Leger des Heils
Jeugdbescherming Leger des Heils bereikt groepen die niet door andere
aanbieders van jeugdbescherming worden bereikt
Dinsdag 10 november 2009 is door het Verwey-Jonker Instituut een
onderzoeksrapport over de Jeugdbescherming van het Leger des Heils
overhandigd aan minister Rouvoet van Jeugd en Gezin. De belangrijkste
conclusie is dat het Leger des Heils groepen bereikt die niet door de
andere aanbieders van jeugdbescherming (kunnen) worden bereikt.
Aanleiding voor het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het Leger
des Heils, is de evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg. Het Leger des
Heils is, naast de regionaal werkende bureaus jeugdzorg, één van de
landelijk werkende instellingen op het gebied van jeugdbescherming.
Het Verwey-Jonker Instituut is bij relevante partijen zoals
kinderrechters, de Raad voor de Kinderbescherming en andere aanbieders
van jeugdbescherming nagegaan wat de toegevoegde waarde is van het
Leger des Heils op het terrein van jeugdbescherming. Het Verwey-Jonker
Instituut concludeert op basis van het onderzoek dat het Leger des
Heils zich binnen de jeugdbescherming onderscheidt op de manier waarop
ze zich - volgens de meeste respondenten - ook behoort te
onderscheiden: het bereiken en begeleiden van groepen die niet door
andere aanbieders van jeugdbescherming (kunnen) worden bereikt.
De directeur van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en
Gezondheidszorg, Lt. kolonel dr. Ine Voorham zei bij de overhandiging
van het rapport het volgende: `Ik ben blij dat herkend wordt dat de
deskundigheid van de medewerkers van de Leger des Heils
Jeugdbescherming zich richt op mensen aan de onderkant van de
samenleving zoals multiprobleemgezinnen en groepen als Sinti en Roma
en dat ervaren wordt dat we voor deze mensen ook echt wat kunnen
betekenen'.
Ruim zeventig procent van de respondenten binnen het onderzoek is het
eens met de stelling dat de Jeugdbescherming van het Leger des Heils
een toegevoegde waarde heeft in het veld van de jeugdbescherming.
Respondenten benoemen bijvoorbeeld als meerwaarde dat zaken niet snel
door het Leger des Heils worden terugverwezen, maar dat er wordt
doorgezocht naar een oplossing en dat deze meestal ook wordt gevonden.
Uit de rondgang van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat de
gezinsvoogden van het Leger des Heils het over het algemeen goed doen.
Ze zijn vasthoudend in de begeleiding van `moeilijke' kinderen en hun
ouders, kortom: ze doen wat gedaan moet worden.