Vrije Universiteit Amsterdam

Biomarkers bij de ziekte van Alzheimer


* Startdatum: 11-11-2009


* Tijd: 13.45


* Locatie: Auditorium


* Titel: Biomarkers bij de ziekte van Alzheimer


* Spreker: C. Mulder


* Promotor: prof.dr. M.A. Blankenstein prof.dr. Ph. Scheltens


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

De combinatie van amyloid-beta met tau eiwit levert een goede bijdrage voor de Alzheimer diagnostiek. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Cees Mulder.

Naarmate de mens ouder wordt, is de kans om de ziekte van Alzheimer te krijgen steeds groter. Het neemt sterk toe met de leeftijd, namelijk 3% van de ouderen tussen 65 en 74 jaar, 19% van de ouderen tussen 75 en 84 jaar, en zelfs 47% van de ouderen boven de 85 jaar hebben deze ziekte. Omdat de bevolking steeds ouder wordt neemt het aantal Alzheimerpatiënten sterk toe.

Onderzoek van de hersenen na het overlijden is de gouden standaard voor de diagnose en nog steeds gebaseerd op de klassieke kenmerken die Alois Alzheimer in 1907 beschreef, de aanwezigheid van amyloid-eiwit neerslagen en tau-eiwit kluwens.
De diagnose Alzheimer wordt tijdens het leven op grond van klinische criteria gesteld. Daar komt dan tegenwoordig beeldvormend onderzoek bij, terwijl biochemisch onderzoek ook steeds meer een plaats krijgt.

In het proefschrift van Mulder is de diagnose van de ziekte van Alzheimer in een geheugenkliniek beschreven, waarbij de biochemische markers amyloid-beta en tau eiwit in hersenvocht bepaald zijn. Deze biomarkers zijn afgeleid van de karakteristieke kenmerken.

Eerst is de opslag van het hersenvocht onderzocht. Wanneer de monsters na afname bij -80 °C worden opgeslagen zijn amyloid-beta en tau eiwit gedurende een lange periode stabiel. Vries/dooi cycli hebben geen invloed op de tauconcentraties, terwijl bij één vries/dooi cyclus amyloid-beta niet verandert, in tegenstelling tot de volgende drie cycli, waarbij een daling van ongeveer 20% optreedt.

De amyloid-beta concentraties zijn door Mulder met twee verschillende bepalingen in split samples op twee locaties gemeten. De eerste bepaling wordt veel in Europa gebruikt en de tweede vaak in de Verenigde Staten. Beide methodes onderscheiden Alzheimerpatiënten goed van controles, maar ten opzichte van een andere patiëntengroep is het onderscheidend vermogen minder.

Tenslotte beschreef Mulder zes jaar gebruik van biomarkers amyloid-beta en tau eiwit in hersenvocht van Alzheimerpatiënten en mensen met subjectieve geheugenklachten. De concentraties van amyloid-beta in hersenvocht is verlaagd terwijl tau eiwit verhoogd is ten opzichte van de groep met subjectieve geheugenklachten. Combinatie van amyloid-beta met tau eiwit levert een goede bijdrage voor de Alzheimer diagnostiek.


© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam