Gemeente Amsterdam



Persbericht

Datum 10 november 2009

Kenmerk 260

College stelt nieuwe kunstenplansystematiek voor

Het college van B&W doet voorstellen tot verbetering van de Amsterdamse kunstenplansystematiek. Diverse evaluaties en discussies zijn aan dit voorstel voorafgegaan. In 2006 is al in het programma-akkoord vastgelegd dat de systematiek na twintig jaar moet worden herzien. Voorop staat dat de afstand tussen politiek en kunst te groot is geworden. Het gevolg is dat er te weinig binding is tussen kunst- en cultuursector en stad en dat er te weinig sturing is vanuit de politiek. Het college doet concrete voorstellen om deze knelpunten in de huidige systematiek te ondervangen.

Wethouder Carolien Gehrels (Kunst en Cultuur): "Dit college wil de verbindingen tussen de politiek, het culturele veld en de Amsterdammer versterken. Deze nieuwe manier van werken dwingt ons om met elkaar in alle openbaarheid van gedachten te wisselen over de essentiële beslissingen in kunst en cultuur, in relatie tot de ambities van de stad."

De culturele infrastructuur van Amsterdam
De gemeente Amsterdam zal als basis voor haar cultuurbeleid gaan werken met een culturele infrastructuur Amsterdam. Deze culturele infrastructuur is vergelijkbaar met de structuur die landelijk is gekozen. Het gaat hierbij over het samenhangende geheel van functies waarop het culturele leven in Amsterdam steunt. Uiteraard is een dergelijke structuur niet statisch. Door ontwikkelingen in stad en samenleving zullen onderdelen afvallen en zullen er nieuwe functies bij komen. Ook kan binnen de structuur verschil worden aangebracht tussen functies die, gezien vanuit de traditie en de bedrijfsvoering, een langjarig subsidieperspectief nodig hebben en functies die gebaat zijn bij flexibiliteit.

Verkenning en Vooruitblik
Om beter in beeld te krijgen hoe het Amsterdamse kunstenveld er uit ziet en functioneert, wil het college de vierjaarlijkse Verkenning invoeren, die wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Amsterdamse Kunstraad. Het doel is een beeld te krijgen over de volle breedte van de bestaande culturele voorzieningen: zowel in het centrum als in de stadsdelen en zowel van het gesubsidieerde als het niet gesubsidieerde deel. De kunstsector zelf wordt betrokken bij het opstellen van de Verkenning. Een ander vast onderdeel van het Kunstenplan wordt de Vooruitblik, die volgt op de Verkenning. Het college stelt zich hierbij een serie debatten voor waaraan het culturele en het politieke veld breed deelnemen. Onderwerp is de vraag: Wat is er terecht gekomen van de cultuurpolitieke ambities? De Verkenning en de Vooruitblik dienen als opmaat naar de hoofdlijnennota.

Kwaliteit
Omdat het beoordelen van de kwaliteit van kunstinstellingen van groot belang is, wil het college drie criteria benoemen voor de bepaling van het begrip kwaliteit: de artistiek- inhoudelijke kwaliteit en het zakelijke vermogen, het belang voor de stad en het publieksbereik. De exacte invulling en toepassing van die criteria is een zaak van de .

Kunstraad. Wel is essentieel dat de Kunstraad alle betrokkenen hierover aan de start van het traject inzicht geeft, zodat helder is op welke manier de beoordeling plaatsvindt.

De kunstschouwen
Om de verbinding tussen politiek en veld te versterken en om nieuwe ontwikkelingen aan te jagen, stelt het college voor om in lijn met het advies van Roel in 't Veld kunstschouwen aan te stellen als bijzonder adviseur van het college en de gemeenteraad. Het zijn personen die hun sporen in de kunstwereld hebben verdiend en een uitstekend overzicht hebben over het culturele landschap. Het college stelt voor om voor het Kunstenplan 2013-2016 twee kunstschouwen aan te stellen: een kunstschouw voor Wereldklasse en een voor Laboratorium.

De Amsterdamse Kunstraad
Duidelijk is dat de rol en positie van de Kunstraad als gevolg van voorstaande plannen verandert. De Kunstraad heeft ook zelf de wens uitgesproken om tot vernieuwing te komen. Ook de werkwijze van de Kunstraad zal veranderen: er komt meer ruimte voor dialoog en hoor en wederhoor. Bezien moet worden welke consequenties dit heeft voor de samenstelling van de Kunstraad, het bestuur en het bureau van de Kunstraad. Het volgende Kunstenplan 2013-2016 zal volgens de nieuwe systematiek worden uitgevoerd. Sommige onderdelen, zoals de kunstschouw, zijn nieuw en moeten in de praktijk hun waarde bewijzen. De invoering zal daarom met voorzichtigheid, stapsgewijs moeten plaatsvinden; geen revolutie maar een evolutie.

De notitie `De nieuwe kunstenplansystematiek' is integraal te downloaden op: www.dmo.amsterdam.nl.

Pb-260