Ernst & Young

Nieuwe tijden Hedge funds

Veel regelgeving van overheidswege is echter ongenuanceerd, ondoordacht en duur

Amsterdam, 10 november 2009 - Uit onderzoek van Ernst & Young blijkt dat de wereldwijde economische crisis hedgefondsmanagers heeft genoodzaakt snel en met vergaande maatregelen in te spelen op de eisen van beleggers.

Het onderzoek ('Weathering the storm'), uitgevoerd in opdracht van Ernst & Young door het internationale onderzoeksadviesbureau Greenwich Associates, richtte zich op 100 van de grootste hedgefondsen ter wereld. Wat duidelijk naar voren komt zijn de ingrijpende wijzigingen die het afgelopen jaar zijn doorgevoerd in het beheer en 'governance' van de fondsen en in de verslaggeving aan beleggers. Hiermee hebben de fondsen zonder grote aanvullende kosten het vertrouwen onder beleggers weten te versterken.

Volgens de respondenten vormt de grotere transparantie en het verbeterde 'governance' een geweldig voordeel vanuit het perspectief van de belegger, en laat de sector met deze snelle omslag zien dat ze goed in staat is in te spelen op de behoeften van beleggers. Over de grotere rol van de toezichthouder zijn ze veel minder positief. Volgens de fondsmanagers is de regelgeving onnauwkeurig, van weinig nut voor de belegger en bovendien veel te duur.

Remco Bleijs van Ernst & Young: "De managers die we hebben geïnterviewd waren op zich niet tegen nieuwe voorschriften. In tegendeel, ze begrijpen dat strenger toezicht onvermijdelijk is en bereiden zich daar ook op voor. Maar ze maken zich wel zorgen over de afstemming tussen de toezichthouders in de VS, de EU en andere regio's en vrezen dat het voordeel voor de beleggers in geen verhouding zal staan tot de nalevingskosten."

Ingrijpende en structurele wijzigingen
Uit de interviews blijkt dat hedgefondsen onder invloed van de financiële crisis sinds begin dit jaar drastische aanpassingen hebben moeten doorvoeren op tal van gebieden, zoals liquiditeitsvoorwaarden (40%), verslaglegging voor beleggers (38%), beheer of bewaring (32%), kostenstructuur (27%) en risicobeheer (27%).

Meer dan de helft van alle ondervraagde fondsen (56%) heeft de voorwaarden voor uittreding en/of kosten aangepast of is voornemens dat te gaan doen. Veel fondsen hebben de kosten teruggebracht: een kwart onder druk van beleggers en bijna de helft om nieuwe beleggers aan te trekken. Controversiëler is de keuze van bijna een derde van de managers om tijdens de crisis beperkingen op te leggen aan het bedrag dat aan het fonds onttrokken mag worden (via de instelling van zg. redemption gates en suspensions). Toch gaan ze er van uit dat dit geen nadelige gevolgen zal hebben voor hun vermogen om beleggers aan te trekken en te behouden. Circa 53% van de ondervraagde managers denkt door deze maatregelen beter in staat te zijn het huidige niveau van het vermogen op de lange termijn voor het fonds te behouden.

Wat betreft de strengere publicatievereisten richt circa 80% van de respondenten zich met name op verbetering van het inzicht in risico's en prestaties. Interessant daarbij is het feit dat het inzicht in de risico's in dit verband drie maal zo veel aandacht krijgt als inzicht in de performance van het fonds. Met name op het gebied van risicoconcentratie (95%) en 'leverage' (71%) wordt er intensiever - in de meeste gevallen maandelijks - over risico's gecommuniceerd.

Joost Hendriks van Ernst & Young: "De sector beschouwt deze verbetering in de informatievoorziening als een zinvolle ingreep met een duidelijk positieve kosten/batenverhouding. Toch geeft bijna de helft van de respondenten aan bepaalde informatie alleen te verstrekken als daar expliciet om wordt gevraagd."

Voorgestelde EU-richtlijn heeft verstrekkende gevolgen Buiten Europa (en met name in de VS) is lang niet iedereen bekend met het voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (Alternative Investment Fund Managers Directive ). Circa een zesde van de respondenten die dit voorstel wél hebben bestudeerd, geeft aan zich uit de EU terug te trekken als het in zijn huidige vorm wordt aangenomen, en 30% zou in dat geval geen kantoor in de EU openen.

Volgens ruim vier vijfde van de Europese hedgefondsen leidt de richtlijn tot hogere kosten, maar volgens 28% zou het vertrouwen onder beleggers door die richtlijn wel verbeteren. Zesentwintig procent verwacht dat de richtlijn tot vertraging in de verslaggeving zal leiden.

"Het lijkt niet erg waarschijnlijk dat de conceptrichtlijn in zijn huidige vorm wordt aangenomen," aldus Hendriks. "Toch maakt de sector zich zorgen over de bedoeling van het voorstel en het keurslijf waar de sector in wordt gedwongen. Het is bijna ongelooflijk dat zo sterk gepolitiseerde en ondoordachte marktwetgeving serieus wordt overwogen en met zo weinig overleg wordt afgekondigd."

Toekomstige trends
Er zijn al heel wat woorden besteed aan de verplaatsing van fondsen ten gevolge van op handen zijnde Amerikaanse fiscale wetgeving, maar slechts weinig fondsen blijken serieuze plannen in die richting te hebben.

Volgens de hedgefondsmanagers staat hun sector als gevolg van recente gebeurtenissen en verwachte regelgeving aan de vooravond van een consolidatiefase. Door de hogere kosten en belemmeringen voor toetreding zal het aantal nieuwe spelers afnemen vergeleken met de periode vóór de crisis, en zullen ze ook kleiner zijn.

Bleijs komt tot de volgende conclusie: "De sector heeft de crisis doorstaan, maar komt er bepaald niet ongeschonden uit te voorschijn. Men lijkt zich neer te leggen bij nieuwe wet- en regelgeving, ook op fiscaal terrein, maar tegelijkertijd bestaat de reële vrees dat de overheid te zwaar inzet. Sommige maatregelen lijken uitermate onverstandig en brengen kosten met zich mee die in geen verhouding staan tot de beperkte voordelen voor de beleggers."