Bestuurlijke conferentie Ruimte voor de Rivier
Toespraak | 28-10-2009 | Den Haag | Staatssecretaris Tineke
Huizinga-Heringa
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Beste medebestuurders,
Beste vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, waterschappen,
klankbordgroepen en het rijk,
Wat goed dat we met alle bestuurslagen bijeen zijn! Het is belangrijk
dat we elkaar aanmoedigen, adviseren en dat we met elkaar optrekken
binnen het programma Ruimte voor de Rivier.
Sámen werken we aan een goede verdeling van water over ons land. Sámen
beslissen we over de besteding van een zeer schaars goed...: de
ruimte.
Dat is niet eenvoudig, want ons land is klein en we willen overal
plaats voor maken: voor bedrijventerreinen, woningen, landbouw en
natuur. Maar nu het klimaat verandert, moeten we voorrang durven geven
aan water. Voordat het water zelf de ruimte neemt.
Na eeuwenlang dijken opwerpen, kanaliseren en indammen, zijn we anders
gaan denken. Deze omslag begon in 1993 en 1995 toen het water van de
Maas ons tot aan de lippen stond. Een deel van Limburg werd overspoeld
door het water, een ander deel hield zijn adem in. Velen maakten hun
zolder gereed, hielden hun koffer gepakt en maakten een roeiboot in
orde.
Op dat moment wisten we dat vertrouwen op onze dijken niet voldoende
is. We moeten zélf bepalen welk stuk land we onder water zetten
wanneer het erop aankomt. Met het hoogwater van de Maas is de omslag
in ons denken begonnen en werd het idee van Ruimte voor de Rivier
geboren.
Nu - 15 jaar later - sta ik voor een zaal met bestuurders die kunnen
zeggen: "We zijn niet alleen anders gaan denken, we zijn het ook
anders gaan dóen."
En dat gaan we terugzien bij onze rivieren. Als we in 2015 op zondag
een fietstocht door ons rivierenlandschap maken, dan ziet het er op
veel plekken anders uit. Het is dan niet alleen veiliger, we zijn ook
nog eens een aantal prachtige natuurgebieden rijker. Denk daarbij aan
de verfraaiing van de Millingerwaard en de Noordwaard in de Biesbosch.
Het programma Ruimte voor de Rivier ligt goed op koers richting dit
prachtige toekomstbeeld. En dat is een teken van krachtig bestuur. Als
ik kijk waar we staan, dan zeg ik: dit programma is nu al een groot
succes. Dat danken we aan de bestuurlijke aanpak, aan de manier waarop
we samenwerken en aan de manier waarop we keuzes durven maken.
Toch is het programma Ruimte voor de Rivier niet afdoende om Nederland
waterveilig te maken. De klimaatverandering die op ons afkomt, vraagt
om méér.
Daarom heb ik het Deltaprogramma in het leven geroepen. Een programma
met een set aan maatregelen om Nederland klaar te maken voor de
toekomst: zo denken we na over een open afsluitbare Rijnmond, we
onderzoeken of een peilstijging van het IJsselmeer mogelijk is en
versterken we onze kust met zandsuppleties.
Het Deltaprogramma bouwt voort op het succes van Ruimte voor de
Rivier. Er zijn verschillende succesfactoren die we binnen het
Deltaprogramma vasthouden:
Zo hebben we binnen Ruimte voor de Rivier voorrang durven geven aan
waterveiligheid. Dit betekent dat we keuzes maken die diep ingrijpen
in het leven van mensen. Ik besef dat er in de regio offers gevraagd
en geleverd worden. Het is niet niks als je huis buitendijks komt te
liggen of afgebroken moet worden om ruimte te maken voor de rivier.
Het is niet niks als je boerenbedrijf in een hoogwatergeul komt te
liggen, waarvan het plan zegt dat deze `eens in een mensenleven' onder
water staat.
Ik begrijp heel goed dat het moeilijk is om plaats te moeten maken
voor het water. Maar het zal nog vaker nodig zijn, in het belang een
veilige, leefbare toekomst. Daarvoor moeten we soms het belang van de
korte termijn opzij schuiven.
Ook binnen het Deltaprogramma nemen we beslissingen die ingrijpen in
het persoonlijke leven van mensen. Het vraagt bestuurlijke moed en
het wordt ons bestuurders zeker niet altijd in dank afgenomen.
Daarnaast hebben we binnen Ruimte voor de Rivier gekozen voor een
slagvaardige bestuurlijke aanpak. Een aanpak waarbij het Rijk ruimte
laat aan decentrale overheden om projecten naar eigen inzicht in te
vullen. Een aanpak waarbij burgers en andere belanghebbenden in een
vroeg stadium meepraten.
Dankzij deze benadering hebben we veel weerstand kunnen voorkomen.
Velen zijn enthousiast geworden voor de projecten van Ruimte voor de
Rivier. Een toonbeeld hiervan is het project in de Overdiepse polder,
waarbij boeren hebben meegedacht over plan waarbij boerderijen zijn
afgebroken en opnieuw gebouwd op terpen. Hiermee verbeteren we zowel
de waterveiligheid als het agrarisch gebruik van de polder. De
uitvoering hiervan is in juni van dit jaar gestart.
Toen we in 2006 met ons programma begonnen, was deze aanpak
betrekkelijk nieuw. Nu wordt het succes ervan breed onderkend. Deze
benadering heeft de toekomst. Daarom wordt het Deltaprogramma
georganiseerd naar het voorbeeld van Ruimte voor de Rivier.
Een derde succesfactor van het programma Ruimte voor de Rivier is de
succesvolle samenwerking tussen verschillende ministeries. Zoals u
weet zijn er verschillende ministeries betrokken bij Ruimte voor de
Rivier:
· LNV vraagt u om rekening te houden met beschermde natuurgebieden.
· Van VROM moeten uw projecten passen binnen de Wet Ruimtelijke
Ordening.
· Verkeer en Waterstaat stelt naast eisen aan waterveiligheid ook
eisen vanuit de Kaderrichtlijn water.
Het is niet zo dat een provinciale projectleider allerlei brieven over
afzonderlijke regels krijgt van verschillende ministeries. Hij of zij
hoeft niet zelf uit te zoeken hoe verschillende richtlijnen, wetten en
subsidieregelingen met elkaar vervlochten kunnen worden tot een goed
project. De programmadirectie Ruimte voor de Rivier spreekt hierover
met één mond namens alle ministeries.
Dames en heren,
We zijn goed op stoom met Ruimte voor de Rivier. Zoals het er nu naar
uitziet, kunnen we
- van de 39 projecten 33 projecten zonder noemenswaardige vertraging
opleveren
- bij 8 projecten zijn we zelfs aan het versnellen
Dit betekent dat we meer versnellen dan dat we vertragen.
Eén van de versnellers is de gemeente Gorinchem, die het project
Avelingen al in 2013 gereed heeft.
Bij andere projecten wordt fors bespaard. Een voorbeeld hiervan is de
provincie Utrecht, die met de uiterwaardvergravingen bij Vianen fors
onder het budget uitkomt.
En weer andere projecten blinken uit in de manier waarop burgers
actief meedenken en meewerken. Een voorbeeld daarvan is de Overdiepse
Polder, die ik zojuist al noemde.
We moeten dit enthousiasme vasthouden, want we zijn nog lang niet
klaar. Vóór het einde van 2015 moet er nog veel gebeuren. Omwille van
de veiligheid is het belangrijk dat we vaart blijven maken.
Nu we steeds dichter bij de uitvoeringsfase komen, is het extra
belangrijk om:
· Vaart te maken met het afgeven van vergunningen. Als er een
vergunning mist, dan kunnen we niet verder. Het is een
verantwoordelijkheid van alle bestuurslagen om het daar niet op te
laten hangen.
· Elkaar vroegtijdig te waarschuwen bij problemen. Als u ziet dat de
scheepvaart in de problemen komt door Ruimte voor de Rivier: trek aan
de bel! Als u als u belemmerd wordt door regelgeving, laat het ons
weten. Hoe eerder we hobbels op de weg in beeld hebben, des te beter
kunnen we ze wegnemen.
We zijn vandaag bij elkaar om onze samenwerkingsrelaties te
verstevigen. Om van elkaar te leren en ervaringen uit te wisselen.
Na de lunch staat de workshop `Successen en dilemma's: leren van
elkaar' op het programma. Voel u vrij om dilemma's neer te leggen en
uw successen met anderen te delen. Zo zijn we straks allemaal een
stukje wijzer als we vanmiddag dit gebouw verlaten. En zo is ons
rivierenlandschap straks in 2015 nog mooier, ruimer en veiliger.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat