Jeugd&Gezin: Cultuurbreuk nodig in houding tegenover werkende vaders
Rouvoet: cultuurbreuk nodig in houding tegenover werkende vaders
Donderdag 12 november 2009, nummer
Er zijn te veel belemmeringen voor mannen om werk en gezin te combineren. Ook vaders hebben recht op meer keuzevrijheid om zo zorgtaken te kunnen verrichten. Nodig is een cultuurbreuk in de houding tegenover werkende vaders. Dit stelt minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin vandaag in een toespraak op het Najaarscongres van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI). Jeugd en Gezin start een onderzoek naar belemmeringen die vaders ervaren in de afstemming tussen werk en gezin, zo kondigt Rouvoet aan.
Het onderzoek van Jeugd en Gezin gaat in beeld brengen welke drempels er in de (bedrijfs)cultuur zijn en hoe deze kunnen worden opgelost. Ook wordt gekeken naar door werkende vaders zélf verwachte nadelige consequenties voor hun carrière. Zo denken mannen minder promotiekansen te hebben, wanneer ze aangeven meer tijd aan hun gezin te willen gaan besteden. Ook worden mannen vaker dan vrouwen ontmoedigd gebruik te maken van werk/privéregelingen.
Rouvoet bepleit een cultuurbreuk - op de werkvloer, op het schoolplein en in de bestuurskamers - in het denken over werkende vaders. "Als mensen in Nederland kinderen krijgen, blijft de vader vaak fulltime werken. De moeder gaat doorgaans minder werken. De vraag is of dit aansluit bij de wens van veel vaders om hun kinderen te zien opgroeien, en bij de wens van veel moeders om zich ook professioneel te blijven ontwikkelen. Vaders die meer zorgtaken op zich willen nemen, moeten daar meer ruimte voor krijgen."
Rouvoet wijst erop dat wanneer de economische crisis voorbij is, iedereen die kan werken hard nodig is op de arbeidsmarkt. Vergrijzing en ontgroening doen de beroepsbevolking afnemen. Het is volgens hem mogelijk de arbeidsparticipatie te verhogen, zónder dat dit ten koste gaat van het gezinsleven. Modern arbeidsmarktbeleid betekent dat gezinnen zélf kunnen kiezen hoe zij werk en privé afstemmen.
Keuzevrijheid kan alleen op een flexibele arbeidsmarkt. Rouvoet roept werkgevers op hiervan werk te maken: "U kunt de vijver waarin u naar werknemers vist groter maken. Investeringen in keuzevrijheid en flexibiliteit in de afstemming tussen werk en gezin kunt u méér dan terugverdienen. Het zal voordeliger blijken dan concurreren op loon. Door loonconcurrentie groeit de beroepsbevolking niet, maar wordt vooral duurder."
In de ogen van Rouvoet leidt meer keuzevrijheid en flexibiliteit tot dubbele winst: meer productiviteit op het werk én een stabieler gezinsleven. Stress in de ochtend- en namiddaguren neemt af, evenals onnodig ziekteverzuim. Vrouwen krijgen ruimere mogelijkheden om (meer) te gaan werken. Werkgevers krijgen goed gemotiveerde en betrokken arbeidskrachten. Voorbeelden van flexibiliteit zijn: thuis- en telewerken, zelfroosteren, schooltijdbanen en variabele werkweken of werkdagen. Arbeidsorganisaties moeten volgens Rouvoet er niet voor terugdeinzen individuele arrangementen per werknemer normaal te vinden.
---
Noot voor redacties (