-
Datum 9 november 2009
Onderwerp kostenreductie Schiphol
1
Geachte voorzitter,
Bij de behandeling van het Fiscaal stimuleringspakket is de motie Cramer c.s.
(Kamerstukken II 2008/2009, 31 301, nr. 39) ingediend waarin wordt gevraagd
om een actualisatie van de kostenreducerende maatregelen en investeringen van
Schiphol, voorzien van het oordeel van de regering in het licht van de gemaakte
afspraken met Schiphol. Met deze brief, die ik u mede namens de staatssecretaris
van Financiën doe toekomen, wordt invulling gegeven aan deze motie.
Tevens wil ik u informeren over de resultaten van het recent uitgevoerde
benchmark-onderzoek naar de luchthavengelden en overheidsheffingen op
Schiphol in 2009, die in dit kader ook relevant zijn.
In het aanvullend beleidsakkoord Werken aan de toekomst heeft het kabinet
besloten de heffing van de vliegbelasting te beëindigen. In de toelichting bij het
Fiscaal stimuleringspakket is aangegeven dat dit in twee stappen zal gebeuren:
door het op nul stellen van de tarieven per 1 juli 2009 (stap 1) en daarna
afschaffing van de vliegbelasting (stap 2).
Aan de beëindiging van de heffing van de vliegbelasting heeft het kabinet de
voorwaarde verbonden dat ook de luchthaven Schiphol kosten zal reduceren. Per
brief van 29 mei 2009 (Kamerstukken II 2008/2009, 29 665, nr. 139) is de
Kamer geïnformeerd over de kostenreducerende maatregelen van Schiphol,
waarbij het kabinet reeds heeft aangegeven dat met de gedane toezeggingen van
Schiphol voldoende invulling is gegeven aan de voorwaarde genoemd in het
aanvullend beleidsakkoord en in de Luchtvaartnota en dat de vliegbelasting
definitief wordt afgeschaft. Het desbetreffende wetsvoorstel is op 15 september
2009 (Kamerstukken II 2008/2009, 32 123) ingediend.
Mede in het licht van de motie Cramer c.s. heb ik Schiphol gevraagd om
informatie over de stand van zaken betreffende kostenreducerende maatregelen
en investeringen. Op grond van de verstrekte informatie kan ik u het volgende
mededelen.
a
agina 1 van 4
P
Kostenreducerende maatregelen Datum
Schiphol hanteert bij de identificatie van kostenreducerende maatregelen als
uitgangspunt dat er een juiste balans moet zijn tussen enerzijds directe Ons kenmerk
kostenverlagingen en anderzijds handhaving van investeringen die noodzakelijk VenW/DGLM-2009/3588
zijn voor de duurzame ontwikkeling en instandhouding van de mainport Schiphol.
Schiphol heeft besloten om de luchthaventarieven per 1 april 2010 niet te
verhogen. Schiphol tekent daarbij aan dat men vanuit het oogpunt van financieel
solide bedrijfsvoering eigenlijk de tarieven voor luchtvaartgerelateerde activiteiten
met 19% zou moeten verhogen. Met deze maatregel zullen de inkomsten van
Schiphol in 2010 volgens de huidige inzichten ongeveer 56 miljoen lager zijn
dan de wettelijk toegestane maximuminkomsten. In het licht van de uitzonderlijke
economische situatie wil Schiphol hiermee de luchtvaartmaatschappijen
ondersteunen om het netwerk van en naar Schiphol in stand te houden en verder
uit te breiden. Het besluit de tarieven per genoemde datum niet te verhogen legt
extra druk op de organisatie een strikt kostenmanagement te voeren en kosten
verder te reduceren.
In januari 2009 heeft Schiphol in het kader van de herijking van de strategie
besloten tot een reorganisatie die moet leiden tot een structurele vermindering
van het personeelsbestand met circa 25%. De reorganisatie is op 1 juli gestart
nadat er met de vakbonden overeenstemming is bereikt over een sociaal plan.
De kosten die met de reorganisatie zijn gemoeid bedragen circa 50 miljoen.
Deze kosten worden overigens niet in de havengeldtarieven berekening
meegenomen en komen dus volledig voor rekening van de onderneming. De
kostenvoordelen als gevolg van de reorganisatie komen met name ten goede aan
de luchtvaartactiviteiten en komen vervolgens tot uitdrukking in de
havengeldtarieven.
Bij de inventarisatie van de mogelijkheden tot kostenreductie heeft Schiphol ook
kritisch naar de verzekeringskosten gekeken. Gebleken is dat de limiet op de
dekking van de terrorismeverzekering voor Schiphol Group als geheel kan worden
verlaagd. Dit betekent dat de premie wordt gereduceerd, wat een jaarlijkse
besparing van 6 miljoen euro oplevert, waarvan circa 3 miljoen voor
luchtvaartactiviteiten.
In de Luchtvaartnota is aangekondigd dat het kabinet in samenwerking met de
sector de mogelijkheden voor kostenreductie op het gebied van security zal
bezien. Een werkgroep waarin het rijk en Schiphol participeren brengt thans de
mogelijkheden in kaart. De resultaten worden eind dit jaar verwacht.
Wat betreft de verdere ontwikkeling van de luchthaventarieven kan verder nog
worden genoemd (zoals ook vermeld in mijn brief van 29 mei 2009,
Kamerstukken II 2008/2009, 29 665, nr. 139) dat Schiphol aan het kabinet heeft
beloofd dat men zich maximaal zal inspannen om een tariefsverlaging door te
voeren op het moment dat het verkeer en vervoer weer substantieel is
toegenomen tot het niveau van 2007. Daarbij zal er wel rekening moeten worden
gehouden met de doorberekening in de tarieven van noodzakelijke investeringen
voor onder meer het veiligstellen van de benodigde piekuurcapaciteit, waaronder
het bagagesysteem, voor CO2 reductie, waterzuivering, geluidsreductie en
duurzame energie. Schiphol is immers een zelfstandig bedrijf dat in concurrentie
met andere luchthavens in Europa zijn positie moet zien te behouden en waar
mogelijk versterken. De concurrentiepositie wordt enerzijds bepaald door het
Pagina 2 van 4
kostenniveau en investeringen en anderzijds door de kwaliteit van de geboden Datum
voorzieningen. Een sterke financiële positie stelt Schiphol in staat deze
afwegingen zo te maken, dat steeds gepast en flexibel op de actuele uitdagingen Ons kenmerk
kan worden ingespeeld. Daarbij "leunt" Schiphol niet op de schatkist - integendeel VenW/DGLM-2009/3588
gezien het superdividend dat in 2008 is uitgekeerd - en moet het bedrijf in staat
zijn een reëel rendement op zijn investeringen te maken binnen de kaders die
door de tariefregulering worden gesteld.
Investeringen
De marktontwikkelingen zijn voor Schiphol aanleiding geweest om het
investeringsprogramma te heroverwegen en te temporiseren. De initieel
voorgenomen investeringen in de mainport voor de periode 2009 tot 2014 zijn
teruggebracht van een oorspronkelijk voorziene 2,6 miljard tot 1,6 miljard.
Grootschalige investeringen in de uitbreiding van het terminalgebouw zijn op
grond van de huidige marktverwachting in principe uitgesteld tot na 2014.
Schiphol geeft aan dat men de marktontwikkelingen nauwgezet volgt en dat
investeringen al dan niet zullen worden heroverwogen afhankelijk van de
economische ontwikkelingen, de vraag van luchtvaartmaatschappijen naar
piekuurcapaciteit op Schiphol, de investeringsmogelijkheden alsmede het
verwachte rendement. Schiphol beperkt zich in de periode tot 2014 in principe tot
de investeringen die strikt noodzakelijk zijn in het licht van de instandhouding van
de mainport of welke directe kostenbesparingen opleveren voor de sector.
Schiphol en het rijk zullen gezamenlijk "No-Q" ontwikkelen, een systeem voor
geautomatiseerde grenspassage. Schiphol heeft in de periode tussen nu en juli
2010 ten behoeve van de onderzoeks- en ontwikkelfase van het project alsmede
de verdere ontwikkeling van grenspassage systemen op Schiphol tot 2011
substantiële bedragen gereserveerd.
Om de mainport in stand te houden, de huboperatie optimaal te kunnen blijven
faciliteren en te anticiperen op toekomstige vraag naar hogere piekuurcapaciteit,
investeert Schiphol fors in de uitbreiding van het bagageafhandelingssysteem. De
totale kosten die hiermee zijn gemoeid bedragen circa 800 miljoen, waarvan de
helft inmiddels is besteed. Ondanks de economische situatie heeft Schiphol
besloten om in het belang van de toekomstige noodzakelijke piekuurcapaciteit de
uitbreiding van het systeem door te zetten en te voltooien.
Resultaten benchmark onderzoek 2009
Recent is in opdracht van mijn ministerie wederom een benchmark naar
luchthavengelden en overheidsheffingen uitgevoerd. In deze benchmark worden
havengelden en heffingen op Schiphol en acht andere grote Europese luchthavens
vergeleken. Het eindrapport gaat als bijlage bij deze brief. Belangrijke conclusie is
dat Schiphol op dit moment weer op de vijfde plaats staat wat betreft het
kostenniveau. In de zomer van 2008 was Schiphol nog de op één na duurste
luchthaven, na Londen Heathrow. De verbetering in de positie van Schiphol is toe
te schrijven aan het beëindigen van de vliegbelasting en de ontwikkeling van de
luchthaventarieven. Nu het tarief van de vliegbelasting per juli 2009 op nul is
gesteld, heeft Schiphol haar vijfde positie in de benchmark weer ingenomen.
Parijs Charles de Gaulle, Frankfurt en Londen Gatwick zijn nu ook weer duurder
dan Schiphol.
Pagina 3 van 4
Ik ben van mening dat Schiphol met de hiervoor genoemde maatregelen een Datum
goede invulling geeft aan de afspraken inzake kostenreductie, die het kabinet met
de luchthaven heeft gemaakt als voorwaarde voor de beëindiging van de Ons kenmerk
vliegbelasting. Bij deze maatregelen heeft Schiphol het evenwicht weten te VenW/DGLM-2009/3588
bewaren tussen kostenreductie enerzijds en handhaving van noodzakelijke
investeringen anderzijds. De genoemde maatregelen dragen bij aan
instandhouding en versterking van de concurrentiepositie van de mainport en
daarmee aan het netwerk van luchtverbindingen dat voor de Nederlandse
economie van cruciaal belang is.
De resultaten van de benchmark laten zien dat de concurrentiepositie van
Schiphol in 2009 is verbeterd. Te verwachten is dat deze door het onveranderd
laten van de luchthaventarieven per 1 april 2010 alsmede het verder realiseren
van de voorgenomen kostenreducerende maatregelen verder wordt versterkt.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 4 van 4
Ministerie van Verkeer en Waterstaat