Universiteit van Amsterdam

Gepubliceerd op 5 november 2009

Aardverschuiving bij kleibodems extra verwoestend na kleine regenbui

Gepubliceerd op 5 november 2009
Aardverschuiving door quick clay in Noorwegen. Foto: NGU

Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam hebben, samen met collega's uit Frankrijk en Noorwegen, een verklaring gevonden waarom aardverschuivingen zo moeilijk te voorspellen zijn. Met een nieuw model zijn snelheid en lengte van aardverschuivingen beter te verklaren. De bevindingen van het onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in Physical Review Letters.

Per jaar vallen er door aardverschuivingen tientallen slachtoffers. Daarnaast veroorzaakt dit natuurverschijnsel ook nog grote materiële schade. Het voorspellen is erg moeilijk gebleken: de aardverschuivingen gaan over het algemeen sneller en verder dan de bestaande modellen aangeven.

Noorse quick clay

De UvA-wetenschappers, onder leiding van Daniel Bonn, en hun collega's stellen een nieuw model voor aardverschuivingen voor. Ze hebben hun model getest op Noorse quick clay ('snelle klei'). De quick clay is speciaal omdat hij onder stroming ontzettend vloeibaar wordt, iets dat algemeen geldt voor kleiachtige bodems. In het verleden hebben dit soort bodems voor grote aardverschuivingen gezorgd.

De onderzoekers vonden dat de stromingsweerstand van de quick clay met maar liefst een factor één miljoen kan afnemen na een regenbui die slechts 1 procent meer water toevoegt aan de bodem. Dit verklaart de hoge snelheid van de aardverschuivingen.

Daarnaast ontdekten de onderzoekers dat bij deze snelle aardverschuivingen maar een zeer dun laagje van de bodem vloeibaar wordt. De rest van de klei schuift daar als een blok overheen. Dit verklaart hoe deze aardverschuivingen zo ver kunnen komen, maar ook waarom huizen tijdens Noorse aardverschuivingen recht overeind blijven staan.

Publicatiegegevens

Asmae Khaldoun, Peder Moller, Abdoulaye Fall, Gerard Wegdam, Bert De Leeuw, Yves Méheust, Jon Otto Fossum en Daniel Bonn: Quick Clay and Landslides of Clayey Soils. Phys. Rev. Lett. 103 (2009).