Ministerie van Economische Zaken

Nederland verdient aan buitenland

11 november 2009 | nieuwsbericht

De Nederlandse economie en Nederlandse werknemers verdienen goed aan het buitenland. Buitenlandse bedrijven zorgen voor 15 procent van alle banen en voor 24 procent van de totale toegevoegde waarde van het bedrijfsleven. Ook betalen buitenlandse bedrijven 15 procent meer salaris dan andere bedrijven. Werknemers blijven er gemiddeld ook langer werken.

Dat staat in de Internationaliseringsmonitor 2009 die op 11 november 2009 door staatssecretaris Heemskerk in ontvangst is genomen. Volgens Heemskerk tonen de cijfers in het rapport aan dat Nederland een belangrijk handelsland is. 'Nederland verdient aan het buitenland. De zorg voor een goed investeringsklimaat en open grenzen zijn daarom van groot belang,'aldus Heemskerk. 'Met deze nieuwe feiten in de hand kunnen we de werkelijke effecten van globalisering inzichtelijk maken voor het grote publiek. Globalisering is niet abstract of ongrijpbaar, en het levert Nederland ook veel goeds op. Dankzij de internationalisering is Nederland weliswaar een klein land, maar big in business.'

Opkomende markten

Het CBS heeft berekend dat van alle Nederlandse export 34 procent afkomstig is van grote ondernemingen en 42 procent van het MKB. Het rapport laat zien dat opkomende markten voor Nederland van steeds groter belang zijn. Het CBS benoemt 16 opkomende markten - van China en Zuid-Korea tot en met Turkije en Brazilië, die samen verantwoordelijk zijn voor 19% van de Nederlandse import en 9% van onze export. Verder valt op dat Nederland vergeleken met Europese handelspartners een grotere investeringsrelatie heeft met opkomende markten: 8 procent van onze directe investeringen in het buitenland gaan naar deze landen, vergeleken met maar 6 procent van de investeringen vanuit andere Europese landen. Buitenlandse bedrijven zorgen voor 30 procent van de totale omzet in Nederland en voor 21 procent van de investeringen. Ook zijn ze verantwoordelijk voor 22 procent van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling.

Volgens Heemskerk laat het CBS met deze cijfers zien dat Nederland voor veel landen buiten de EU de 'Gateway to Europe' is. Ook laten de cijfers over buitenlandse investeringen van Nederland zien dat wij niet alleen handel drijven met opkomende landen, maar ook langjarige economische relaties aangaan, aldus Heemskerk. 'Maar er zijn ook keerzijden aan de globalisering. Als overheid moeten we mensen die hun baan verliezen als gevolg van verplaatsing van productie naar het buitenland, de kans geven om zich verder te ontwikkelen en nieuw werk te vinden. Dat doen we door te zorgen dat zij bijscholing krijgen en dat Nederland een sterk kennisland wordt en blijft. Ik zie veel mogelijkheden voor vernieuwing op het gebied van duurzame ontwikkeling en groene energie. Door dit te stimuleren creëren we nieuwe banen, versterken we onze internationale economische positie en kunnen we ook aan onze klimaatverplichtingen voldoen.'