Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2009Z19140

Bijlagen 0 Datum 9 november 2009

Betreft Kamervragen van de leden Karabulut en Jasper van Dijk over het invoeren van islamlessen op openbare scholen

Hierbij bied ik u, mede namens de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Karabulut en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het voornemen van stadsdeelvoorzitter Marcouch om islamlessen op openbare scholen in te voeren (ingezonden 16 oktober 2009).

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sharon A.M. Dijksma

a
na 1 van 5 Pagi






1
Wat is uw oordeel over het voornemen van de Amsterdamse stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch om ouders in Slotervaart middels een enquête actief te benaderen voor islamlessen in het openbaar onderwijs, terwijl er op dit moment nauwelijks animo voor is? 1)


2
Deelt u de mening dat het niet de taak is van een stadsdeelbestuurder om ouders actief te werven voor islamlessen op de openbare school? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om hem en de gemeente hierop aan te spreken?

Het bestuur van een openbare school heeft de taak om ouders te wijzen op de mogelijkheid om hun kind binnen schooltijd godsdienstonderwijs (waaronder islamitisch godsdienstonderwijs) of humanistisch vormingsonderwijs zoals verwoord in artikel 50 en 51 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) te laten volgen, zodat ouders gebruik kunnen maken van het hun in die artikelen toegekende recht. Scholen informeren ouders vaak middels de schoolgids. Ook zal jaarlijks tijdig door het bestuur (in de praktijk de directeur) nagegaan moeten worden in welke mate er bij de ouders behoefte is aan dit onderwijs zodat hiervoor ook voldoende leraren aanwezig zullen zijn. Hiertoe kan een bestuur gebruik maken van het instrument enquête. Met ingang van het schooljaar 2009- 2010 vragen de samenwerkende landelijke organisaties op het gebied van het godsdienstonderwijs en het humanistisch vormingsonderwijs (i.c. het Landelijk dienstencentrum voor GVO en HVO) voortaan alle openbare basisscholen jaarlijks om deze behoefte aan te geven zodat zij de benodigde leraren kunnen toewijzen.

Een van de taken van het lokale bestuur is om haar inwoners te informeren over de mogelijkheden die wet- en regelgeving kent. De wetgeving van (opeenvolgend) het lager onderwijs en het primair onderwijs kent al tientallen jaren het recht toe aan ouders van kinderen die een openbare school bezoeken op godsdienstonderwijs en humanistisch vormingsonderwijs. Indien de heer Marcouch meent dat ouders in het stadsdeel Amsterdam Slotervaart, ondanks voornoemde inspanning van openbare scholen, niet bekend zijn met dit recht dat hen toekomt op grond van de WPO artikel 50 en 51, dan kan hij ouders hierover informeren. Gelet op de neutraliteit van het openbaar onderwijs past het de overheid echter niet om hierbij een specifieke godsdienst of levensbeschouwing naar voren te schuiven. Naar aanleiding van het artikel heb ik de heer Marcouch gesproken. Hij heeft aangekondigd onder álle ouders te willen onderzoeken in hoeverre zij behoefte hebben aan godsdienstonderwijs en humanistisch vormingsonderwijs op openbare scholen en in welke mate hier in wordt voorzien. Het gaat in het onderzoek dus niet alleen om de peiling van de behoefte aan islamitisch godsdienstonderwijs.


3
Hoe oordeelt u over de uitspraak van de directeur openbaar onderwijs westelijke tuinsteden: "dit moeten we er niet nog eens bovenop krijgen, dat wordt ons gewoon teveel"? Erkent u dat dit een extra reden is om de heer Marcouch terug te roepen?

De vrees van algemeen directeur de heer Bode is begrijpelijk, maar ongegrond. De versterking van de kwaliteit van het taal- en rekenonderwijs op de basisschool vormt nog steeds het speerpunt van het kabinet. Van leraren verwachten wij dat zij hier voldoende aandacht aan besteden zodat ieder kind optimaal voorbereid

Pagina 2 van 5





het vervolgonderwijs kan instromen. De wettelijke regeling van het godsdienst- en het humanistisch vormingsonderwijs komt hieraan tegemoet door een strikte scheiding van verantwoordelijkheden. De school is alleen verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van lesruimte en lesuren. Een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie is steeds verantwoordelijk voor de (kwaliteit van de) lessen. Zij stelt de docenten aan en treedt op als werkgever. Deze scheiding maakt dat de school zich niet bemoeit met de inhoud van het vrijwillige godsdienst- of levensbeschouwelijke onderwijs. De docenten van het openbare onderwijs worden hierdoor niet belast met extra (onderwijs)taken. Evenmin kunnen de leraren godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs zich bemoeien met de inhoud van het openbaar onderwijs, waardoor de neutraliteit van het openbaar onderwijs wordt geborgd. Van een jaarlijkse inventarisatie van belangstelling van ouders voor godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs door het bestuur is onder de huidge wetgeving reeds sprake. Het voorstel van de heer Marcouch verandert hier in principe niets aan.


4
Deelt u de mening dat islamlessen op openbare scholen geen oplossing bieden voor mogelijke problemen met koranlessen op weekendscholen, omdat het één het ander niet uitsluit? Kunt u uw antwoord toelichten?

Islamitisch godsdienstonderwijs op de openbare school zoals verwoord in artikel 50 en 51 WPO kan fungeren als alternatief voor islamitische godsdienstlessen in de moskee. Dit betekent echter niet dat het automatisch voor alle ouders zal dienen als vervanging van de lessen in de moskee. Ouders hoeven geen keuze te maken en kunnen besluiten hun kinderen aan beide vormen van onderwijs deel te laten nemen.


5
Wanneer krijgt de Kamer de resultaten van het onderzoek naar koranlessen op weekendscholen? 2)

Zoals is medegedeeld in de brief die de minister voor Wonen, Wijken en Integratie mede namens mij op 9 juli 2009 aan de Tweede Kamer heeft verstuurd (kamerstuk 2008-2009, 31700 IIIV, nr. 218), zal het onderzoek naar de kwaliteit van islamitisch godsdienstonderwijs op weekendscholen naar verwachting komende winter gereed zijn. Zodra de onderzoeksresultaten bekend zijn, sturen wij deze vergezeld van een beleidsreactie naar uw kamer.


6
Deelt u de mening dat islamlessen (in het kader van godsdienstig vormingsonderwijs) in het openbaar onderwijs overbodig zijn, aangezien leerlingen al verplicht zijn om het vak geestelijke stromingen te volgen?

Het verplichte vak geestelijke stromingen en het vak godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs waar ouders wettelijk recht op hebben, verschillen inhoudelijk van elkaar, waardoor geen sprake is van het overbodig zijn van de een of de ander. Het vak geestelijke stromingen richt zich op de kennismaking van kinderen met de pluriformiteit in Nederland. Tijdens deze lessen wordt op respectvolle en objectieve wijze aandacht besteed aan de voornaamste godsdienstige en levensbeschouwelijke stromingen binnen de Nederlandse samenleving, waaronder de islam. Dit vak is verplicht gesteld voor zowel openbare als bijzondere basisscholen. Godsdienstonderwijs wordt juist

Pagina 3 van 5





vanuit een bepaalde levensovertuiging gegeven. Deelname van kinderen aan dit vak geschiedt dan ook enkel op verzoek van hun ouders.


7
Bent u bereid te onderzoeken of het vak geestelijke stromingen kan worden uitgebreid met ethiekonderwijs, zoals in Berlijn? 3)

Het vak geestelijke stromingen kan desgewenst met (onderdelen van) ethiekonderwijs worden uitgebreid maar de beslissing daartoe is aan het bestuur van de (openbare) school en die zal dit ook af laten hangen van wat de ouders willen. Ethiek binnen het verplichte vakgebied geestelijke stromingen in plaats van het godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs kan echter niet aan de orde zijn. De wet geeft de ouders die dat willen recht op godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs zoals de wet dit aangeeft: uitgaande van en onder verantwoordelijkheid van organisaties die zich het geven van G/HVO statutair ten doel stellen.


8
Deelt u de mening dat het bedrag van 10 miljoen euro vanaf 2010 voor humanistisch vormend en godsdienstonderwijs (G/HVO) beter besteed had kunnen worden aan taal en rekenen voor alle leerlingen? Kunt u uw antwoord toelichten? 4)

De Tweede Kamer heeft bij de begrotingsbehandeling van 2009 besloten structureel middelen vrij te maken voor het daadwerkelijk verzorgen van godsdienst- en humanistisch vormend onderwijs op openbare scholen. Omdat de Kamer hiervoor heeft gekozen kan ik de hiermee gemoeide 10 miljoen op jaarbasis niet aanwenden voor taal en rekenen.


9
Hoe staat het met de onderwijssegregatie in Amsterdam en specifiek in stadsdeel Slotervaart? Welke activiteiten worden ondernomen tegen segregatie en wat is uw oordeel hierover?

Iets meer dan de helft van de Amsterdamse leerlingen in het basisonderwijs is van niet-westerse afkomst. Ongeveer 44% van de Amsterdamse basisscholen is een afspiegeling van de wijk (bron: Kenniscentrum Gemengde Scholen, 2009). Om de segregatie in het basisonderwijs tegen te gaan, is in Amsterdam gestart met een aantal pilots. Één van deze pilots wordt gefinancierd door OCW, te weten: `Evenwicht in Amsterdam'; implementatie pilot socio-economische desegregatie in Amsterdam West. Op dit moment wordt uitvoering gegeven aan deze pilot. De schoolbesturen hebben over het tegengaan van segregatie afspraken gemaakt met de stadsdelen en de gemeente. In het voorjaar van 2010 zal ik -volgens afspraak- uw Kamer informeren over de door OCW gesubsidieerde pilots in elf gemeenten, waaronder de genoemde pilot in Amsterdam West.


10
Deelt u de mening dat leerlingen zoveel mogelijk samen naar school moeten gaan, maar dat dit niet bevorderd moet worden via de `religieuze invalshoek', zoals de heer Marcouch doet?

Pagina 4 van 5





Het kabinet is van mening dat leerlingen met verschillende achtergronden zoveel mogelijk samen met elkaar op moeten groeien. De school is bij uitstek een plaats waar dergelijke ontmoeting vorm kan krijgen.


1) VOS/ABB, 7 oktober 2009: "Marcouch wil islamlessen in heel Amsterdam" http://www.vosabb.nl/werkgevers-in-
onderwijs/actueel/nieuws/item/artikel/14635/1/
Over onderwijs, oktober 2009: "Als we islamlessen invoeren, doe dat dan in heel Amsterdam"
http://www.vosabb.nl/uploads/media/Islamlessen_Over_Onderwijs.pdf
2) Kamerstuk 31 200 VIII, nr. 199

3) Trouw, 27 april 2009: "Berlijn blijft een heidense stad" http://www.trouw.nl/nieuws/europa/article2742043.ece
4) Begroting OCW 2010, blz. 63

Pagina 5 van 5