Ministerie van Verkeer en Waterstaat

100 jaar Raad voor de Scheepvaart

Toespraak | 06-11-2009 | Amsterdam | Directeur-Generaal Mark Dierikx

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

Staatssecretaris Huizinga kan hier vandaag wegens ziekte helaas niet aanwezig zijn. Ze laat weten dat ontzettend jammer te vinden. De staatssecretaris heeft mij gevraagd om u namens haar toe te spreken. (...)
Dames en heren, veiligheid voor mensen en voor het milieu; daar draait het vandaag om bij dit symposium. Daar draait het al een volle eeuw om bij de Raad voor de Scheepvaart. En ook bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat is veiligheid zowel op het land als op het water een topprioriteit.

Soms zijn er om de veiligheid van mens en milieu te verbeteren grootse infrastructurele ingrepen of dikke wetboeken nodig. Maar het allerbelangrijkste is: altijd scherp blijven.

Ik was onlangs met iemand in gesprek die mij uitlegde wat het betekent als je uren na elkaar de wacht moet houden. De Engelsen hebben er een mooie uitdrukking voor, die het hele proces in een paar woorden samenvat:
Long periods of boredom, punctuated by sheer moments of terror. Als je dat hoort, zie je in gedachten de top van de ijsberg al voor de steven van de Titanic opdoemen.

Zeevarenden dreigen dus weg te dommelen als er uur na uur, dag na dag, nacht na nacht níets gebeurt. De Raad voor de Scheepvaart weet welke levensgevaarlijke toestanden dat kan opleveren. Gebeurt er wel iets en komt het erop aan, dan telt elke seconde.

De Raad voor de Scheepvaart heeft dan ook een belangrijke rol gespeeld bij de introductie van het `wachtalarm' aan boord van schepen, dat de wachtloper verplicht om elke zeven minuten een seintje te geven. Aan boord van vissersschuiten op weg naar huis was de slaap altijd al een beruchte risicofactor. De invoering van het wachtalarm in de jaren tachtig heeft in die sector heel veel narigheid voorkomen. Die goede ervaringen hebben er vervolgens toe geleid ook op koopvaardijschepen het wachtalarm te verplichten.

Technisch gezien is een wachtalarm in feite een simpel ding. Een apparaat dat iedere bèta-scholier in elkaar zou moeten kunnen knutselen. Die eenvoudige, maar briljante oplossing in de strijd tegen de verveling heeft in de loop der jaren vele mensenlevens gespaard. U weet dat de IMO inmiddels sinds enkele jaren het wachtalarm heeft verplicht voor alle internationale beroepsscheepvaart. Nederland heeft daarbij voorop gelopen en dat is iets waar wij met recht trots op mogen zijn.

Het wachtalarm is een van de tastbare voorbeelden van de vooruitgang die is geboekt om de scheepvaart op zee veiliger te maken. Maar zoals ik aan het begin van mijn verhaal al aanstipte: meer veiligheid gaat nogal eens gepaard met een stevige stapel regelgeving. De verhouding tussen regelgeving en veiligheid is het hoofdonderwerp van dit symposium. Ik ben het helemaal met u eens dat we óók op dat punt scherp moeten blijven.

Het kabinet heeft zich twee jaar geleden voorgenomen het mes te zetten in overbodige en inefficiente regeldruk.
De doelstelling van twee jaar geleden luidde: een kwart minder administratieve lasten in 2011 over de hele linie. Voor de zeescheepvaart staat de teller nú, in 2009 al op 25 procent minder rompslomp!
Ook de beleidsbrief Zeevaart besteedt veel aandacht aan de vraag hoe we regelgeving kunnen terugdringen zonder offers te brengen aan de veiligheid.

Hebt u enig idee hoeveel er al is bereikt in de wetgeving voor veiligheid en milieu?
Dames en heren, de regeldruk is de afgelopen jaren al met 70 procent teruggebracht!
Met meer dan tweederde!
Alleen al op het terrein van de inspectie zijn er bergen werk verzet om het rapporten schrijven tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Nederland ijvert voor zoveel mogelijk automatisering en digitalisering van meldingsplichten, ook in internationaal verband.

Een goed voorbeeld uit de praktijk is het digitale dagboeksysteem dat sinds vorig jaar op de Noordam van de Holland-Amerika Lijn in gebruik is. Met behulp van sensoren legt dit mooie systeem automatisch benodigde gegevens vast. Dat scheelt de bemanning heel veel vervelende klussen. Geen schrijfkramp onder het personeel op de Noordam.

Daarmee is de opdracht die de overheid zichzelf stelt om regelgeving efficient te houden niet vervuld. Het is namelijk nóóit af. In internationale onderhandelingen blijft de Nederlandse boodschap: beperk waar mogelijk de lasten voor de scheepvaart. Nederland loopt binnen de IMO voorop om descriptieve regels die bij wijze van spreken elk boutje beschrijven, te vervangen door doelregelgeving. Dat dient het doel van veiligheid evengoed, met veel meer flexibiliteit voor de sector.

Dames en heren,
Hiermee heb ik alvast een voorzet geleverd voor de discussie over regels en veiligheid die u hier straks zult voeren. Graag wil ik ook nog wat woorden wijden aan de honderdjarige van vandaag. De Raad voor de Scheepvaart heeft in haar bestaan vele belangrijke aanbevelingen gedaan. Daardoor zijn ongelukken voorkomen en mensenlevens gespaard.

De Raad heeft altijd de dubbele functie gehad van tuchtcollege voor de scheepvaart en onderzoeksraad tegelijkertijd. Dat heeft wel eens gebotst omdat mensen geen belastende verklaringen tegen zichzelf hoeven af te leggen. Alle betrokken partijen vinden dat in deze tijd geen wenselijke situatie. Daarom splitsen we de functies van de Raad op. De onderzoekspoot wordt overgeheveld naar de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Ik ben er ten volle van overtuigd dat het onderzoek bij de heer Van Vollenhove in zeer vertrouwde handen is.

Wat overblijft van de Raad voor de Scheepvaart gaat, mede op uitdrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer, verder in een nieuwe jas; als Tuchtcollege van de Zeevaart. Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om tot slot een oproep te richten aan de beroepsgroep om zelf zaken aan de orde te stellen. Om dit nieuwe college een zwaarwegende rol te laten spelen als zelfregulerend orgaan voor een veilige scheepvaart, kunt u het aanmelden van zaken niet alleen aan de inspectie overlaten. Een trotse beroepsgroep houdt het wachtalarm aan, om scherp te blijven op zaken die niet deugen.

Rest mij nog namens de staatssecretaris de leden van de Raad voor de Scheepvaart hartelijk te danken voor hun belangrijke werk van de jaren die achter ons liggen en u allen een inspirerend symposium toe te wensen.

Dank u wel.