Nederlandse consument wil keurmerk tegen kinderarbeid
09/11/2009 17:22
Stichting Terre des Hommes Nederland
Nederlandse bedrijven moeten verplicht worden tot een gedragscode kinderarbeid, vindt de overgrote meerderheid van de bevolking (82%). Bijna driekwart (74%) is ook bereid meer te betalen voor kinderarbeidvrije producten. Dat blijkt uit een in opdracht van Terre des Hommes uitgevoerd representatief onderzoek door Kien.
Een ruime meerderheid (71%) van de Nederlanders wil graag weten of de producten die ze kopen kinderarbeidvrij zijn, maar bijna 80% vindt het niet gemakkelijk om te beoordelen of dat ook het geval is. Dat blijkt uit een internetenqu(ee)te van Kien onder 518 mensen van 16 jaar en ouder.
Ook is bijna 75% van de bevolking bereid meer te betalen voor kinderarbeidvrije producten.
Vooral het bedrijfsleven (33%) en de politiek (30%) moeten het voortouw nemen bij het opstellen van een verplichte gedragscode voor bedrijven. De gedragscode dient een waarborg te zijn dat de hele productieketen van een bedrijf kinderarbeidvrij is. Een gedragscode is de opmaat tot een keurmerk zodat de consument kan zien dat hij een product koopt dat niet door kinderen is gemaakt.
Werkdagen in ontwikkelingslanden
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat veel Nederlanders (73%) vinden dat kinderen in ontwikkelingslanden lange werkdagen mogen maken: 6 tot 8 uur per dag. Bijna veertig procent (37%) heeft er geen bezwaar tegen als kinderen in arme landen meer dan 8 uur per dag werken. Heel anders is de mening van Nederlanders over kinderen die in ontwikkelingslanden naar school gaan. Dan vindt driekwart van de bevolking dat kinderen na schooltijd - afhankelijk van hun leeftijd - maximaal 3 uur per week mogen werken om geld voor hun familie te verdienen.
126 miljoen kindarbeiders
Volgens een onderzoek van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) waren er in 2004 wereldwijd naar schatting 126 miljoen kindarbeiders. Ter vergelijking: dat is bijna acht keer de Nederlandse bevolking. Veel kinderen werken van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat onder slechte arbeidsomstandigheden. Dat geldt voor de kinderen in Bangladesh die dag in dag uit in de snikhete zon stenen moeten breken. Maar het geldt ook voor de kinderen die op de vuilnisbelten van de Peruaanse hoofdstad Lima naar recyclemateriaal zoeken. Verder worden kinderen in de arme landen ingezet in de landbouw en in landen zoals India en Bangladesh in de kledingindustrie. Daarnaast werken kinderen in fabrieken, in de huishouding en in restaurants en hotels.
Terre des Hommes en de aanpak van kinderarbeid
De aanpak van kinderarbeid is niet eenvoudig. Handelsbeperkende maatregelen alleen zijn niet voldoende om het probleem op te lossen. Volgens hoogleraar kinderarbeid dr. K. Lieten van de Universiteit van Amsterdam bestaan de grootste problemen ten aanzien van kinderarbeid vooral in de informele of verborgen economie. "In de verborgen economie vinden de meest schrijnende zaken plaats. Maar overheden in arme landen hebben weinig interesse om maatregelen tegen deze vormen van kinderarbeid te treffen. Zij zijn gericht op de formele economie omdat de Westerse wereld daar naar kijkt."
Lieten gelooft meer in maatregelen om goed onderwijs aan te bieden en om ervoor te zorgen dat de meest gemarginaliseerde kinderen niet uitvallen. Dat is ook de werkwijze van kinderhulporganisatie Terre des Hommes. Zij roept kinderarbeid een halt toe door kinderen de mogelijkheid te bieden naar school te gaan en hen gezondheidszorg te geven. Ook ondersteunt Terre des Hommes ouders met een microkrediet zodat ze een eigen onderneming kunnen opzetten en genoeg kunnen verdienen om in hun levensonderhoud te voorzien. Daarmee vervalt de noodzaak om hun kinderen te laten werken.
Een foto van dit onderwerp is (rechtenvrij) beschikbaar op ANP Fotonet (www.anp-photo.com) en zichtbaar op www.perssupport.nl.