Nivel


Mexicaanse griep zet verder door

6 november 2009 | De epidemie van de Mexicaanse griep (AH1N1) zet door. Het aantal mensen dat ziek is van de griep neemt flink toe, maar er is nog steeds sprake van een milde epidemie. Het aantal patiënten en de ziekteverschijnselen vallen mee. Na een dag of drie knappen de meeste mensen alweer op.

Van een griepepidemie is sprake wanneer meer dan 50 op de 100.000 inwoners kampen met griepachtige verschijnselen. Dat is nu in alle regio's het geval. In week 44 rapporteerden de huisartsen van de CMR-Peilstations van het NIVEL 118 op de 100.000 inwoners met griepachtige verschijnselen. Ter vergelijking: de piek van de 'gewone' wintergriep lag begin dit jaar - in week 4 - op 147 per 100.000 inwoners.

Kweken
Huisartsen zien vooral kleine kinderen met griep (0-4 jaar). In de 79 door de huisartsen ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters van patiënten met griepachtige verschijnselen is in week 44 32 maal (41%) de nieuwe influenzavariant AH1N1 (Mexicaanse griep) aangetroffen. Van deze 32 patiënten waren er zeven net teruggekeerd van een vakantie in het buitenland. In totaal is het virus de afgelopen 16 weken 128 maal aangetroffen bij patiënten in de peilstations.

Vaccinatiecampagne
Deze week begint de vaccinatiecampagne. NIVEL-onderzoeker epidemioloog en huisarts Gé Donker: "De huisartsen zijn door het ministerie van VWS geïnstrueerd alleen de door het ministerie gedefinieerde risicogroepen te vaccineren. Anders is de hoeveelheid vaccins niet toereikend. Er is tot nu toe geen indicatie dat de griepepidemie heftiger verloopt dan in voorgaande jaren. Wel vindt deze veel vroeger in het seizoen plaats dan gebruikelijk en worden jongeren vaker getroffen dan ouderen. Alle patiënten bij wie het influenzavirus werd aangetoond, hadden het pandemische AH1N1-influenzavirus, de Mexicaanse griep."

CMR
De Continue Morbiditeits Registratie (CMR) Peilstations van het NIVEL vormen een representatieve groep van 61 Nederlandse huisartsen in 42 praktijken. Hun patiëntenpopulatie bestrijkt ongeveer 0,8% van de Nederlandse bevolking en is representatief naar leeftijd, geslacht, regio en naar verdeling over stad en platteland. De huisartsen rapporteren wekelijks (waardoor trends zeer snel zichtbaar worden) of op jaarbasis over het vóórkomen van een aantal ziekten, gebeurtenissen en verrichtingen die in andere registraties ontbreken en daarin niet gemakkelijk zijn op te nemen. De CMR-peilstations bestaan sinds 1970. De meeste onderwerpen worden meerdere jaren achtereen vervolgd.