Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 176 / 11 november 2009

Hoogleraar bedrijfscultuur Rien T. Segers in nieuwste boek 'Nederland na de Crisis':

Hoe voorkomen we dat Nederland als een B-land uit de crisis komt?

Het leiderschap van Amerika is tanende en het economisch zwaartepunt verplaatst zich nog sneller dan gedacht naar Azië. De crisis zorgt voor sterk veranderende verhoudingen in de wereld. In zijn nieuwste boek 'Nederland na de Crisis, Leiderschap in een Nieuwe Wereld' beschrijft Rien T. Segers, hoogleraar bedrijfscultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen, dit nieuwe wereldtoneel en belicht hij de rol die Nederland in dit krachtenveld kan vervullen. Segers' boek wordt gepubliceerd door Uitgeverij Balans in Amsterdam en verschijnt eind deze week.

Segers, die tevens directeur is van het Center for Japanese Studies van de universiteit in Groningen, gaat in zijn boek Nederland na de Crisis in op de verschuiving van de economische macht. Hij beargumenteert waarom de Verenigde Staten hun leidende economische positie definitief verliezen en waarom het Aziatisch continent die plaats spoedig zal overnemen. Binnen dit krachtenveld is een belangrijke rol voor Nederland weggelegd, denkt Segers, maar alleen dan wanneer het land de bakens fundamenteel verzet. "Het is vijf voor twaalf op een snel doortikkende klok", zegt hij in zijn boek. "De eenentwintigste eeuw mag dan de eeuw van Azië worden, dat wil nog niet zeggen dat Nederland daar geen leidende rol in kan spelen." De huidige crisis is het moment bij uitstek voor een grondige herziening van de instellingen en conventies van onze samenleving en bedrijfscultuur, laat de auteur zien.

Onderschatting

Het gevaar dreigt echter dat Nederland ver achterop raakt, omdat de ernst van de huidige crisis in ons land wordt onderschat. Crisimaatregelen tot nu toe genomen in Nederland hebben overwegend een ad-hockarakter. De politiek toont hier onvoldoende besluitvaardigheid en het bedrijfsleven legt niet genoeg bereidheid tot veranderen aan de dag.

Wat dat laatste betreft moet volgens Segers om te beginnen een eind worden gemaakt aan de Anglo-Amerikaanse bedrijfscultuur, waarin aandeelhouderswaarde en winstcijfers prioriteit hebben. Die 'veramerikanisering' staat haaks op de oorspronkelijke Nederlandse bedrijfscultuur, die Segers kenmerkt als het Rijnlandse model. Dat is sterker gericht op gedeeld leiderschap, solidariteit en gemeenschapszin.

Bakens verzetten

Juist de open Nederlandse economie en het Rijnlandse Model, dat goed aansluit bij de Aziatische bedrijfscultuur, bieden Nederland uitstekende mogelijkheden op de veranderende situatie in te spelen, stelt Segers. Tegelijkertijd uit hij in zijn boek bezorgdheid over het ontbreken van bewustzijn hiervan. "Er worden handelsmissies naar Azië en vooral China georganiseerd en iedere stad van naam heeft wel een zusterstad in een Aziatisch land, maar een nationale aanpak ontbreekt. Dat vormt een regelrechte bedreiging voor de concurrentiekracht van Nederland."

Nederland moet daarom de banden met sterke Aziatische landen en de ondernemingen daar aanhalen. Meer ondernemingen moeten met Aziatische bedrijven samenwerken. Bovendien, aldus hoogleraar Segers, moet de tot nu toe hol klinkende frase The gateway to Europe, daadwerkelijk vorm worden gegeven door op grote schaal Aziatische bedrijven naar ons land te halen, voordat andere landen dat doen.

Terug naar Rijnlands model

Het oude Rijnlandse model noemt de hoogleraar in dit verband 'supersterk' omdat het Nederlandse ondernemingen in staat stelt internationaal succesvol te opereren. In het boek wijst Segers erop dat dit model tussen het Amerikaanse en Aziatische model in staat, maar meer aan de kant van het laatste. Segers concludeert dat die hybride Aziatische bedrijfscultuur van enerzijds een sterke gerichtheid op innovatie en resultaten en anderzijds op overleg en landsbelang, sterke overeenkomsten vertoont met het Rijnlandse model. Die verwantschap stelt ons uitstekend in staat ons voor te bereiden op de komende Aziatisering van de wereld, stelt de auteur.



Rijksuniversiteit Groningen