Transitieakkoord farmaceutische zorg 2008/2009
Kamerstuk, 9 november 2009
GMT-VDG-2969125
9 november 2009
Transitieakkoord farmaceutische zorg 2008/2009
Geachte voorzitter,
Tijdens het Algemeen overleg over het geneesmiddelenbeleid van 8
oktober 2009 is onder meer de positie van het Transitieakkoord
farmaceutische zorg 2008/2009 (Transitieakkoord) aan de orde gekomen.
Tijdens het Verslag van dit Algemene overleg (VAO) op 29 oktober 2009
heeft de heer Van der Veen c.s. een motie ingediend die op 3 november
met algemene stemmen is aanvaard (Kamerstukken 2009-2010, 29 477, nr
114).
De motie constateert dat het Transitieakkoord is beëindigd nu de Bond
van generieke geneesmiddelenindustrie in Nederland (Bogin) uit het
Transitieakkoord is gestapt en "verzoekt de regering per omgaande
schriftelijk te garanderen dat geen sprake zal zijn van compensatie
aan apothekers vanwege kostendaling van geneesmiddelen en dat in ieder
geval geen besluitvorming in dezen zal plaatsvinden zonder dat overleg
met de Kamer heeft plaatsgevonden".
Alvorens in te gaan op de motie zelf zal ik eerst enige toelichting
geven op het Transitieakkoord en de verplichtingen die daarin zijn
opgenomen.
In het kader van het Transitieakkoord hebben de betrokkenen een
aanvullende financiële taakstelling op de uitgaven voor de
geneesmiddelenvoorziening geaccepteerd van per saldo EUR 340 mln voor
2008 en per saldo EUR 456 mln voor 2009. De totaal te realiseren
opbrengst onder het Transitieakkoord bedraagt daarmee EUR 1311 mln in
2008 en EUR 1427 mln in 2009 met inachtneming van artikel 12, tweede
lid van het Transitieakkoord. Artikel 12, tweede lid van het
Transitieakkoord luidt als volgt:
12. 2 Indien naleving van de overeengekomen afspraken te wensen
overlaat, dan wel de beoogde doelstellingen dreigen niet, of niet in
voldoende dan wel in meer dan toereikende mate te worden bereikt,
zullen partijen daarover overleg plegen en zo nodig de afspraken
aanpassen, preciseren of verduidelijken".
In artikel 12, derde lid is aangegeven dat partijen het
Transitieakkoord onder omstandigheden kunnen opzeggen.
12.3 Partijen kunnen dit Transitieakkoord opzeggen indien zij van
mening zijn dat de in het Transitieakkoord beschreven inspanningen
onvoldoende plaatsvinden of de beoogde resultaten niet worden bereikt.
De redenen voor het opzeggen door de Bogin liggen vooral in de
vormgeving en de maatvoering van het (individuele) preferentiebeleid
dat een aantal zorgverzekeraars met ingang van 1 juli 2008 voert en de
door de Bogin verwachte effecten daarvan. Alsmede de wens om een en
ander in rechte aan te kunnen vechten. Niet zo zeer in uitbreiding van
het individuele preferentiebeleid als zodanig. Het ook door de Bogin
ondertekende Transitieakkoord gaat immers juist uit van het
uitbreiding van het individuele preferentiebeleid ten koste van het
gezamenlijke preferentiebeleid dat kritiek ondervindt van de Europese
Commissie.
Wat er ook zij van de beweegredenen van de Bogin om het
Transitieakkoord op te zeggen en of die binnen de termen van artikel
12, derde lid vallen en wat de juridische consequenties daarvan mogen
zijn, de overige partijen bij het Transitieakkoord hebben te kennen
gegeven verder te gaan op de met het Transitieakkoord ingeslagen weg
en er van uit te gaan dat het Transitieakkoord in stand is gebleven.
Ook de Bogin heeft na de opzegging aangegeven dat hij de lijn van mijn
langetermijnbeleid in de farmaceutische zorg ondersteunt en dat hij
aan de nadere concretisering en uitwerking daarvan en van het
Transitieakkoord blijft meewerken.
Ik heb u dat in antwoord op Kamervragen van de leden Zijlstra en
Schippers (beiden VVD) waarin mij werd gevraagd te reageren op het
opzeggen van de Bogin aangegeven. In die beantwoording (en ook in de
beantwoording van vragen van het Kamerlid mw Kant, SP) heb ik ook
aangeven dat het Transitieakkoord door het opzeggen van de Bogin niet
is beëindigd (Kamerstukken 2007-2008, Aanhangsel blz. 5499 en
Kamerstukken 2007-2008, Aanhangsel blz 5957).
Overigens is de discussie over het voortbestaan van het
Transitieakkoord min of meer academisch geworden nu de overige
partijen bij het Transitieakkoord hebben aangegeven het
Transitieakkoord verder uit te voeren en zich houden aan de bepalingen
uit het akkoord en ook de Commissie monitoring Transitieakkoord (met
vertegenwoordigers van de Bogin) en de Stuurgroep Transitieakkoord
(zonder vertegenwoordigers van de Bogin), met enige regelmaat bij
elkaar komen.
Binnenkort komt de Stuurgroep Transitieakkoord weer bij elkaar om
onder andere de opbrengst 2008 van het Transitieakkoord vast te
stellen. De Commissie monitoring van het Transitieakkoord komt tot een
meeropbrengst over 2008 van
EUR 108 mln. De KNMP heeft verzocht om een bijeenkomst van de
Stuurgroep Transitieakkoord in verband met artikel 12, tweede lid van
het Transitieakkoord om te overleggen over de (oorzaken van de)
meeropbrengst.
Bij de totstandkoming van het Transitieakkoord is afgesproken te
overleggen over minder- en meeropbrengsten en zo nodig de afspraken
uit het Transitieakkoord aan te passen, te verduidelijken of te
preciseren. Ten aanzien van mogelijke meeropbrengsten is afgesproken
dat volume-effecten nimmer aanleiding tot compensatie van één van de
partijen bij het Transitieakkoord zou kunnen zijn.
Vooralsnog zal eerst moeten worden gekeken naar de oorzaken van de
meeropbrengst en of er mogelijk al enige compensatie met betrekking
tot één van de partijen bij het Transitieakkoord heeft plaatsgevonden.
(zoals bijvoorbeeld voor apotheekhoudenden in de aanpassing van het
tarief apotheekhoudenden door de Nederlandse zorgautoriteit).
Ik heb tijdens het VAO al toegezegd dat ik geen besluit zal nemen (zo
ik dat al zelfstandig kan) zonder overleg met de Kamer. Immers bij het
Transitieakkoord zijn meerdere partijen betrokken die in beginsel
allen zullen moeten instemmen met eventuele aanpassingen,
verduidelijkingen en precisering van de afspraken daarin.
Ik zal u zo spoedig mogelijk van de uitkomsten van het overleg van de
Stuurgroep Transitieakkoord op de hoogte stellen.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport