motie Ten Broeke waarin de regering wordt verzocht om in Europees
verband de visumfacilitatieregelingen te doen verruimen
Kamerbrief inzake motie Ten Broeke waarin de regering wordt verzocht om in
Europees verband de visumfacilitatieregelingen te doen verruimen
Kamerbrief | 11 november 2009
Onder verwijzing naar de gewijzigde motie van het lid Ten Broeke c.s.
(21 501-02 nr. 909), waarin de regering wordt verzocht om in Europees
verband de EU-lidstaten op te roepen om de visumfacilitatieregelingen
te doen verruimen voor studenten in het hoger onderwijs uit Westelijke
Balkanlanden, kan ik u, mede namens de Minister van Justitie
informeren dat aan uw verzoek gehoor is gegeven.
Voor de duidelijkheid dient hier te worden benadrukt dat er bij
visumverlening een onderscheid gemaakt moet worden tussen
visumverlening voor kort verblijf (tot een periode van 3 maanden) en
voor lang verblijf (voor langer dan 3 maanden).
De minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor
visumverlening voor kort verblijf en hierbij gebonden aan de
EU/Schengenregelgeving. De beslissingsbevoegdheid voor visumverlening
voor lang verblijf, de verlening van een machtiging tot voorlopig
verblijf (mvv), is door de minister van Buitenlandse Zaken
gemandateerd aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het
ministerie van Justitie. De verantwoordelijkheid voor toelating ligt
bij de minister van Justitie. Mvv-verlening en toelating zijn
nationale aangelegenheden, waaraan geen EU/Schengenregelgeving ten
grondslag ligt.
Met betrekking tot visumfacilitatie voor kort verblijf voor studenten
van de Westelijke Balkanlanden zijn reeds visumfacilitatie
overeenkomsten van kracht tussen de EU en Macedonië, Servië,
Montenegro, Bosnië-Herzegovina en Albanië. Op basis van deze
overeenkomsten worden door de EU/Schengenlanden aan studenten gratis
visa verstrekt, indien zij in het kader van hun studie reizen. In het
geval dat het bezoek plaatsvindt om andere redenen dan studie, dan
wordt een gereduceerd tarief toegepast van EUR 35 in plaats van EUR
60. Tevens wordt aan studenten die aan de noodzakelijke
EU/Schengenvoorwaarden voor visumverlening voldoen, conform de
visumfacilitatie overeenkomsten, op soepele wijze meerjarenvisa
verleend.
Uiteindelijk zullen de hierboven genoemde landen op de Westelijke
Balkan, zodra zij voldoen aan alle criteria van het EU-stappenplan,
vrijgesteld worden van de visumplicht met als gevolg dat burgers van
die landen zonder visum in het EU/Schengengebied kunnen verblijven
voor een maximale periode van 3 maanden per 6 maanden.
Voor visumverlening voor lang verblijf, mvv-verlening, is het
nationale toelatingsbeleid van de EU-lidstaten van toepassing. Alle
burgers en ook studenten uit de Westelijke Balkan zijn mvv-plichtig.
Er is hiervoor geen EU-regelgeving. Ook na afschaffing van de
visumplicht , zal de mvv-plicht voor onderdanen van de Westelijke
Balkan blijven bestaan.
De toelating van studenten van buiten de Europese Unie, onder wie
studenten van de Westelijke Balkan, verloopt soepel door openstelling
van de verkorte mvv-procedure. Studenten van buiten de EU kunnen
alleen worden toegelaten tot onderwijsinstellingen die een convenant
zijn aangegaan met de IND en die de gedragscode voor toelating
buitenlandse studenten tot het hoger onderwijs hebben ondertekend. De
onderwijsinstelling is bevoegd de aanvraag te doen namens de student.
In geval een dergelijke onderwijsinstelling een machtiging tot
voorlopig verblijf aanvraagt namens de student en alle benodigde
gegevens aanlevert, kan de behandelduur van de mvv worden beperkt tot
in beginsel twee weken. De kosten voor deze mvv bedragen 250 euro.
Indien de student zelfstandig bij de Nederlandse vertegenwoordiging
een mvv aanvraagt, bedragen de kosten hiervan 433 euro. De kosten voor
de aanvraag van een verblijfsvergunning bedragen 188 euro.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Drs. M.J.M. Verhagen
Ministerie van Buitenlandse Zaken