Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum 5 november 2009
Betreft Kamervragen van het lid Van der Ham (D66) over barrières voor
studeren in het buitenland
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van der Ham (D66) over
barrières voor studeren in het buitenland.
De vragen zijn mij toegezonden met uw brief met kenmerk 2009Z18787
(ingezonden op 13 oktober 2009).
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
a
na 1 van 3
Pagi
2009Z18787 Datum
Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Onze referentie
Wetenschap over barrières voor studeren in het buitenland. (Ingezonden 13 HO&S/SF/164287
oktober 2009)
1
Wanneer kan het aangekondigde wetsvoorstel worden verwacht ter
wijziging van de 3 uit 6-woonplaatsvereiste voor het meenemen van
studiefinanciering naar een opleiding in het buitenland zoals toegezegd
in antwoord op mijn eerdere Kamervragen?
Zoals ik bij de beantwoording van uw eerdere vragen heb aangegeven is de
situatie dat de 3 uit 6-regel een belemmering vormt voor het gebruiken van
studiefinanciering voor een wetenschappelijke masteropleiding in het buitenland,
nadat de student al een bacheloropleiding in het buitenland heeft gevolgd, van
meet af aan niet de bedoeling geweest. Ik heb daarom, vooruitlopend op het
wetsvoorstel dat een en ander zal verduidelijken, de IB-Groep gevraagd de wet
ook nu al zo toe te passen als zij initieel bedoeld is. Verduidelijking van de wet
blijft nodig, maar heeft minder prioriteit nu het materiële effect ervan al is
bereikt. Omdat het slechts een marginale wijziging betreft ligt het niet voor de
hand hiervoor een zelfstandig wetsvoorstel te maken. Ik zal dit onderwerp
daarom laten meelopen in het eerstvolgende wetstraject dat zich daartoe leent.
2
Wat is uw reactie op de uitspraak van de Europese Commissie dat deze
vereiste in strijd is met Europese regelgeving voor het vrije verkeer van
werknemers? Wat is uw antwoord aan de Europese Commissie?
Allereerst wil ik, om verwarring te voorkomen, opmerken dat hetgeen de
Europese Commissie vindt van de 3 uit 6-regel geenszins verband houdt met de
onbedoelde situatie geschetst bij de eerste vraag. Het betreft twee verschillende
uitwerkingen van de 3 uit 6-regel die elk hun eigen problematiek kennen.
De Europese Commissie acht het 3 uit 6-woonplaatsvereiste in strijd met het
Gemeenschapsrecht inzake het vrije verkeer van werknemers als het wordt
toegepast op migrerende werknemers en hun gezinsleden. Volgens de Commissie
werkt de regel (indirect) discriminerend omdat een dergelijke voorwaarde
makkelijker kan worden vervuld door nationale onderdanen dan door migrerende
werknemers en hun gezinsleden.
Ik ben echter van mening dat het woonplaatsvereiste niet strijdig is met het
Gemeenschapsrecht zolang het onverkort op studenten van alle nationaliteiten
wordt toegepast, dus ook op Nederlandse studenten. Voorzover het
woonplaatsvereiste indirect discriminerend werkt, kent het bovendien een goede
rechtvaardiging: het beheersbaar houden van de kosten van het Nederlandse
studiefinancieringsstelsel en het tot stand brengen van een billijke verdeling
binnen de Europese Unie van de kosten voor internationaal mobiele studenten.
Het is immers niet denkbeeldig dat studiefinancieringstoerisme wordt uitgelokt
door de mogelijkheid om, gedurende een kortstondig verblijf in Nederland,
aanspraak te verwerven op Nederlandse studiefinanciering om vervolgens met
deze studiefinanciering een opleiding in het eigen land of elders te volgen. De
lasten voor Nederland zullen hiermee onevenredig hoog worden en het meegeven
Pagina 2 van 3
van studiefinanciering voor een opleiding in het buitenland zal niet langer Datum
financieel houdbaar zijn.
Onze referentie
3 HO&S/SF/164287
Bent u bekend met het onderzoek van Stichting NEWS naar studenten die
een gehele master in het buitenland willen volgen? Wat is uw reactie op
de conclusie van dit onderzoek dat de begeleiding van studenten
tekortschiet? Hoe wilt u dat verbeteren?
Ja, ik ken het onderzoek. In het Algemeen Overleg van 29 oktober jl. is met de
aanwezige leden van de Vaste Kamercommissie voor OCW hierover uitgebreid
gesproken. Voor de uitkomsten van dat gesprek verwijs ik u naar het verslag.
Daarin heb ik toegezegd uw Kamer een brief over dit onderwerp te sturen.
4
Wat is uw reactie op de conclusie van het onderzoek van Stichting NEWS
dat de kosten voor studeren in het buitenland nog altijd te hoog zijn en
de beursmogelijkheden beperkt? Wat gaat u daaraan doen?
Zie het antwoord op vraag 3.
Pagina 3 van 3