6 november 2009
Jongeren met stoornissen of gedragsproblemen hebben hulp op maat nodig
om te kunnen participeren in de samenleving. Het geheel van regelingen
en voorzieningen is voor deze jongeren te ingewikkeld. Daarom is één
coördinerend professional nodig die de jongere begeleidt bij diens
`tocht door de instituties'. Voor de langere termijn moet het kabinet
bezien hoe de samenhang tussen alle regelingen en voorzieningen
structureel beter kan.
Dat staat in het ontwerpadvies De winst van maatwerk; je kunt er niet
vroeg genoeg bij zijn, dat de SER in zijn openbare raadsvergadering
van 20 november a.s. zal vaststellen.
Veel jongeren met stoornissen of gedragsproblemen dreigen de
arbeidsmarkt niet of nooit te bereiken. Daardoor kunnen zij levenslang
afhankelijk worden van collectieve voorzieningen. Bovendien blijven
daardoor de talenten van deze jongeren onbenut, terwijl zij ook arbeid
kunnen verrichten of kunnen meedoen in de samenleving.
Jongere staat centraal
Het ontwerpadvies gaat over jongeren tussen 0 en 27 jaar met een
ontwikkelingsstoornis - zoals autisme, ADHD, licht verstandelijke
beperking -, maar ook om jongeren met gedrags- of multiproblematiek,
die zich uit in psychische, sociale, cognitieve of gedragsproblemen of
in maatschappelijke problematiek (zwerven, drugsgebruik, schulden).
Centraal staat de vraag hoe jongeren met stoornissen, gedragsproblemen
of zogeheten multiproblematiek ondersteund en begeleid kunnen worden
met het oog op deelname aan de samenleving en werk dat bij hen past.
Voor de korte termijn zijn verbeteringen in de uitvoering nodig,
zoals:
* een betere aansluiting bij de individuele ondersteuningsbehoefte
door het bieden van maatwerk;
* vraaggericht in plaats van aanbodgericht helpen;
* één indicatiestelling waarbij de verschillende noodzakelijke
voorzieningen op elkaar worden afgestemd.
Belangrijke voorwaarden daarvoor zijn:
* betere samenwerking tussen de professionals uit de verschillende
organisaties. Dat kan door één van de betrokken professionals te
vragen alle hulp te coördineren en de jongere te begeleiden bij
diens `tocht door te instituties'. Landelijke afspraken op
bestuurlijk niveau moeten dit ondersteunen en waarborgen;
* versterking van de positie van de professionals door
deskundigheidsbevordering en aandacht voor hun werkbeleving.
Zelfredzaamheid versterken
Jongeren met problemen moeten eerder, sneller en makkelijker de nodige
ondersteuning kunnen krijgen. Dat voorkomt het verergeren van
problemen en de inzet van duurdere zorg. Dat kan onder meer door:
* meer gerichte aandacht voor preventie en het tijdig signaleren van
problemen bij kinderen;
* investeren in het versterken van de zelfredzaamheid en het
zelfoplossend vermogen van gezinnen.
Beter voorbereiden op participatie
Het kabinet heeft al veel beleid in gang gezet om de
participatiemogelijkheden voor jongeren met beperkingen te vergroten.
Dat geldt voor het onderwijs, maar ook voor het terrein van werk en
inkomen. Dat heeft tijd nodig en zal zich in de praktijk moeten
bewijzen
Verder moet ook in de zorg voorbereiding op participatie
vanzelfsprekend worden. Sociale partners hebben in de Stichting van de
Arbeid afgesproken om voor jongeren met beperkingen meer werkplekken,
stageplaatsen en detacheringsplaatsen beschikbaar te stellen. Ook
jongeren met stoornissen, gedragsproblemen of multiproblematiek kunnen
deelnemen aan de arbeidsmarkt. Daarvoor zijn een op hen toegesneden
functie en ondersteuning op de werkvloer nodig.
Langere termijn: meer samenhang nodig
Vaak is sprake van versnipperde hulp die niet goed is afgestemd op de
specifieke ondersteuningsbehoefte van de jongere. De oorzaak hiervan
ligt deels in de gescheiden institutionele kaders. Voor de lange
termijn is een meer fundamentele bezinning nodig op de vraag hoe de
samenhang structureel beter kan.
Procedure
Het ontwerpadvies is voorbereid door een commissie onder
voorzitterschap van Theo Bovens, kroonlid van de SER. Het is een
antwoord op een adviesaanvraag van minister Rouvoet van Jeugd en
Gezin.
---
Sociaal-Economische Raad