze waarop de maatschappelijke draagvlakvorming werd aangepakt, werd door de VHC geanalyseerd en beoordeeld. Tenslotte werd aandacht besteed aan verschillende elementen van de MER-regelgeving, en de toepassing daarvan. Zo is bijvoorbeeld de scheidingslijn tussen een plan en programma enerzijds, en een project anderzijds, nog steeds onduidelijk. Ook vindt de VHC dat bij aanvang van de procedure duidelijk moet worden vastgelegd wat thuishoort in het MER en wat moet worden opgevangen in ander onderzoek.

De volledige aanbeveling kan U vinden op de website www.serv.be/vhc. Met inhoudelijke vragen kan u terecht bij Jean-Pierre Merckx of Dirk Neyts.