Senternovem
11-11-2009 | Gezamenlijke maatlat maakt begrippen energieneutraal en
CO2-neutraal in gebouwde omgeving transparant
Het meest duurzame stadhuis, de eerste klimaatneutrale bedrijfshal of
de eerste energieneutrale woonwijk. Bedrijven, gemeenten en overheden
plakken steeds vaker deze termen op hun projecten. Maar is dat altijd
terecht? Er blijken nogal wat interpretaties te zijn van deze
begrippen. Het Platform energietransitie Gebouwde Omgeving heeft
adviesbureau W/E adviseurs een definitiekader laten vaststellen. Een
gezamenlijke maatlat die ruimte geeft aan verschillende
ambitieniveaus. Naast een strakke vastlegging van grenzen en
rekenmethoden zijn de voorgestelde definities een verantwoord
hulpmiddel om een duurzame gebouwde omgeving te realiseren.
"Al bestaat er een algemeen beeld over wat de begrippen betekenen, ze
roepen toch ook de nodige vragen op", zegt Leo Brouwer, secretaris van
het Platform energietransitie Gebouwde Omgeving (PeGO). Zo betekent
'energieneutraal' bijvoorbeeld dat een gebouw op jaarbasis evenveel
duurzame energie opwekt als gebruikt. Maar reken je alleen het
energiegebruik voor het verwarmen en koelen van een gebouw? Of neem je
ook de energie die computers, printers en afwasmachines gebruiken mee?
En hoe zit het met de verbruikte energie van de bouwmaterialen?
Brouwer: "Door deze interpretatieruimte dreigen de termen algemene
containerbegrippen te worden."
Definities
Het rapport geeft een praktisch antwoord op deze begripsverwarring. De
definities worden beschreven aan de hand van typen energieverbruik en
CO2-emissies. Maar ook de grenzen waarbinnen alternatieven mogelijk
zijn en welke alternatieven dat zijn, komen aan de orde. De definities
omvatten het gebouwgebonden gebruik, het gebruikersaandeel en het
materiaalgebonden gebruik. Tot op heden werd die laatste component
buiten beschouwing gelaten. "Dat is onterecht", vindt Brouwer.
"Materiaalgebruik maakt immers twintig procent deel uit van de energie
die in totaal nodig is voor het gebruik van een gebouw over de
levensduur. Materiaalgebonden energiegebruik mag dus niet ontbreken in
de definitie en de berekeningen, en als je het wél achterwege laat,
moet je daarover duidelijk zijn."
Compensatie
Met de definities is het mogelijk om klimaat-, CO2- en energieneutrale
concepten met elkaar te vergelijken en te toetsen met objectieve
criteria. Een belangwekkende keuze die is gemaakt is die voor de
mogelijkheid duurzame energie te compenseren en te importeren.
"Daardoor is neutraliteit niet alleen voorbehouden aan
nieuwbouwprojecten, maar ook realiteit voor bestaande bouwâEUR, aldus
Brouwer.
Praktijk
Naast definities geeft het rapport een aanzet voor een set rekenregels
waarmee per situatie een heldere verantwoording van zowel de ambities
als van de realisatie mogelijk wordt. De definities en het rekenmodel
bieden gemeenten bij uitstek de middelen om hun eigen klimaatbeleid te
formuleren. Maar ook projectontwikkelaars en corporaties kunnen het
gebruiken om hun klimaatambities vorm te geven en scherp te stellen.
Hiermee kan een route naar energie- of CO2-neutraliteit worden
uitgestippeld. Brouwer: "Het model biedt ruimte voor een zekere
vrijheid per project. De toegevoegde waarde is dat het model dwingt de
gemaakte keuzes transparant te maken.âEUR
CO2-, klimaat- en energieneutraal: wat is dat?
In de definitiestudie zijn 'CO2-neutraal' en 'klimaatneutraal' aan
elkaar gelijk gesteld, omdat er binnen de gebouwde omgeving nauwelijks
sprake is van niet-CO2-broeikasgassen. Vervolgens is vastgesteld dat
er in CO2-neutrale projecten op jaarbasis geen netto uitstoot van
broeikasgassen mag optreden om de gebouwen op te richten, te gebruiken
of af te breken. De broeikasemissie die nog wel plaatsvindt, mag dus
niet groter zijn dan de hoeveelheid CO2 die wordt vastgelegd,
opgeslagen of vermeden met duurzame energieopwekking. Per project is
er een zekere vrijheid bij de keuze voor de inzet van deze middelen.
Voorwaarde hierbij is dat de ingeboekte CO2-reductie redelijkerwijs is
gegarandeerd en dat er transparantie is over de gemaakte keuzes.
Voor energieneutrale projecten geldt een vergelijkbare definitie: op
jaarbasis is er geen netto import van fossiele of nucleaire brandstof
nodig om het gebouw op te richten, te gebruiken of af te breken. Er is
dus een volledige compensatie nodig van het energieverbruik dat nog
binnen het project optreedt. Deze compensatie moet plaatsvinden door
het opwekken van duurzame energie binnen de projectgrens of de inkoop
ervan buiten het project. Ook hier geldt dat er per project een zekere
keuzevrijheid is, zolang de gemaakte keuzes transparant zijn.
Participatie
Partijen uit de praktijk worden van aangemoedigd definities en
rekenmodel te toetsen. Brouwer: "Ik denk dat we een waardevolle aanpak
hebben opgesteld. Blijkt het zo toch niet te werken, wordt het te
ingewikkeld, dan passen we gericht aan. Het geheel moet duidelijkheid
scheppen en richting geven aan een duurzame gebouwde omgeving, en niet
een enorme drempel opwerpen om energieneutraal of CO2-neutraal te
bouwen en te renoveren. PeGO hecht veel waarde aan reacties uit de
praktijk."
Reacties zijn welkom via pego@senternovem.nl.
Downloads
Rapport - Stevige ambities klare taal, definitiestudie - november 2009