Nederlands Vaccin Instituut


Griepvaccinatie voor gezondheidswerkers, een gemiste kans?

woensdag, 04 november 2009

Werkgevers in de gezondheidszorg zijn verantwoordelijk voor de vaccinatie van hun personeel. Jaarlijks wordt een groot aantal mensen in Nederland getroffen door de griep. Voor de meeste mensen een lastige onderbreking van het dagelijks bestaan. Voor sommigen echter een levensbedreigende situatie. Dat geldt zeker voor bewoners van gezondheidsinstellingen: een griepje heeft voor hen vaak ernstige complicaties tot gevolg en is soms zelfs fataal. Het is dan ook van belang dat de overdracht van het griepvirus in deze instellingen zoveel mogelijk wordt beperkt. Een mogelijkheid hiertoe is vaccinatie van personeel in de gezondheidszorg. Dat geldt zowel voor de 'gewone' seizoensgriep als voor een pandemische griep.

De Gezondheidsraad (GR) heeft in maart 2007 aan de minister van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport geadviseerd om de doelgroep voor griepvaccinatie (seizoensgriep) uit te breiden met onder andere personeel in de gezondheidszorg (zie noot 1). Op 17 augustus 2009 adviseerden de Gezondheidsraad en het RIVM de Minister van VWS om naast de medisch kwetsbare groepen en mantelzorgers ook gezondheidszorgpersoneel te vaccineren tegen Nieuwe Influenza A (H1N1). De minister van VWS steunt de adviezen (zie noot 2). Wel vindt VWS het in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de werkgevers van de organisaties zelf om hun eigen gezondheidszorgmedewerkers te informeren over vaccinatie tegen griep en deze aan te bieden.

Huidige situatie

Gezondheidspersoneel loopt geen beroepsmatig verhoogd risico op besmetting met griep. Mochten zij griep krijgen, dan valt er ook geen bovenmatige ziekte of sterfte te verwachten. Dit ligt anders bij de patiënten voor wie zij zorgen: voor hen kan het griepvirus ernstige complicaties tot gevolg hebben en is het soms zelfs fataal. Hoe meer gezondheidswerkers zich laten vaccineren tegen griep, hoe kleiner de kans dat zij hun patiënten met het griepvirus besmetten. Gezondheidsmedewerkers lijken zich niet altijd bewust te zijn van het risico dat zij zelf in geval van ziekte een infectiebron kunnen zijn voor de patiënten waarvoor zij zorgen.

Veel werkgevers in de gezondheidszorg bieden al seizoensgriep vaccinaties aan personeel met direct patiëntencontact. Dit wordt ook geadviseerd door de Nederlandse Vereniging van Verpleeghuis Artsen (NVVA) en het Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziektenbestrijding (LCI) en is vastgelegd in respectievelijk hun richtlijn en protocol.

Er is onvoldoende gericht onderzoek gedaan om harde uitspraken te doen over de vaccinatiegraad onder gezondheidszorgpersoneel. Uit de praktijk en uit beschikbare onderzoeken blijkt echter dat de vaccinatiegraad in deze groep over het algemeen laag is. Een gemiste kans, omdat vaccinatie van gezondheidswerkers het risico op griep bij de gevaccineerde, maar vooral ook bij zijn of haar patiënten kan verminderen.

Onderzoek

Het verband tussen de vaccinatiegraad bij gezondheidszorgmedewerkers en ziekte en/of overlijden van bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen is beschreven in diverse onderzoeken (zie noten 3,4,5,6,7,8 en 9). Uit het onderzoek van Hayward et al. uit 2006 (zie noot 9), blijkt dat een hogere vaccinatiegraad onder verpleeg- en verzorgingshuispersoneel leidt tot een daling bij hun patiënten in sterfte, influenza-achtige ziekte en ziekenhuisopnamen in verband met influenza-achtige ziekte. Daarmee lijkt het bewijs van indirecte bescherming geleverd. Tevens wordt in het onderzoek van Burls (zie noot 5) geconcludeerd dat vaccinatie van gezondheidszorgpersoneel kosteneffectief en waarschijnlijk zelfs kostenbesparend is.

Oorzaak lage vaccinatiegraad

Zowel het begrip over, als de acceptatie van griepvaccinatie zijn belangrijke verklarende factoren van de lage vaccinatiegraad. Er is weinig kennis over de risico's van griep en de rol van werknemers in de overdracht van het griepvirus op patiënten. Daarnaast is er mogelijk gebrek aan vertrouwen in de effectiviteit van het griepvaccin en bestaat er onduidelijkheid over, of angst voor mogelijke bijwerkingen. Al deze elementen dragen negatief bij aan de acceptatie van griepvaccinatie.

Rol van Raad van bestuur of arbodienst

Gezondheidspersoneel dat regelmatig en intensief contact heeft met patiënten die een verhoogd risico lopen, draagt een bijzondere verantwoordelijkheid, vindt de GR. Vaccinatie van deze groep tegen griep, vermindert indirect ziekte en sterfte van hun patiënten. Bovendien kan vaccinatie van gezondheidswerkers leiden tot minder ziekteverzuim onder medewerkers zelf, waarmee de continuïteit van adequate zorg voor patiënten beter kan worden geborgd.

De rol van een Raad van Bestuur of arbodienst in het verhogen van de vaccinatiegraad van gezondheidswerkers binnen de eigen organisatie is cruciaal. Met juiste voorlichting en een goede campagne kunnen zij ervoor zorgen dat medewerkers meer kennis hebben over de ins en outs van griepvaccinatie, hun eigen verantwoordelijk hierbij onderkennen en daardoor mogelijk besluiten om zich te laten vaccineren.

Succesvolle campagne om de vaccinatiegraad te verhogen

In een recent verschenen artikel 'Succesvolle campagne voor griepvaccinatie in UMC St Radboud10 blijkt dat informeren en motiveren van medewerkers loont. Het UMC St Radboud zag de vaccinatiegraad na 2 jaar campagne stijgen van 22 procent naar 51 procent. Succesfactoren in hun campagne waren:

* Het actief betrekken van leidinggevenden bij de campagne;
* Wervende posters met eigen medewerkers om te informeren en te motiveren;

* Het inrichten van mobiele vaccinatiepost(en);
* Het bekend maken van tussenstanden van het aantal gevaccineerden;
* Jaarlijkse herhaalde aandacht.

De conclusie van het UMC is dat 'het loont om jaarlijks vaccinatie aan te bieden, in combinatie met een op maat gesneden campagne.'

Naast het aanbieden van het griepvaccin zouden gezondheidsinstellingen het belang van griepvaccinatie voor gezondheidspersoneel moeten verduidelijken en een beroep moeten doen op de eigen verantwoordelijkheid van de gezondheidwerker ten aanzien van de gezondheid van zijn of haar patiënt. Ook het tijdig, objectieve informatie geven en het wegnemen van vooroordelen over veiligheid en effectiviteit kunnen bijdragen aan het verhogen van de vaccinatiegraad.

Om dit te bereiken zijn er verschillende mogelijkheden:
* Artikelen met achtergrondinformatie over de griepvaccinatie kunnen veel verheldering geven.

* E-mail op de werkplek, vakbladen en eigen personeelsblad zijn goede manieren om informatie te verspreiden.
* Posters en flyers met persoonlijke visies van eigen medewerkers op de vaccinatie brengen het onderwerp dichterbij.
* Aandacht voor de griepvaccinatie tijdens een afdelingsoverleg of een andere bijeenkomst maakt het onderwerp bespreekbaar en geeft de mogelijkheid om met collega's van gedachten te wisselen. Afdelingshoofden kunnen op die manier achterhalen wat voor medewerkers eventuele redenen zijn om zich niet te laten vaccineren.

* Voorlichtingsbijeenkomsten met de bedrijfsarts of een andere deskundige kunnen vragen en twijfels wegnemen. De drempel om te laten vaccineren kan daarnaast worden verlaagd door een aantal praktische maatregelen zoals vaccineren onder werktijd en op de eigen werkplek.

Meer informatie

Voor meer informatie over de griepvaccinatie kunt u contact op nemen met het Nederlands Vaccininstuut, afdeling Communicatie. Telefoonnummer 030-2744100. E-mail: info@nvi-vaccin.nl. Hier kunt u tevens terecht voor advies over voorlichtingsmogelijkheden.

Kijk ook op

Artikel over griepvaccinatie bij het UMC St Radboud (pdf)

http://geriaTijdschriftartikel/Cordon-sanitaire.htmtricare.wordpress.c om/2009/04/03/vaccinatie-tegen-influenza-wie-waarom-en-hoe/

http://medischcontact.artsennet.nl/tijdschrift/

Literatuur


1 GR advies 'Griepvaccinatie: herziening van de indicatiestelling' Den Haag, Gezondheidsraad, I-1100/IL/KG/db/786-H, 8 maart 2007


2 Standpunt op advies Gezondheidsraad: 'Griepvaccinatie: herziening van de indicatiestelling', PG/ZP-2.781.583, 9 juli 2007


3 Potter J, Stott DJ, Roberts MA et al. Influenza vaccination of health care workers in long-term-care

hospitals reduces the mortality of elderly patients. J Infect Dis. 1997;175:1-6.


4 Carman WF, Elder AG, Wallace LA et al. Effects of influenza vaccination of health-care workers on

mortality of elderly people in long-term care: a randomised controlled trial. Lancet. 2000;355:93-97.


5 Burls A, Jordan R, Barton P et al. Vaccinating healthcare workers against influenza to protect the

vulnerable-Is it a good use of healthcare resources? A systematic review of the evidence and an

economic evaluation. Vaccine. 2006;24:4212-4221.


6 Thomas RE, Jefferson T, Demicheli V et al. Influenza vaccination for healthcare workers who work

with the elderly. Cochrane Database Syst Rev. 2006;3:CD005187.


7 Wilde JA, Mc Millan JA, Serwint J et al. Effectiveness of influenza vaccine in health care professionals: a randomized trial. JAMA 1999; 281; 908-913.


8 Jefferson T, Rivetti D, Rivetti A et al. Efficacy and effectiveness of influenza vaccines in elderly

people: a systematic review. Lancet. 2005;366:1165-1174.


9 Hayward AC, Harling R, Wetten S et al. Effectiveness of an influenza vaccine programme for care home staff to prevent death, morbidity, and health service use among residents: cluster randomised controlled trial. BMJ. 2006;333:1241-1246.


10 Succesvolle campagne voor griepvaccinatie in UMC St Radboud, A.D.M. van der Geest-Blankert, TBV 17, nr 2, 2009.

PublicatiesLinksContactWerken bij het NVI

---

Disclaimer | Sitemap ISO 9001 gecertificeerd

© 2006-2009 Nederlands Vaccin Instituut. Alle rechten voorbehouden.