Uitvoeren moties overgewicht
Kamerstuk, 9 november 2009
VGP-CB-U-2959461
9 november 2009
Geachte voorzitter,
In vervolg op het nota-overleg over de nota overgewicht op 7 september
jl. berichten wij u over de voorgenomen aanpak van de aangenomen
moties. Dit is gebeurd in afstemming met collega-departementen.
Motie Arib, 31 899 Nr. 3
Zelfregulering krachtiger stimuleren door als ultimatum te stellen dat
wanneer per 1 maart 2010 geen overeenstemming is bereikt over een
reclamecode, over te gaan tot een wettelijk verbod op reclame gericht
op kinderen jonger dan 12 jaar en reclame van ongezonde producten.
Deze motie is aangehouden na onze toezegging tijdens het debat om op
de hieronder beschreven wijze te handelen.
Zoals we in de nota overgewicht hebben vermeld, moeten kinderen onder
de
12 jaar zoveel mogelijk worden gevrijwaard van een reclameaanbod voor
voedingsmiddelen die niet passen in een gezond voedingspatroon. Wij
zullen, nog dit jaar, wederom met de FNLI hierover in gesprek gaan.
Onze collega van OCW zal hierbij nauw worden betrokken. Na het overleg
zullen we u nader informeren.
Motie Van Gerven 31 899 Nr.6
Verzoekt de regering op korte termijn te bewerkstelligen dat zoveel
mogelijk wijken meedoen aan het project "De Gezonde Wijk" en de Kamer
daar voor het overleg Sociaal economische gezondheidsverschillen over
te informeren.
Mede namens de minister voor WWI lichten wij toe hoe deze motie wordt
uitgevoerd.
Het experiment "Gezonde Wijk" heeft als doel om de gezondheid van de
bewoners van de 40 aandachts¬wijken in de komende tien jaar (einddatum
2017) te verbeteren via een integrale aanpak gericht op de gezonde
bewoner, gezonde leefomgeving en gezonde zorg. De negen gemeenten die
meedoen - waaronder de vier grote steden - geven zelf invulling aan
hun lokale experiment. Het experiment richt zich specifiek op de
problematiek van sociaal economische gezondheidsverschillen in
aandachtswijken.
Het experiment loopt in ieder geval deze kabinetsperiode (2007-2011)
en zo mogelijk tot het einde van de wijkaanpak (2007-2017). Om ervoor
te zorgen dat er, naast de huidige deelname van negen steden, meer
gemeenten met aandachtswijken aansluiten, worden ook de overige negen
steden met aandachtswijken aangeschreven. Dit gebeurt middels een
gezamenlijke brief van de ministers voor WWI en van VWS. In de brief
zullen de gemeenten en maatschappelijke organisaties gericht
opgeroepen worden om mee te doen met het experiment "Gezonde Wijk".
Zij zullen worden gevraagd extra inspanningen te plegen om overgewicht
aan te pakken. Gemeenten zijn overigens op basis van de Wet Publieke
Gezondheid zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij met
betrekking tot gezondheidsbevordering hier invulling aan geven en
leggen dit door middel van lokale gezondheidsnota's vast.
Als extra impuls en ter aanvulling van het experiment "Gezonde Wijk"
en de aangekondigde actie, wordt ook door middel van de
decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad de mogelijkheid gecreëerd
om invulling te geven aan de lokale aanpak van overgewicht. De
decentralisatie-uitkering stimuleert namelijk de G31 om via het
stedenbeleid de gezondheidsachterstanden door middel van een integrale
benadering aan te pakken.
Motie Zijlstra, 31 899 Nr.7
Onderzoeken wat het minimum aantal uren is dat in het basis- en
voortgezet onderwijs aan sport en bewegen besteed dient te worden om
de leerprestaties te bevorderen en het overgewicht te bestrijden.
Deze motie wordt op de hieronder beschreven wijze ten uitvoer
gebracht.
Het minimum aantal uren sport en bewegen om leerprestaties te
bevorderen en overgewicht te bestrijden kan niet afzonderlijk worden
vastgesteld. Dit effect hangt namelijk samen met een groot aantal
andere factoren, zoals erfelijkheid, geslacht, leeftijd, gewicht,
intelligentie, inzet, voedingspatroon en na- en buitenschoolse sport
en beweging.
In het algemeen is bekend dat een actieve leefstijl overgewicht en
ziektes helpt voorkomen. Als kinderen minstens elke dag een uur
bewegen, leidt dit zowel in de jeugd als op latere leeftijd tot een
meer fysiek actief leven. Daarnaast geven studies een positieve
samenhang aan tussen schoolprestaties en lichamelijke activiteit. Zo
blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit en de Universiteit
van Groningen dat kinderen, die goed zijn in motorische taken, een
significant grotere kans hebben ook goed te zijn op schoolse taken als
lezen, spellen en aandacht.
Mede daarom zet het kabinet fors in op het verhogen van sportdeelname
en beweging bij de schoolgaande jeugd door zowel het vastleggen van
bewegingsonderwijs in de kerndoelen (OCW) als het stimuleren van
naschoolse activiteiten met of bij de sportvereniging. Voor dit
laatste investeren het ministerie van VWS en van OCW samen in de
Impuls brede scholen, sport en cultuur en het beleidskader Sport,
Bewegen en Onderwijs.
Motie Vendrik 31899 Nr.8
Verzoekt de regering beleid te ontwikkelen gericht op 100% gezonde
schoolkantines in 2015.
Deze motie wordt op de hieronder beschreven wijze ten uitvoer
gebracht.
Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor een gezonde school(omgeving).
Samen met onze collegae van LNV en OCW financieren wij het project
'Stimuleringsprijs gezonde schoolkantine' van het Voedingscentrum om
scholen hierbij te ondersteunen en te stimuleren. In 2010 wordt dit
project voortgezet in het vervolg van het Convenant Overgewicht. De
doelstelling van 100% gezonde schoolkantines in 2015 wordt hierin
meegenomen. Over de voortgang in het realiseren van een gezonde
schoolkantine bij scholen zullen we u jaarlijks op de hoogte houden.
Motie Wiegman 31 899 Nr. 10
Verzoekt de regering in overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeente
(VNG) te komen tot implementatie van de EPODE-aanpak in alle
Nederlandse gemeenten en de Kamer over de voortgang van de
implementatie in de gemeenten jaarlijks te informeren.
Deze motie wordt op de hieronder beschreven wijze ten uitvoer
gebracht.
De EPODE-aanpak past algemene elementen van intersectoraal lokaal
gezondheidsbeleid toe en is reeds op diverse plaatsen in ons beleid
terug te vinden. Voorbeelden hiervan zijn het traject Gezond
Lokaal-Centraal, het experiment "Gezonde Wijk", het ZonMw Programma
"Gezonde Slagkracht" en de handleidingen lokaal gezondheidsbeleid van
het Centrum Gezond Leven (CGL). Ook in de preventienota, die in 2010
verschijnt, wordt nader ingegaan op de bevordering van lokaal
intersectoraal gezondheidsbeleid en wordt de implementatie van de
pijlers met behulp van nieuwe CGL-handleidingen toegelicht.
Omdat de EPODE-aanpak veelbelovend is en aansluit bij de bredere
aanpak van intersectoraal lokaal gezondheidsbeleid, wordt de motie
verder ingevuld door de EPODE-aanpak een specifieke plaats te geven
binnen het vervolg van het Convenant Overgewicht. De kennis en
ervaring vanuit de Franse EPODE-aanpak dient hierbij ter inspiratie
voor gemeenten. Wij hechten belang aan de betrokkenheid van de VNG bij
de landelijke implementatie van deze aanpak. Ondanks onze inspanningen
om deze betrokkenheid te verankeren in het vervolg van het Convenant
Overgewicht, heeft de VNG recent aangegeven niet bij te willen dragen
als convenantpartij; gemeenten doen al veel op het terrein van
overgewicht(preventie) waardoor de VNG daar niet extra op wenst in te
zetten. Momenteel wordt nog met partijen gewerkt aan de oprichting en
invulling van het Convenant. Bij een voorspoedige uitwerking zouden
gemeenten vanaf begin 2010 bij het Convenant terecht kunnen voor
ondersteuning. Over de vorderingen van de EPODE-aanpak bij de
Nederlandse gemeentes zullen we u jaarlijks op de hoogte houden.
Motie Arib 31 899 Nr. 11
Verzoekt de regering de Kamer voor 1 januari 2010 een overzicht te
zenden van de concrete doelstellingen die worden nagestreefd en
daarbij aan te geven hoe deze doelstellingen worden bereikt, welke
actoren erbij betrokken zijn en welk tijdpad wordt gehanteerd.
Verzoekt de regering tevens de Kamer jaarlijks op basis van genoemde
overzicht een voortgangsrapportage te zenden.
Deze motie wordt uitgevoerd door middel van de preventienota
2011-2014. Daarin worden de speerpunten van het preventiebeleid,
waaronder het thema overgewicht, en de bijbehorende doelstellingen
benoemd.
De aanpak van overgewicht staat niet op zichzelf. In de nota
overgewicht "Uit balans, de last van overgewicht" zijn daarom diverse
trajecten uiteengezet. Het vervolg van het Convenant Overgewicht is
één van de speerpunten. De invulling ervan gebeurt in samenspraak met
belanghebbenden uit het bedrijfsleven en betrokken maatschappelijke
organisaties. Dit moet leiden tot verdere concretisering van
doelstellingen en de wijze waarop inspanningen van partijen hieraan
zullen bijdragen. Momenteel wordt nog met voornoemde actoren gewerkt
aan de oprichting en invulling van het Convenant. De uitkomsten
hiervan worden meegenomen in de preventienota die u in 2010 zult
ontvangen.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
de Minister voor Jeugd en Gezin,
dr. A. Rouvoet
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport