beantwoording vragen van de leden De Nerée tot Babberich en Haverkamp
over Britse maatregelen tegen een Iraanse bank en rederij
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden De Nerée tot Babberich
en Haverkamp over Britse maatregelen tegen een Iraanse bank en rederij
Kamerbrief | 5 november 2009
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van
Financiën, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door
de leden De Nerée tot Babberich en Haverkamp over Britse maatregelen
tegen een Iraanse bank en rederij. Deze vragen werden ingezonden op 19
oktober 2009 met kenmerk 2009Z19225.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden De Nerée tot Babberich en Haverkamp (CDA) over
Britse maatregelen tegen een Iraanse bank en rederij.
Vraag 1
Kent u het bericht "Britten scherpen sancties jegens Iran alvast aan"
1) evenals het bericht "UK halts trade with Iranian firms over
nucleair fears", waarin wordt gemeld dat tegen de Iraanse
scheepsvaartmaatschappij Islamic Republic of Iran Shipping Lines
(IRISL) handelsbeperkende maatregelen zijn genomen op grond van de
Britse anti-terrorismewetgeving? 2)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de sancties die de Verenigde Staten vorig jaar
tegen IRISL hebben afgekondigd, wegens concrete verdenkingen dat het
bedrijf betrokken is bij illegale Iraanse (nucleaire) wapenprogramma's
en vanwege het feit dat het bedrijf illegale activiteiten probeert te
verhullen door het plegen van valsheid in geschrifte en misleidende
praktijken? Indien dat het geval is, heeft dit voor u aanleiding
gegeven extra inspecties te houden of bent u van mening dat de
reguliere inspecties van de IRISL schepen of schepen die door IRISL
zijn gecharterd afdoende zijn geweest? Zo ja, waar baseert u dat op?
Vraag 3
Is het u ook bekend dat de Amerikaanse maatregel aansluit bij
Veiligheidsraadresolutie 1803, die lidstaten oproept verdachte
IRISL-schepen en toestellen van Iran Air Cargo te inspecteren? Op
welke wijze heeft u invulling gegeven aan deze resolutie?
Antwoord
De VS heeft in september 2008 besloten tot bevriezing van de tegoeden
van IRISL, omdat men over concrete aanwijzingen zou beschikken dat dit
Iraanse scheepvaartbedrijf actief betrokken zou zijn bij de
ontwikkeling van het Iraanse nucleaire programma. Daarmee gaat de VS
verder dan artikel 11 van VN-Veiligheidsraadresolutie 1803, waarin
staten slechts worden opgeroepen om binnen het bestaande
internationaal-rechtelijke kader ladingen van IRISL en Iran Air Cargo
van en naar Iran te controleren indien er aanwijzingen zijn dat
goederen worden vervoerd die kunnen worden ingezet ten behoeve van het
Iraanse nucleaire- en/of raketprogramma. De EU heeft deze maatregel
destijds overgenomen, eveneens verder aangescherpt door lidstaten te
verplichten vrachten van IRISL te inspecteren indien er een vermoeden
bestaat dat het om illegale goederen gaat.
Nederland heeft een regime doorgevoerd dat alle vrachten van IRISL en
Iran Air Cargo van en naar Iran in de hoogste risicocategorie van de
Nederlandse douane plaatst. Dit houdt in dat dergelijke zendingen zeer
nauwkeurig worden gecontroleerd door de Douane.
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Vrijhaven terreur?; drijvende
bommen uit Iran wel welkom in Rotterdam" 3) waarin verslag wordt
gedaan van de Nederlandse activiteiten van IRISL, van de daarbij
betrokken Nederlandse scheepvaartonderneming Ahlers en van de kwestie
met het in november 2008 in Rotterdam aangekomen IRISL-schip Iran
Deyanat? Zo ja, bent u voornemens naar aanleiding van dit artikel
stappen te ondernemen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja. Zoals reeds gememoreerd, worden IRISL schepen met goederen van en
naar Iran in Nederland aan een minutieuze controle onderworpen, gezien
hun plaatsing in de hoogste risicocategorie van de Nederlandse douane.
Deze intensieve controles hebben tot op heden niet geleid tot in
beslagname van verboden goederen.
Ook de Iran Deyanat is destijds na aankomst in de haven van Rotterdam
grondig gecontroleerd door de Nederlandse autoriteiten (douane,
politie). Hierbij zijn geen bijzonderheden vastgesteld die zouden
wijzen op het mogelijke vervoer van radioactief materiaal en/of
wapens.
Vraag 5
Bent u voornemens u aan te sluiten bij de maatregelen die zijn
getroffen door de Britse regering, dit met oog op het voeren van één
EU-beleid ten aanzien van Iran? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ik ben een groot voorstander van het voeren van een één EU-beleid ten
aanzien van Iran. Daarom wordt binnen het door de EU gevoerde
tweesporenbeleid ten aanzien van Iran tevens gekeken naar additionele
maatregelen voor het geval het diplomatieke proces niet de gewenste
resultaten oplevert. De regering is van mening dat dergelijke
maatregelen mede uit oogpunt van effectiviteit bij voorkeur in
VN-verband moeten worden opgelegd. Echter, indien de
VN-Veiligheidsraad hierover niet tot overeenstemming kan komen is de
regering van mening dat indachtig de motie van het lid Voordewind
c.s., de EU haar verantwoordelijkheid moet nemen. In dat geval moet de
EU, indien mogelijk met gelijkgezinde landen, additionele maatregelen
treffen
1) Trouw, 13 oktober 2009
2) Reuters, 12 oktober 2009
3) De Telegraaf, 16 oktober 2009
Ministerie van Buitenlandse Zaken