Tweede Kamer overtuigt Senaat van noodzaak bestuurlijke lus
5 november 2009
De Eerste Kamer stemt in met het initiatiefvoorstel van de Tweede
Kamerleden Vermeij, Koopmans en Neppérus om de Algemene wet
bestuursrecht aan te vullen met een regeling voor herstel van gebreken
in een besluit hangende beroep bij de bestuursrechter (Wet
bestuurlijke lus Awb, 31.352 ). Tijdens de plenaire behandeling van de
initiatiefwet brachten verschillende fracties op maandag 2 en dinsdag
3 november wel een reeks principiële bezwaren naar voren.
Nu beide Kamers de initiatiefwet steunen, zal de Ministerraad een
besluit nemen, zo verklaarde minister Hirsch Ballin van Justitie, die
tijdens het debat liet blijken zelf ook een voorstander te zijn van
het invoeren van een bestuurlijke lus in het bestuursrecht. Bij de
Crisis- en Herstelwet ( 32.127 ) waarmee het kabinet de gevolgen van
de economische crisis wil aanpakken is al rekening gehouden met de
komst van de wet bestuurlijke lus.
De minister zegde ook toe dat hij met de Raad voor de Rechtspraak zal
overleggen over het opvangen van de financiële gevolgen van invoering
van de bestuurlijke lus. Met een tussenuitspraak en een eindoordeel
zal de bestuurrechter vaak meer werk moeten verzetten. In de
bekostiging daarvan is nu niet voorzien.
In verschillende bewoordingen uitten zeven senatoren wel hun
beduchtheid voor het gevaar dat de reparatiemogelijkheid wellicht zal
leiden tot gemakzucht bij bestuursorganen. Ook werd door de meeste
sprekers gehint op het gevaar dat âde rechter op de stoel van de
bestuurder gaat zittenâ.
Senator Broekers-Knol (VVD) wees erop dat de formalisering van de
âbestuurlijke lusâ zal uitwijzen of er daadwerkelijk een versnelling
zal optreden in de besluitvorming. Versnelling van de besluitvorming
is immers het voornaamste motief voor het initiatiefvoorstel, aldus
Broekers-Knol. Zij wees op de grote vertraging bij de verbreding van
de rijksweg A4 bij Leiderdorp als gevolg van het ontbreken van een
luchtkwaliteitsmeting bij de besluitvorming. Mevrouw Broekers-Knol
kreeg zowel van de initiatiefnemers als van minister Hirsch Ballin de
verzekering dat het de bedoeling is dat maar eenmaal per geval van de
bestuurlijke lus gebruik wordt gemaakt. Een opeenstapeling van steeds
weer tussenuitspraken van de bestuursrechter is niet gewenst, meende
zij.
Senator Janse de Jonge (CDA) noemde het gevaar dat de rechter op de
stoel van de bestuurder gaat zitten een principieel punt. Veel moeite
heeft de CDA-fractie met de bepaling in het voorstel die voorschrijft
dat een tussenuitspraak van de rechter zoveel mogelijk vermeldt op
welke wijze het geconstateerde gebrek in het bestuursbesluit kan
worden hersteld. In de toelichting staat met zoveel woorden: âDe
bestuursrechter dient daarom in heldere â en dus niet voor enig
misverstand vatbare â bewoordingen aan te geven wat het bestuursorgaan
moet doenâ. Dit lijkt mij principieel onjuist, betoogde de
CDA-senator. âDe rechter moet een gebrek in de besluitvorming duiden
en beslissen of het bestuursorgaan de gelegenheid kriigt dat gebrek
tijdens de procedure te repareren. Niets minder, maar ook niets meerâ,
zei senator Janse de Jonge.
Senator Meindertsma (PvdA) haalde de commissie Elverding aan om aan te
geven dat een goede planvoorbereiding het beste middel is om
vertraging bij de uitvoering van besluiten te voorkomen. âWie haast
heeft moet de tijd nemenâ, zo citeerde zij commissievoorzitter
Elverding. Het grootste struikelblok voor versnelling van procedures
rond infrastructurele en ruimtelijke ordeningsprojecten ligt in de
kwaliteit van de beleidsvoorbereiding. Zij brak een lans voor de
belangen van burgers die niet de dupe moeten worden van de gewenste
snelheid.
Ook senator Quik-Schuijt van de SP-fractie wees op het onvermijdelijke
machtsverschil tussen individuele burger en overheid. Volgens haar is
het initiatiefvoorstel op dit punt evenwichtiger geworden door een
amendement van haar partijgenoot De Wit dat de Tweede Kamer heeft
aangenomen. Volgens dit amendement zal de rechter steeds aandacht
moeten besteden aan de vraag of er belanghebbenden zijn die niet in de
procedure zijn betrokken, die door toepassing van de lus worden
benadeeld. Volgens mevrouw Quik-Schuijt is in het bestuursrecht meer
in algemene zin behoefte aan de figuur van de tussenuitspraak. âWij
denken daarbij aan de mogelijkheid om, bijvoorbeeld in het
vreemdelingenrecht, prejudiciële vragen te stellenâ, zei mevrouw
Quik. Zij vroeg minister Hirsch Ballin van Justitie wat hij van deze
gedachte vindt.
Senator Strik van GroenLinks zette vraagtekens bij de veronderstelling
van de initiatiefnemers dat het niet hanteren van een
reparatiemogelijkheid, maar het vernietigen van besluiten bij
gebreken, de belangrijkste oorzaak zou zijn van vertragingen in
procedures. âZit het niet vooral in de gebrekkige besluitvorming die
daaraan vooraf ging?â, vroeg mevrouw Strik.
Senator Engels van D66 vroeg of de bestuurlijke lus er niet toe leidt
dat het evenwicht tussen rechterlijke toetsing en bestuurlijk handelen
onnodig dreigt te worden verstoord.
Senator Holdijk wees er namens de fracties van SGP en ChristenUnie op
dat het bestuursrecht er niet alleen is voor de bevordering van
slagvaardig bestuur, maar ook voor de controle van het
overheidsbestuur en tot rechtsbescherming van de burger.
---
Eerste Kamer der Staten Generaal