Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


Datum 6 november 2009
Betreft Bevolkingsdaling en onderwijs

In de brief van 9 juli 2009 (Tweede Kamer 2008-2009, 31 293, nr. 52) is toegezegd dat u nog dit jaar wordt geïnformeerd over de aanpak van het thema bevolkingsdaling. Dit naar aanleiding van de motie Jan Jacob van Dijk, van 21 april 2009 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 293 nr. 36), waarin wordt gevraagd om in overleg met betrokkenen een plan van aanpak op te stellen, zodat scholen de demografische ontwikkelingen waarvoor zij zich zien gesteld kunnen opvangen. De motie bevat het verzoek de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling OCW in het najaar 2009 te rapporteren. De demografische ontwikkelingen leiden in verschillende regio's tot een daling van het aantal leerlingen. Die daling heeft op termijn betrekking op alle onderwijssectoren, maar scholen in het primair en voorgezet onderwijs krijgen er het eerst mee te maken. Ook wordt ingegaan op de motie Slob over scholen en de periode waarin zij aan de stichtingsnormen dienen te voldoen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 700 VIII, nr. 106).


1. Verschillen in regionale demografische ontwikkelingen Uit verschillende prognoses blijkt dat regionaal sprake is van een krimpende bevolking. In de regio's Noordoost Groningen, Zuidoost Limburg en Westelijk Zeeuws-Vlaanderen ervaren schoolbesturen knelpunten bij het in stand houden van goed en toegankelijk onderwijs, als gevolg van een structurele sterke daling van het aantal leerlingen. De prognoses laten ook zien dat in de toekomst steeds meer gemeenten met krimp te maken krijgen. Daarom kunnen de bevindingen en de aanpak van de knelpunten in de drie genoemde regio's van belang zijn voor een toekomstige bredere aanpak van demografische ontwikkelingen. Zoals uit de prognoses blijkt, zal in de komende tijd sprake zijn van een snelle en structurele daling van bevolkingsaantallen in een aantal regio's en dus van een daling van leerlingen in het primair en het voortgezet onderwijs. Daarom is een verkenning gestart naar de bevolkingsontwikkeling in de genoemde regio's, in relatie tot het stelsel van instandhouding en bekostiging van scholen in het primair en het voortgezet onderwijs. Het doel is na te gaan of er aanvullende maatregelen nodig en mogelijk zijn.


2. Onderwijs onderdeel van Landelijk actieplan De regionale demografische ontwikkelingen raken een groot aantal beleidsvelden, op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau. Het gaat om wonen, ruimtelijke ontwikkeling, zorg, welzijn, arbeidsmarkt, voorzieningen (bereikbaarheid) en ook om onderwijs. De aanpak van demografische ontwikkelingen is dan ook niet a
agina 1 van 3 P





primair een zaak van onderwijs. Wel is van belang dat ook bij daling van Datum bevolkingsaantallen toegankelijk onderwijs kan worden gegeven van voldoende

kwaliteit en dat in het voortgezet onderwijs een voldoende breed Onze referentie onderwijsaanbod op kwalitatief goed niveau beschikbaar blijft. PO/164223

Staatssecretaris Bijleveld van BZK heeft mede namens de minister van WWI op 3 juli jl. de Tweede Kamer het kabinetsstandpunt gestuurd op het advies getiteld "Bevolkingsdaling, Gevolgen voor bestuur en financiën" (Tweede Kamer, 2008­ 2009, 31 757, nr. 6). Dat advies is in maart 2008 uitgebracht door de Raad voor het openbaar bestuur (ROB) en de Raad voor de financiële verhoudingen (RFV). In dat kabinetsstandpunt wordt onder meer gesteld dat in de bekostiging van het voortgezet onderwijs een hardheidsclausule van kracht is, waarop schoolbesturen die als gevolg van demografische krimp financieel in de knel komen een beroep kunnen doen. Dat is in lijn met de brief van staatssecretaris Van Bijsterveldt van 4 december 2008 (Tweede Kamer, 2008­2009, 31 289, nr. 46).

In het kabinetsstandpunt is verder toegezegd dat eind 2009 een "Interbestuurlijk actieplan bevolkingsdaling biedt nieuwe kansen" naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd. Dat actieplan stelt het kabinet samen op met de VNG en het IPO. Voor de opstelling van het actieplan zijn diverse themagroepen actief. Daaronder is een themagroep onderwijs, waarin naast de verschillende regio's, de VNG, de PO-raad en de VO-raad, ook OCW participeert. De themagroep onderwijs en OCW hebben de acties op het terrein van onderwijs ingebracht in het Interbestuurlijk Actieplan.

Onderwijs maakt dus deel uit van het landelijke Interbestuurlijk actieplan dat betrekking heeft op alle beleidsterreinen die door de bevolkingsdaling worden geraakt. De planning is dat u het actieplan over de volle breedte van het beleid nog in november ontvangt. Dat actieplan geeft een overzicht over de verschillende beleidsvelden en een pakket samenhangende acties. Daarom wordt in deze brief niet vooruitgelopen op de inhoud van de knelpunten en op de acties. Wel wordt in het vervolg van de brief aangegeven hoe de inventarisatie van knelpunten tot stand is gekomen.


3. Verkenning thema bevolkingsdaling en onderwijs In de afgelopen periode is gesproken met schoolbesturen uit primair en voortgezet onderwijs, die te maken hebben met teruglopende leerlingenaantallen. Mede in het kader van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling (een breed landelijk platform waarin rijk, provincies, gemeenten en bijvoorbeeld schoolbesturen uit de regio's zijn vertegenwoordigd), is daarnaast gesproken met diverse lokale bestuurders, zowel van gemeenten als van provincies. De gesprekken waren in eerste instantie verkennend, daarna is dieper ingegaan op de knelpunten waarmee schoolbesturen worden geconfronteerd bij een snelle, structurele daling van het aantal leerlingen.

Om tot een kwalitatieve duiding van de knelpunten te komen is gebruik gemaakt van het vele werk dat al in de verschillende regio's is verzet. Op basis van diverse rapporten uit Groningen, Zeeland en Limburg en op basis van de resultaten van de bestuursconferentie van 17 juni, is er een eerste inventarisatie van knelpunten voor het onderwijs gemaakt. In de themagroep onderwijs van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling, waarin ook IPO en VNG zitten, is deze inventarisatie besproken met besturen uit de regio's en met de PO-raad en de VO-raad.

Pagina 2 van 3





Vervolgens zijn de knelpunten dieper doorgesproken en is gekozen voor een Datum aanpak om na te gaan in hoeverre het bestaande stelsel soelaas biedt. Daar waar

dit niet het geval is kunnen aanvullende oplossingen nodig zijn. De knelpunten Onze referentie liggen op het terrein van de regels rond de bekostiging en de opheffing van PO/164223 scholen. Bij de verdere uitwerking worden ook de besturenorganisaties betrokken,

omdat bij de regionale samenwerking en bij zaken als de stichting en opheffing van scholen de denominatieve invalshoek niet mag ontbreken.

Zoals aangegeven hebben de acties deels betrekking op de stichting en opheffing van scholen. Daarbij wordt ook gekeken naar de termijn waarbinnen een nieuw opgerichte school voor het primair onderwijs de stichtingsnorm moet halen. Zo wordt uitvoering gegeven aan de motie Slob (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008- 2009, 31 700 VIII, nr. 106). De evaluatie van het stelsel van stichting en opheffing van scholen, zoals eerder aangekondigd in de brief over de recente ontwikkelingen over het openbaar onderwijs van 21 mei 2009 (Tweede Kamervergaderjaar 2008-2009, 31 293 nr. 40), kan immers niet los van de structurele veranderingen in de demografische ontwikkelingen in Nederland plaatsvinden. Daarom worden deze punten verbonden met het thema krimp.

Zodra meer bekend is over eventuele, aanvullende maatregelen die schoolbesturen in staat moeten stellen goed om te gaan met de demografische ontwikkelingen waarvoor zij zich gesteld zien, wordt u hierover nader geïnformeerd.

de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sharon A.M. Dijksma Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

Pagina 3 van 3