Academisch ziekenhuis Maastricht
Aanpassing leefstijl COPD-patiënten
Publicatiedatum: 05-11-2009
Bron: Persbericht
Auteur: Stafdienst Communicatie
Datum: 05-11-2009
Kortademig bij de geringste inspanning? Hijgend boven aan de trap?
Goede kans dat u - zonder het te weten - lijdt aan COPD, een
chronisch-obstructieve longaandoening, zoals chronische bronchitis.
Maar van COPD hoef je niet per definitie invalide te worden. Met een
op maat gesneden revalidatieprogramma en een doeltreffende aanpassing
van de leefstijl kunnen mobiliteit en kwaliteit van leven aanzienlijk
verbeteren. En dat vraagt echt geen grote investeringen.
Dat blijkt uit promotieonderzoek (de zogenoemde INTERCOM-trial) van
Carel van Wetering, als fysiotherapeut verbonden aan het Máxima
Medisch Centrum in Veldhoven, onder begeleiding van prof. dr. Annemie
Schols van het Maastricht UMC+ en dr. Maureen Rutten-van Mölken van
het institute for Medical Technology Assessment (iMTA) van het Erasmus
MC in Rotterdam.
Zij volgden gedurende twee jaar lang tweehonderd patiënten, van wie de
helft de gangbare medische zorg kreeg aangeboden. De andere helft
kreeg een intensief, vier maanden durend revalidatieprogramma,
inclusief voorlichting, fysiotherapie, advies en begeleiding op
voedingsgebied en ondersteuning bij het stoppen met roken. De kracht
van het programma zit vooral in de combinatie van al deze elementen,
en de onderhoudsbehandeling die na de eerste vier maanden werd
geboden. Er wordt niet alleen aan de algehele mobiliteit en het
uithoudingsvermogen van de patiënt gewerkt. Ook de leefstijl wordt
onder handen genomen. Bij een deel van de COPD-patiënten is de
stofwisseling namelijk ontregeld, waardoor ze ondervoed raken. Te
weinig bewegen is voor niemand goed, maar zeker niet voor een
COPD-patiënt. "Vroeger dacht men al gauw: ik heb een longaandoening,
en daardoor kan ik niets, maar dat is dus niet zo", stelt prof. dr.
Annemie Schols. "De longfunctie kan dan wel minder zijn, maar als de
lichamelijke conditie op peil blijft, valt daar heel goed mee te
leven." Schols noemt als voorbeeld een COPD-patiënt die als
lange-afstandsloper halve marathons loopt.
Het verschil met de reguliere revalidatie zit vooral in de
multifunctionele aanpak (longverpleegkundige, fysiotherapeut en
diëtiste werken nauw samen), het feit dat de revalidatie dicht bij
huis plaatsvindt en het zogeheten onderhoudsprogramma. Na het
intensieve revalidatiegedeelte van vier maanden volgt er namelijk een
onderhoudsprogramma om te voorkomen dat de patiënt een terugval kent.
Aangetoond is nu dat deze aanpak effectief is. Fysiotherapeut Carel
van Wetering, die hoopt te promoveren op het onderzoek, heeft gemerkt
dat patiënten buitengewoon enthousiast worden als ze resultaat zien.
Van Wetering: "Ik zeg altijd tegen de COPD-patiënten in mijn praktijk:
je komt hier niet voor de lol, maar je moet wel plezier hebben in waar
je mee bezig bent."
Het belang van het onderzoek zit niet alleen in de aanpak, maar ook in
de aantallen en de omvang van de problematiek. In Nederland hebben
ongeveer 316.000 mensen COPD en dit aantal zal de komende jaren sterk
toenemen. De totale kosten van de Nederlandse gezondheidszorg voor
mensen met COPD bedragen momenteel meer dan 300 miljoen euro . Deze
kosten zullen naar verwachting in 2025 meer dan verdubbeld zijn.
Medicijnen hebben bij deze patiënten relatief weinig effect. Eerder
wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat patiënten met een
ernstige vorm van COPD veel baat hebben bij een revalidatieprogramma.
Maar of de veel grotere groep patiënten met een minder ernstige vorm
van COPD ook baat heeft bij zo'n programma, was tot voor kort
onduidelijk.
In het onderzoek dat nu gedaan is, zijn patiënten met matig ernstige
COPD-klachten vier maanden intensief begeleid door de fysiotherapeut
om te ervaren hoe zij met dagelijks een half uur wandelen en fietsen
hun kortademigheid konden terugdringen. Ook kregen patiënten - indien
noodzakelijk - begeleiding van een diëtist om hun voedingstoestand te
verbeteren en van de longverpleegkundige om te stoppen met roken. Die
longverpleegkundige reikte de patiënt de nodige informatie aan over
COPD en over het op tijd herkennen van signalen. Na de eerste vier
intensieve maanden werden de patiënten gedurende twintig maanden nog
af en toe geholpen om het behaalde resultaat vast te houden. De
resultaten van deze aanpak werden vergeleken met de resultaten van de
gebruikelijke zorg. Zowel na 4 als na 24 maanden verminderde de
kortademigheid en werd het inspanningsvermogen groter. Bij de groep
die de reguliere zorg ontving, verslechterde het inspanningsvermogen
juist. De kwaliteit van leven verbeterde significant ten opzichte van
de controlegroep.
Gebleken is dat deze aanpak niet alleen effectief is, maar ook
kosten-effectief. Gemiddeld bedragen de kosten van het twee jaar
durende programma 1500 euro per patiënt . Ter vergelijking: de kosten
voor medicijnen bedroegen in dezelfde periode gemiddeld 3352 euro per
patiënt. Bij een kleine subgroep van patiënten die een te lage
spiermassa had en waarbij een aanpassing van de voeding noodzakelijk
was, werden de kosten van het programma zelfs volledig
`terugverdiend'. Dat kwam omdat zij minder vaak in het ziekenhuis
werden opgenomen dan de patiënten die de gebruikelijke zorg kregen.
Hun ziekenhuiskosten waren gemiddeld 4724 euro per patiënt lager.
"Dit is de eerste studie die aantoont dat een leefstijlinterventie bij
patiënten met een minder ernstige vorm van COPD die wel al beperkingen
ondervinden in hun dagelijks functioneren, kosten-effectief is",
stellen prof. dr. Annemie Schols (hoogleraar Voeding en Metabolisme
bij chronische ziekten) en dr. Maureen Rutten-van Mölken van iMTA.
De INTERCOM-trial is ook voor vakgenoten een eye-opener geweest. Het
onderzoek is tijdens twee internationale bijeenkomsten van longartsen
geprezen. Zowel in Europa als in de Verenigde Staten is het
onderscheiden met een prijs.
Het onderzoek naar revalidatie van COPD-patiënten is financieel
ondersteund door het Astma Fonds. Ook een vervolgstudie die komend
jaar van start zal gaan, zal worden gesponsord door dat fonds.