Nederlandse Vereniging van Journalisten

Brief minister over C2000 en Wob stelt teleur

woensdag 11 november 2009 | De NVJ is teleurgesteld over het schriftelijk antwoord dat minister Ter Horst heeft gegeven over de problemen rondom het communicatiesysteem C2000 en het regeringsbeleid met betrekking tot de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob). `We zijn door de minister van het kastje naar de muur gestuurd', aldus algemeen secretaris Thomas Bruning.

De NVJ vroeg in september een spoedgesprek aan met minister Ter Horst. Al meer dan vijf jaar is het bieden van een alternatief voor informatievoorziening/ persalarmering voor de media na de invoering van het communicatiesysteem C2000 onderwerp van gesprek tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en de NVJ. Het probleem is echter nog altijd niet naar genoegen opgelost, aldus NVJ. Toezeggingen van de Raad van hoofdcommissarissen op een spoedige landelijke invoering van dit alternatief worden keer op keer uitgesteld. De NVJ dringt daarom aan op een persoonlijk ingrijpen van de minister. `In Rijnmond blijkt dat er wel degelijk een werkbare oplossing bestaat', aldus Thomas Bruning. `Daar functioneert een pager-systeem, P2000, dat tenminste tegemoet komt aan de wensen van de beroepsgroep.' De minister schrijft in haar antwoord dat de regio's zelf verantwoordelijk zijn en dat eventuele klachten over het niet of niet goed functioneren van het regionale
persalarmeringssysteem bij de regio ingediend en door de regio zelf behandeld moeten worden. `De minister wil niet haar verantwoordelijkheid nemen en stuurt ons terug naar de politie waar we dus al vijf jaar bakzeil halen.'

De NVJ wilde ook het beleid met betrekking tot de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) aankaarten. De NVJ maakt zich grote zorgen over de verdubbeling van de wettelijke beslistermijn bij Wob-aanvragen. Ook blijken ministerie en de VNG de aanbeveling van de Raad van Europa te negeren om de toegang tot overheidsinformatie vrij te laten zijn van drempels. `Ook hier is de minister uiterst defensief in haar antwoord. Dit laat ons geen andere mogelijkheid dan de weg te vervolgen via de rechter en kamerleden op de hoogte te stellen van de weinig constructieve opstelling van de minister.'