Aanvullend advies vaccinatie Nieuwe Influenza A (H1N1)
Kamerstuk, 9 november 2009
Datum: 9 november 2009
: aanvullend advies vaccinatie Nieuwe Influenza A (H1N1)
Geachte voorzitter,
Zoals ik u aankondigde in mijn brief d.d. 16 oktober 2009 heb ik aan
de voorzitter van de Gezondheidsraad (GR) en de directeur van het
Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu additionele vragen gesteld met betrekking
tot de doelgroepen voor de vaccinatie tegen de Nieuwe Influenza A
(H1N1).
Gezien recente ontwikkeling heb ik hen verzocht mij te adviseren aan
de hand van de volgende vragen:
Algemeen
Zijn er sinds uw advies van 17 september jl. nieuwe inzichten op de
volgende gebieden:
o uw inschatting met betrekking tot de huidige epidemiologische
situatie en uw verwachting m.b.t. een ongunstige ontwikkeling van het
virus;
o uw inschatting t.a.v. de ontwikkeling van resistentie van het virus
tegen antivirale middelen.
Specifiek
Zijn er sinds uw advies van 17 september jl. nieuwe inzichten ten
aanzien van:
o de eventuele uitbreiding van de huidige medische risicogroepen met
bepaalde leeftijdsgroepen zoals jongeren. Een punt van belang hierbij
is dat de eventuele uitbreiding praktisch uitvoerbaar moet zijn in
verband met de beschikbare hoeveelheid vaccin en het feit dat het
point of no return voor de eerste vaccinatie van de huidige
risicogroepen gepasseerd is;
o het aantal doses dat nodig is voor volledige bescherming; mij
bereiken berichten dat markt autorisatie aangevraagd is voor
vaccinatie met één dosis;
o het risico voor gezonde zwangeren en de gevolgen voor vaccinatie van
deze groep.
Op maandag 9 november 2009 heb ik het advies ontvangen. Het advies is
beschikbaar via www.gr.nl. Op basis van dit advies, waaruit blijkt dat
we aan het begin staan van een epidemie met aanzienlijke verspreiding
van het virus, heb ik het volgende besloten:
Kinderen van zes maanden tot en met vier jaar komen in aanmerking voor
vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1). Dit komt voor de
uitvoering neer op kinderen die geboren zijn na 23 november 2004 en
voor 23 mei 2009. Omdat het vaccin niet geregisteerd is voor baby's
van nul tot en met vijf maanden, zullen conform het advies niet deze
baby's maar hun huisgenoten worden opgeroepen voor vaccinatie ter
bescherming van de baby.
De GR en het CIb stellen dat de gegevens over het aantal vaccins per
persoon nog onvoldoende zekerheid bieden dat één dosis leidt tot
adequate bescherming. Ik blijf dus bij mijn besluit om alle aangewezen
doelgroepen tweemaal te vaccineren. Ik merk hierbij op dat ik op dit
moment over voldoende vaccins beschik om de nu aangewezen groepen toe
te voegen aan de vaccinatiecampagne.
Ten aanzien van gezonde zwangeren geven de experts in dit advies aan
dat er meer signalen zijn dat zwangeren een verhoogd risico hebben op
ernstige ziekteverschijnselen vanwege de Nieuwe Influenza A (H1N1).
Vaccinatie van zwangeren in het tweede en derde trimester wordt dus nu
expliciet aanbevolen. Dit is een aanscherping van het eerdere advies
van GR en CIb, omdat tot nu toe een dergelijke positieve aanbeveling
voor gezonde zwangere vrouwen niet gedaan werd.
Tot slot heb ik in lijn met het advies besloten om het huidige
risicogroepenbeleid met betrekking tot de verstrekking van antivirale
middelen (Tamiflu) niet te wijzigen. De experts geven aan dat dit
gezien de beperkte resistentievorming op dit moment niet noodzakelijk
is. Wel heb ik het RIVM gevraagd om expliciet de resistentievorming in
Nederland te monitoren.
Gezien het verloop van de epidemie is het belangrijk dat vaccinaties
zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Ik realiseer mij dat het een
enorme inzet zal vergen om de logistiek voor deze nieuwe doelgroepen
binnen enkele weken te organiseren. Ik heb er niettemin vertrouwen in
dat de GGD'en en de overige betrokkenen er alles aan zullen doen om op
23 november te starten met de vaccinatie. Gezien het verloop van de
epidemie verwacht ik dat er hierna geen aanvullende doelgroepen voor
vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) meer zullen worden
aangewezen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport