beantwoording vragen van het lid Waalkens over de humanitaire situatie
in Gaza
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Waalkens over de
humanitaire situatie in Gaza
Kamerbrief | 11 november 2009
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Waalkens over de humanitaire situatie in Gaza.
Deze vragen werden ingezonden op 11 november 2009 met kenmerk
2009Z21177.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Waalkens (PvdA) over
de humanitaire situatie in Gaza.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de uitspraken van Maxwell Gaylard, U.N.
humanitarian coordinator for the Palestinian territories, op 9
november dat honderden families in Gaza de komende winter weer in
tenten moeten doorbrengen?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Wat is uw appreciatie van de huidige humanitaire situatie in Gaza?
Antwoord
De humanitaire situatie in Gaza blijft abominabel. Aan vrijwel alle
basisvoorzieningen, zoals voedsel, medicijnen, water, energie, zijn
tekorten. Daarnaast is een groot deel van de vernietigde
infrastructuur, waaronder woonhuizen nog niet hersteld wegens gebrek
aan bouwmaterialen. Belangrijker nog is het herstel van infrastructuur
op het gebied van water en sanitatie. Als deze verder uitblijft zijn
de gevolgen voor de gezondheid en het milieu in Gaza groot. Een deel
van de basisgoederen worden via de tunnels vanuit Egypte Gaza binnen
gesmokkeld. De prijzen daarvan zijn echter zo hoog dat het voor de
Gazaanse bevolking onvoldoende alternatief biedt voor reguliere import
en humanitaire hulp. Door beperkingen op het gebied van economische
ontwikkeling is momenteel bijna de helft van de beroepsbevolking in
Gaza werkloos, hetgeen de situatie van veel gezinnen verder
verslechtert.
Vraag 3
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de toegang van
humanitaire hulp?
Antwoord
Volgens gegevens van de Verenigde Naties is in de maand september het
aantal goederentransporten, onder meer door beperking van het aantal
werkdagen bij de grensovergang Kerem Shalom, op het laagste niveau
sinds december 2008. Alleen de levering van brandstof aan de
electriciteitscentrale van Gaza is licht verbeterd ten opzichte van de
situatie in de zomer. Verder zijn er beperkingen voor de invoer van
medicijnen, voornamelijk vanwege bureaucratische obstakels en
bouwmaterialen, vanwege het vermeende risico van gebruik voor
terroristische doeleinden. Zo werden bijvoorbeeld voor het herstel van
klaslokalen door UNRWA wel tafelbladen doorgelaten, maar niet de
daarbij behorende tafelpoten.
Vraag 4
Deelt u de zorgen van de VN-vertegenwoordiger, zo nee, waarom niet? Zo
ja, bent u hierover in overleg met de verantwoordelijk minister in het
Israëlische kabinet?
Antwoord
Ik deel de zorgen van de heer Gaylard en andere vertegenwoordigers van
de VN, UNRWA en andere humanitaire organisaties zoals het Rode Kruis,
over de humanitaire situatie in Gaza. Tijdens mijn reis naar Israël en
de Palestijnse Gebieden in juni van dit jaar heb ik overlegd met
Minister Herzog van Sociale Zaken (zie kamerstuk 23 432 nr. 302). In
daarop volgende correspondentie met Minister Herzog over humanitaire
toegang tot de Gazastrook heb ik gewezen op de voortdurende
beperkingen voor de toegang van humanitaire hulp van Israëlische
zijde. Gezien het uitblijven van verbeteringen op het gebied van
humanitaire toegang zal ik hiervoor blijven pleiten.
Vraag 5
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het Algemeen Overleg Midden
Oosten op 12 november?
Antwoord
Ja
Ministerie van Buitenlandse Zaken