Vereniging Nederlandse Gemeenten

VNG: Aflegging eed gemeentelijke keuze

12.11.2009

Gemeenten dienen de vrijheid te behouden zelf hun regels over de aflegging van de eed vast te stellen. Zij kunnen nu al de mogelijkheid bieden om de eed zowel op basis van de christelijke geloofstraditie als op basis van de moslimgodsdienst af te leggen. Het beginsel van scheiding van kerk en staat komt daarmee niet in gevaar.

Dat laat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten weten in een reactie op het pleidooi van een meerderheid van de Tweede Kamer om de regelgeving over de eed en belofte voor ambtenaren bij provincies en gemeenten wettelijk vast te leggen. De VNG bepleit dat we de christelijke religie en het moslimgeloof gelijk stellen. Aangegeven wordt dat het hier gaat om het gelijkheidsbeginsel.

In april dit jaar verscheen de publicatie Tweeluik Religie en Publiek Domein: handvatten voor gemeenten. Daarin wordt beschreven hoe gemeenten om kunnen gaan met de scheiding van kerk en staat. De publicatie is een gezamenlijke uitgave van VNG en het ministerie van BZK. In het Algemeen Overleg van 30 september jongstleden schaarden minister Ter Horst van BZK en minister Van der Laan van WWI zich achter de inhoud van de publicatie.

Voor veel ambtelijke en politieke functies moet een eed of belofte worden afgelegd. Daarvoor gelden verschillende regels, afhankelijk van de categorie van functionarissen. De beëdiging van decentrale politieke ambtsdragers is geregeld in de Gemeentewet en de Provinciewet. Voor ambtenaren op decentraal niveau geldt dat het bevoegd gezag van gemeenten en provincies zelf de inhoud van de eed vaststelt voor de ambtenaren. Bij vaststelling van het formulier van de eed- of belofteaflegging kan zoveel mogelijk aan de cultuur binnen de eigen gemeente of provincie tegemoet worden gekomen. Een gemeente kan zodoende ook de mogelijkheid bieden om de eed op islamitische wijze af te leggen. Het beginsel van scheiding van kerk en staat, staat daaraan niet in de weg. De rechtspositie van politieambtenaren (alsmede van rijksambtenaren) kent niet de mogelijkheid tot het bekrachtigen van de eed op een andere wijze dan door het voorgeschreven formulier (Wet vorm van de eed). Politieambtenaren kunnen de eed dus niet op islamitische wijze afleggen.

Den Haag, 12 november 2009