Analysebureau Luchtvaartvoorvallen moet opnieuw worden ingericht

Het loket waar voorvallen in de luchtvaart worden gemeld, het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen, moet opnieuw worden ingericht om het effect van het meldingensysteem te vergroten. Dit adviseert de Commissie van Delden die op verzoek van het kabinet de Meldingsplicht Voorvallen Burgerluchtvaart heeft geëvalueerd. Ook concludeert de commissie dat er regelmatig overleg moet plaatsvinden tussen luchtvaartsector en OM over de voorvallen zodat de relatie tussen beide versterkt wordt. Het kabinet neemt de conclusies van de commissie over. Dit hebben minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat en minister Hirsch Ballin van Justitie vandaag laten weten in een brief aan de Tweede Kamer.

Deze evaluatie van de Commissie van Delden is aangekondigd toen in 2007 in Nederland nieuwe Europese regels gingen gelden over het melden van voorvallen. Het werd voor bepaalde beroepsgroepen in de burgerluchtvaart, zoals gezagvoerders en luchtverkeersleiders, verplicht om melding te maken van defecten, fouten of andere onregelmatigheden. Het gaat hierbij om voorvallen die invloed kunnen hebben op de vliegveiligheid maar die niet leiden tot een ongeval of ernstig incident. Dit meldingensysteem leidt tot een centraal overzicht van de voorvallen met als doel de luchtvaartveiligheid te vergroten.

De commissie heeft twee jaar na invoering van het nieuwe systeem gekeken hoe het functioneert en wat er verbeterd kan worden. Volgens de commissie is het aantal meldingen fors toegenomen maar functioneert het loket waar de meldingen binnenkomen nog niet optimaal. Dit Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL), koppelt de meldingen bijvoorbeeld niet regelmatig terug aan overheid en sector. Hierdoor staat de meldingsbereidheid in de sector onder druk. Daarnaast zou het ABL meer analyses moeten maken van trends, gevolgen en oorzaken zodat er geleerd kan worden van de informatie. Inmiddels is er bij het ABL al een begin gemaakt met het opvolgen van deze aanbevelingen.

Omdat het enige doel van de melding een verhoging van de vliegveiligheid is, zijn de gegevens van de melder beschermd. De melding wordt dan ook niet gebruikt voor strafrechtelijke vervolging, tenzij er sprake is van opzet of grove nalatigheid. Als dit het geval is legt het ABL contact met het OM om de melding te onderzoeken. Volgens de commissie van Delden moet dit zo blijven. Overigens is het sinds de invoering van het nieuwe systeem nog niet voorgekomen dat een melding naar het OM is doorgestuurd. Binnen de luchtvaartsector leeft het gevoel dat de meldingsbereidheid onder druk staat door deze mogelijkheid. Om het vertrouwen tussen sector en OM te versterken moet volgens de commissie de transparantie worden verhoogd, onder andere door regelmatig overleg tussen sector en OM. Een dergelijk zogeheten casusoverleg kan de relatie tussen de sector en het OM versterken en verbeteren.

Naast de commissie van Delden heeft ook het adviescollege voor luchtvaartveiligheid (DEGAS) de rol van strafrechtelijke vervolging bij luchtvaartincidenten geëvalueerd. DEGAS komt in grote lijnen tot dezelfde conclusies maar vindt dat de wet aangepast moet worden door het begrip grove nalatigheid op voorhand buiten het strafrecht te houden. Het kabinet neemt dit advies niet over omdat een sluitstuk nodig is indien strafrechtelijke vervolging onverhoopt aan de orde zou kunnen komen.

Meer informatie: http://www.verkeerenwaterstaat.nl/actueel/kamerstukken/

Noot voor redacties (