Partij van de Arbeid
Den Haag, 5 november 2009

Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

over borstkanker


1.
Bent U op de hoogte van het bericht dat de sterfte door borstkanker is toegenomen en Nederland behoort tot de landen met de hoogste borstkankersterfte in Europa? *


2.
Kan aangegeven worden welk deel van de verschillen in borstkankersterfte tussen Europese landen berust op verschillen in respectievelijk opsporing, behandeling en het ontstaan van borstkanker?


3.
Welke risicofactoren zijn er voor het ontstaan van borstkanker, welke van deze risicofactoren gelden in Nederland en zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de hoge borstkankersterfte in Nederland? Op welke van deze factoren wordt op dit moment beleid gevoerd? Op welke van deze factoren zou nieuw beleid ontwikkeld kunnen en moeten worden?


4.
Welke ambitie heeft de minister ten aanzien van het terugdringen van de sterfte aan borstkanker in Nederland? Welke aanpassingen in het beleid volgen hieruit?


5.
Bent u op de hoogte van het feit dat borstkanker doodsoorzaak nummer 1 is bij vrouwen in de leeftijd van 35 tot 50 jaar? Bent u desondanks van mening dat bevolkingsonderzoek borstkanker vanaf 50 jaar dient te blijven plaatsvinden? Kan aangegeven worden welke kosten een verlaging van de screeningsleeftijd zou betekenen?


6.
Herinnert u zich mijn mondelinge vragen over vrouwen met borstkanker die niet de operatie krijgen die voor hen het beste resultaat zou geven? ** Kan precies aangegeven worden wat op dit moment de stand van zaken is? Kunnen vrouwen met borstkanker op dit moment de operatie krijgen die het beste resultaat biedt? Is er voldoende capaciteit voor acute operaties waarbij zoveel mogelijk huid wordt gespaard? Is er voldoende capaciteit voor reconstructieve operaties? Is er voldoende capaciteit voor operaties waarbij in één ingreep zowel curatief als reconstructief wordt geopereerd zodat vrouwen niet na een aantal weken opnieuw een (reconstructieve) operatie hoeven te ondergaan?


7.
Zijn vrouwen met borstkanker voldoende op de hoogte van de verschillende mogelijkheden die er zijn ten aanzien van operatieve behandeling van borstkanker? Zijn de artsen voldoende op de hoogte van de verschillende mogelijkheden en geven zij vrouwen voldoende voorlichting? Hoe vaak komt het voor dat artsen vrouwen naar een ander ziekenhuis verwijzen omdat daar wel een operatie kan plaatsvinden met een beter resultaat of via een voor de vrouw eenvoudigere procedure?


8.
Wat is op dit moment de doorlooptijd vanaf het eerste bezoek aan de huisarts tot het moment van de definitieve diagnose? Kan aangegeven worden wat de minimale en wat de maximale doorlooptijd is en waar deze zich voordoen?


* www.cbs.nl


** TK 7-7-405, 2 oktober 2007




Partij van de Arbeid