ChristenUnie
Bijdrage Cynthia Ortega-Marijn algmeen overleg nieuwe
Lissabonstrategie
Bijdrage Cynthia Ortega-Marijn algmeen overleg nieuwe Lissabonstrategie
woensdag 11 november 2009 10:00
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. De SER stelt dat de
Lissabonstrategie gericht moet zijn op het bevorderen van de
maatschappelijke welvaart, inclusief planet, profit en people. De SER
onderstreept daarmee de ChristenUnie-motie van mijn fractiegenoot
Wiegman-van Meppelen Scheppink. Die motie vraagt om een visie op de
Lissabonstrategie, waarin gerichtheid op duurzame groei, solidariteit
en kwaliteit van het leven binnen en buiten de EU een plek krijgt. De
ChristenUnie wil niet uitgaan van de stelregel «hoe meer groei, des te
beter het ons gaat». Wij zijn dan ook verbaasd dat het kabinet geen
reden ziet om de koers van de Lissabonstrategie fundamenteel te
veranderen. Juist nu ziet de Christen- Unie kansen voor een
fundamentele omslag in het denken over groei en welvaart. Het besluit
over de nieuwe Lissabonstrategie komt wat ons betreft op een goed
tijdstip. De huidige crisis is een momentum om met het verleden te
breken. Dat houdt ook in dat wij sociale en ecologische factoren mee
willen gaan wegen. Juist bij de Lissabondoelen is het belangrijk dat
wij resultaten meten en vergelijken. Naast het bruto binnenlands
product hebben wij hiervoor ook hoogtemeters nodig die aangeven hoe
ver wij af zijn van een duurzame en solidaire economie. De Verklaring
van Tilburg, het appel van Antwerpen en het ons recent aangeboden
Momentum Manifesto doen concrete voorstellen voor het breder meten van
de gezondheid van de economie. Ook de Europese Tweede Kamer,
vergaderjaar 2009-2010, 21 501-20 en 32 136, nr. 457 10 Commissie
heeft inmiddels de bruikbaarheid van het bbp als goede graadmeter ter
discussie gesteld.
Mevrouw Gesthuizen (SP): Hoor ik u zeggen dat die koerswijziging nodig
is omdat het beleid van Europa tot nu toe absoluut niet sociaal te
noemen is?
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Dat hoort u mij niet zeggen.
Het enige wat ik zeg, is dat een koerswijziging nodig is. Omdat we nu
een crisis hebben, is het momentum er nu om ons meer te richten op
andere factoren en niet meer alleen op welvaartsgroei. Dat is wat ik
zeg. In het voorjaar toonden de minister-president en de minister van
Economische Zaken hun politieke wil om het maatschappelijke rendement
van publieke uitgaven uiteindelijk mee te nemen in analyses en
modellen. Waarom zien wij dat hier niet terug? Economische, sociale en
duurzame doelstellingen kunnen elkaar versterken, zo stellen de SER en
het kabinet. De ChristenUnie merkt hierbij wel op dat het beeld er
niet altijd zo rooskleurig uit ziet. Soms is het beeld asgrauw. Het
halen van klimaatdoelstellingen staat bijvoorbeeld onder druk door
toekomstige lage prijzen in het emissiehandelssysteem. Er dreigt
overcapaciteit van grijze stroom die de energietransitie naar
«duurzaam» in de weg zal staan. De ChristenUnie pleit voor een stevige
Nederlandse inzet om de milieu-, klimaat- en energieproblematiek in de
Lissabonstrategie te verankeren. Neemt het kabinet de SER-aanbeveling
over om de ecologische dimensie uit het Milieuactieprogramma van de EU
stevig in de nieuwe Lissabonstrategie te krijgen? Bovendien moeten de
effecten van het Lissabonbeleid voor de internationale omgeving en in
het bijzonder voor ontwikkelingslanden een plek krijgen. Waar zien wij
die effecten in terug? Hiernaast onderschrijf ik het belang van het
beter verbinden van de EU-begroting aan de Lissabondoelstellingen.
Wederzijds leren en monitoren moeten beter. De ChristenUnie ziet ook
belangrijke uitdagingen, zowel voor de EU als voor Nederland, op het
gebied van kennis en innovatie. Op dit moment scoort Nederland
gemiddeld of goed. Wel heeft Nederland een achterstand op private
R&D-uitgaven ten opzichte van de EU-15. Volgende week zullen wij
tijdens het AO over innovatie verder komen te spreken over de
innovatiekracht van Nederland.
Den Haag, 6 januari 2010
Geachte heer, mevrouw ,
Hartelijk dank voor uw e-mail bericht van 6/1/10 aan de
ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer over .
De zogenaamde 'partnertoeslag' in de AOW zou vanaf 2015 worden
afgeschaft. Deze maatregel is onder de 'Paarse' regeringsjaren
ingevoerd, dus al geruite tijd geleden, rond 1996. Er is destijds een
ruime overgangsmaatregel getroffen (zo'n twintig jaar) om mensen de
mogelijkheid te bieden aanvullende maatregelen te treffen, om de
eventuele inkomensachteruitgang op te vangen.
Inmiddels hebben we als fractie moeten vaststellen dat er een
Kabinetsvoorstel ligt om de afschaffing al per 2011 in werking te
laten treden.
Daarbij blijft overigens staan dat de wet alleen van kracht is voor
wie vanaf dat moment 65 wordt. Wie al een toeslag heeft, houdt die dus
gewoon.
Het klopt dat de ChristenUnie in het verleden kritische vragen had bij
de afschaffing van de partnertoeslag. Bij de behandeling van het
voorstel in 1996 waren we tegen. Bij de coalitieonderhandelingen in
2007 is er nog over gesproken. Er bleek echter geen politiek draagvlak
voor het terugdraaien van deze maatregel. Ook omdat er al zo'n lange
overgangsperiode voor bestaat en mensen derhalve kunnen sparen voor de
inkomensachteruitgang.
Als ChristenUnie hebben wij bij de begrotingsbehandeling van Sociale
Zaken in de week van 8 december dit onderwerp opnieuw aan de orde
gesteld, vanuit de gedachte dat in elk geval wezenlijke verzachting
van de maatregel mogelijk zou moeten zijn.
Dit heeft als resultaat dat het er nu naar uitziet dat een meerderheid
van de Kamer wel is gewonnen voor een zodanige bijstelling van de
maatregel dat mensen met een partner jonger dan 65, die niet in staat
is om te werken omdat deze feitelijk arbeidsongeschikt is, een toeslag
blijven ontvangen. Die mensen worden dus van de maatregel
uitgezonderd.
Bovendien is van belang dat niet alleen mensen tussen 55 en 65 van de
maatregel worden uitgezonderd, maar dat ook nog eens goed wordt
gekeken naar de mensen tussen 50 en 55.
Verder worden mensen in geen geval in de situatie gebracht dat alleen
vanwege het vervallen van de toeslag, men bij voorbeeld het huis zou
moeten verkopen.
Overigens blijft de ChristenUnie naar andere wegen zoeken om de
koopkracht van ouderen op peil te houden. Zo wordt, onder andere op
aandrang van ons, bezien of en zo ja hoe de
ouderenkorting uitkeerbaar kan worden. Op die manier kunnen mensen die
nu te weinig belasting betalen om de ouderenkorting te verzilveren,
alsnog in aanmerking voor de complete korting. De resultaten van het
onderzoek hopen we in de loop van volgend jaar te ontvangen.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geinformeerd.
Met vriendelijke groet,
Fractie ChristenUnie Tweede Kamer
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
e-mail christenunie@tweedekamer.n